donderdag 16 oktober 2014

De komende ontknoping van het Europese bezuinigingsdrama - En over de slaafsheid van de financiële pers

Het lijkt er op dat we de ontknoping naderen van het economische drama dat zich nu al jaren in Europa voltrekt. De politici dachten dat ze de financiële crisis en de daardoor in werking gezette eurocrisis te lijf moesten gaan door snel de overheidstekorten terug te dringen. Bezuinigen, veel en snel. Austeriteit, ging dat heten. Of, eufemistischer, consolidatie.

Hun diagnose was verkeerd en daardoor voldeed de gekozen oplossing niet aan de hooggestemde verwachtingen. De optimistische prognoses over de economische groei, die er snel zou komen, moesten keer op keer naar beneden worden bijgesteld. Kleine lichtpuntjes werden aangegrepen om het beleid te rechtvaardigen. Naar alternatieven werd niet gekeken. Naar kritiek werd niet geluisterd.

Nu is dat niet langer vol te houden. Het gaat maar steeds niet beter. Sterker, de eurozone dreigt een derde recessie in te glijden. Bij Italië en Frankrijk daagt het inzicht dat overheidsbezuinigingen averechts werken in een tijd dat private partijen hun schulden terugbrengen. En dat (sommige) neoliberale hervormingen in beter tijden zeker wenselijk zijn, maar onder de huidige omstandigheden de vraag nog verder doen inzakken.

Men komt tot de "ontdekking" dat er ook nog een economische conjunctuur bestaat. En een vak macro-economie, dat daar verstandige dingen over kan zeggen. Die al veel langer bekend waren, maar die, ideologisch gemotiveerd of gewoon door onwetendheid, waren vergeten, genegeerd of hooghartig als achterhaald beschouwd.

Tot voor kort waren het de kleine, perifere, eurozonelanden die zich moesten schikken in het Duitse dictaat van het bezuinigingsbeleid. Van het onverbiddelijke gebod, in wet en regels vastgelegd, dat de sluitende overheidsbegroting het allerhoogste goed zou zijn. Beter een begrotingsevenwicht dan een bloeiende economie. Een opvatting die naar absurditeit al op een lijn is gesteld met het rabiate anti-overheidsdenken van de extreem-rechtse Amerikaanse Tea Party.

Maar nu krijgen ook de grote eurozonelanden Italië en Frankrijk te maken met de negatieve uitwerkingen van het bezuinigingsbeleid. Waardoor beide landen in opstand komen en weigeren nog verder te doen alsof ze zich aan de begrotingsregels wensen te houden. Ze hebben aangekondigd dat ze begrotingen zullen opstellen die niet aan de eisen voldoen, omdat ze, terecht, denken dat dit hun economieën nog verder in het diepe zou duwen. Dat leidt tot een clash met Duitsland en dat lijkt ook precies waar ze op uit zijn.

Dat is een positieve ontwikkeling. Vandaar dat nu misschien de ontknoping nadert. Maar dat zou je niet zeggen als je op de Nederlandse financiële pers afgaat. In De Volkskrant valt Xander van Uffelen vandaag over Frankrijk heen alsof hij een volgeling is geworden van de Duitse Tea Party. Frankrijk zou arrogant zijn en al het geld weggeven aan uitkeringen en overheidsconsumptie. Stereotypering komt in de plaats van analyse en informatie. Maar al langer krijg je de indruk dat de financieel-economische journalisten in hun commentaren niet gehinderd worden door geïnformeerdheid, competentie en een kritische houding.

Een recente aanleiding voor die indruk is dat de Europese onafhankelijke denktank Bruegel begin van deze maand een vernietigend oordeel velde over het Nederlandse bezuinigingsbeleid. Ik besteedde er in het bericht Vernietigend oordeel denktank Bruegel over Nederlands bezuinigingsbeleid aandacht aan. Als het de Nederlandse krantenkoppen gehaald heeft, dan is mij dat niet opgevallen.

Een andere aanleiding is dat nota bene de Duitse televisie in een prachtige bijdrage, waaraan o.a. de economen Heiner Flassbeck en Peter Bofinger meewerkten, aan de kijkers uitlegden waarom het huishoudboekjesdenken van hun eigen regering van geen kant deugt. Ik verzuchtte dat als dat in Duitsland kan, waarom dan niet op de Nederlandse publieke omroep. Zie nog eens Duitse televisie legt kijkers uit wat er niet deugt aan het huishoudboekjesdenken van de Schwäbische Hausfrau (lees: Merkel).

Ik las vanochtend dan ook met grote instemming de column van Coen Teulings, de vorige directeur van het Centraal Plan Bureau en nu hoogleraar aan de universiteiten van Cambridge en Amsterdam, die gisteren verscheen in NRC/Handelsblad. Zie Hoe ons economisch beleid een fiasco werd (voor abonnees of met registratie). Hij legt daarin niet alleen uit wat voor slecht beleid de opvolgende Nederlandse regeringen hebben gevoerd en voeren, maar ook hoe onkritisch de journalisten dat beleid hebben gevolgd. Ik citeer de laatste alinea:
De internationale economische gemeenschap heeft het Nederlandse beleid met verbazing aanschouwd. Het thema is in mijn columns eerder aan de orde geweest: hoe komt het dat de Nederlandse financiële pers zich daar veelal weinig aan gelegen heeft laten liggen? Het doet denken aan de dagen van Colijn toen Nederland ook standvastig was, helaas met het verkeerde beleid. Zo bezien heeft SEO de verkeerde titel gekozen voor haar verjaardagsfeest. Beter was: ‘Luistert de financiële pers wel naar economen?’
We hebben niet alleen een analyse nodig van hoe het kon gebeuren dat de Nederlandse economische politiek zo grondig en eensgezind de verkeerde weg insloeg, maar ook van de slaafsheid waarmee dat proces door de financieel-economische pers werd begeleid.

Geen opmerkingen: