In de politiek en de media is er paniek ontstaan over de extra miljarden die naar de langdurige ouderenzorg moeten. Zie Frank Hendrickx daarover in De Volkskrant: Miljarden voor ouderenzorg. Het perfecte politieke misdrijf.
De paniek berust erop dat de politici, misschien met uitzondering van de Staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn, zulke hoge bedragen niet hadden zien aankomen.
Want wat is het geval? Al in 2013 heeft de volksvertegenwoordiging geoordeeld dat de vereiste kwaliteit van de langdurige ouderenzorg door het van de politiek onafhankelijke Zorginstituut dient te worden vastgesteld. Dat is wettelijk vastgelegd in een wijziging van de Wet Cliëntenrechten Zorg.
Welnu, het Zorginstituut heeft zijn werk gedaan, het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg opgesteld en opgenomen in het Register van het Zorginstituut, waarmee de wettelijke basis is verzekerd. Waarna de Nederlandse Zorgautoriteit, en daarna nog eens het CPB, zijn gaan berekenen wat de kosten zullen zijn van het verhogen van de kwaliteit van de zorg tot het vereiste wettelijke niveau.
En toen kwam de paniek, want "men" schrikt van de hoogte van dat bedrag. Als Van Rijn inderdaad wist wat hij deed, dan is dat volgens Hendrickx "het perfecte politieke misdrijf".
Maar er zijn goede redenen om hier heel anders naar te kijken. Misschien zou de paniek veel meer moeten gaan over hoe belabberd die langdurige ouderenzorg tot nu toe kennelijk geweest is. Die vele miljarden die nu nodig zijn, die hadden al veel eerder op de begroting behoren te staan. Dat onze langdurige ouderenzorg al die tijd ver beneden de maat van veiligheid en waardigheid is gebleven, komt nu kennelijk "officieel" aan het licht.
Opvallend dat ik van die paniek in de politiek en de media niets merk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten