maandag 3 november 2014

Een land is geen onderneming - en ook geen huishouden

Sinds de opkomst van het neoliberalisme in de jaren 80 van de vorige eeuw is het gemeengoed geworden om hoog op te geven van de prestaties van het marktmechanisme en laatdunkend te doen over wat de overheid daar nog aan zou kunnen bijdragen. Vaak gaat dat gepaard met het geloof dat een succesvolle ondernemer ook over de inzichten en bekwaamheden zou beschikken om een land te besturen. Als je dat gelooft, dan maak je de vergissing te denken dat een land zoiets is als een onderneming.

Aan die vergissing wijdt Paul Krugman vandaag zijn column. Zie Business vs. Economics. Zie ook zijn artikel A Country Is Not A Company uit 1996. Komt die vergissing dan zoveel voor?

Ja, dat is zeker het geval. Een groot deel van de economische problemen die we nu in Europa meemaken, komen er namelijk uit voort. Aangevoerd door Duitsland, denken veel Europese politici die nu aan de macht zijn, dat hun landen onderling behoren te concurreren zoals ondernemingen dat doen. Dat wil zeggen, ondernemingen die op dezelfde markt opereren. Net zo als ondernemingen de productiekosten zoveel mogelijk moeten beperken, zouden ook landen met elkaar moeten concurreren door flexibilisering van arbeid en verlaging van de lonen. Vandaar dat we nu in Europa al jaren lang de pleidooien moeten aanhoren voor "structurele hervormingen".

Maar je ziet dan over het hoofd dat er op het niveau van de economie van een land feedback-mechanismen spelen waarmee een onderneming zelden te maken heeft. Zoals de feedback dat een verlaging van de lonen in een land een dempend effect heeft op de vraag naar goederen en diensten. Als een onderneming de lonen verlaagt, is dat effect er natuurlijk ook, maar het wordt uitgesmeerd over de hele economie, waardoor de onderneming zelf er weinig last van heeft.

Nu kunnen in een land natuurlijk ook wel eens de lonen te hoog zijn. Maar als dat zo is, dan merk je dat aan een stijgende inflatie. De bekende loon-prijsspiraal. Als die inflatie niet toeneemt, integendeel, zoals nu, sterk afneemt, dan lijden we niet onder een probleem van te hoge, maar van te lage lonen. En dan kun je maar beter niet politici aan het roer hebben die denken dat het besturen van een land net zoiets is als het besturen van een onderneming.

Dat is allemaal goed te begrijpen. Waardoor het verbazingwekkend is dat die vergissing dan toch zoveel voorkomt.

Maar het altijd goed op de kosten letten komt goed overeen met de logica, en de moraal, van het huishoudboekje. Dus deze vergissing wordt nog eens ondersteund door die andere: de vergissing te denken dat een overheid net zo iets is als een huishouden. En als een overtuiging een keer een morele lading heeft gekregen, dan is er heel wat overredingskracht voor nodig om iemand aan het twijfelen te krijgen.

Ik moest terugdenken aan een twittercommunicatie die ik al weer een poos geleden had met iemand die zich als VVD-lid bekend maakte. Ik probeerde haar duidelijk te maken dat je als overheid soms nog grotere schulden moet maken om de economie in een recessie weer aan de praat te krijgen. Ik drong er op aan om enkele berichten op dit blog te lezen, zoals Bezuinigers gevangen in de beeldspraak van de broekriem, Over de broekriem en het huishoudboekje en Keynesiaans stimuleringsbeleid: economische argumenten zijn dwingend, maar politieke missie is vereist.

En ik kreeg een tweet terug met de melding dat ze dat ook inderdaad had gedaan. Maar toch niet overtuigd was. Dat maakte mij benieuwd naar de tegenargumenten.

Maar die waren er niet. In plaats daarvan kreeg ik een link toegestuurd naar een website waarop je zogenaamd kunt volgen hoe de Nederlandse staatsschuld zich van minuut tot minuut ontwikkelt. Je ziet een teller met een heel groot bedrag, dat steeds maar blijft oplopen. Althans, dat deed het toen.

Het was zo'n voorbeeld van een confrontatie tussen argumenten en een rotsvaste overtuiging. Een morele reflex, aangewakkerd door dat beeld van die oplopende teller. Maar wel een reflex die wijd verbreid is.

Geen opmerkingen: