zondag 30 juli 2017

Zondagochtendmuziek - The Art of Listening - Music Documentary (2017)

Nog niet helemaal bekeken - waar haal je de tijd vandaan? -, maar dit is een prachtige, een uur en een kwartier durende film van Michael Coleman en Emmanuel Moran over "de kunst van het luisteren", maar eigenlijk over de kunst van het opnemen en weergeven van muziek:
about the journey music takes to reach a listener’s ear, from the intent of an instrument maker and composer, to the producers and engineers who capture and preserve an artist’s voice. This journey is narrated by intimate conversations with artists, engineers and producers about the philosophy of their work and the intent behind each musical note they create.
This film is an invitation for music fans to rediscover the intricacies and details available in the sounds of their favorite recordings. The Art of Listening is the beginning of a conversation of how the quality of our listening experiences define the medium.
Kijk zo nu en dan een stukje.



donderdag 27 juli 2017

Mensen kunnen veel contacten hebben en toch eenzaam zijn. En zonder dat anderen daar weet van hebben.

Eenzaamheidsgevoelens komen voort uit een gemis aan vertrouwde sociale contacten, contacten dus met degenen bij wie je je jezelf kunt zijn. Waarin je je niet beter of sterker of slimmer hoeft voor te doen dan je in werkelijkheid bent.

Dat betekent dat eenzaamheid bestaat uit twee componenten. De ene is die van het volstrekte sociale isolement. Je komt niet (meer) onder de mensen en verpietert. Je mist niet alleen die vertrouwde sociale contacten, je ontbeert elk contact. De extreme gevallen daarvan kennen we uit de berichten over mensen die na weken of maanden dood in hun woning worden aangetroffen.

Maar er is ook de component van het eenzaam zijn zonder sociaal isolement. Je komt wel onder de mensen, maar je voelt je desondanks eenzaam. Die toestand houdt in dat er iets ontbreekt aan de (vluchtige) contacten die je wel hebt. En dat is dat element van vertrouwdheid, dat maakt dat je "echt" contact kunt hebben, waarin je openhartig kunt zijn over wat je bezighoudt.

Dat onderscheid tussen die twee componenten komt in het sociaalwetenschappelijk onderzoek naar voren in het verschil tussen subjectief ervaren eenzaamheid als een gevoel en eenvoudigweg het aantal contacten dat je hebt (of in een vragenlijst aangeeft te hebben). En die twee hangen doorgaans statistisch significant samen, maar het verband is vaak niet sterk. Wat o.a. inhoudt dat mensen met veel contacten nog behoorlijk eenzaam kunnen zijn.

Dat is ook het geval in het nieuwe onderzoek Feeling lonely when not socially isolated. Het gaat om een klein onderzoekje, maar de resultaten zijn interessant. Ruim honderd Koreanen vulden een vragenlijstje in en hielden een week lang een dagboekje bij over hun sociale interacties. In dat vragenlijstje gaven ze aan hoe eenzaam ze zich voelden (met de Revised UCLA Loneliness Scale). Dat werd aangevuld met de inschatting van hun eenzaamheidsgevoel door drie informanten, bekenden die zij zelf hadden opgegeven. Ook gaven ze aan hoeveel contacten ze hadden (met de Social Network Index).

Het bleek toen inderdaad dat eenzaamheid en het aantal contacten zwak, maar wel significant, samenhingen. Bovendien hing eenzaamheid negatief samen met het aantal interacties met vertrouwde contacten (strong ties) zoals dat uit het dagboekje naar voren kwam. Hoe minder van zulke vertrouwde interacties, hoe eenzamer. En hoe minder positieve gevoelens en hoe minder wederzijds openhartigheid.

Daarentegen hing het aantal interacties met vluchtige contacten (weak ties) niet samen met hoe eenzaam je je voelde. Anders gezegd: eenzaamheid als het gebrek aan contacten met vertrouwde relaties is niet te compenseren met het hebben van meer vluchtige contacten. (Maar bedenk daarbij dat volgens ander onderzoek meer contacten met die weak ties wel bijdragen aan onze geluksgevoelens. Zie Is de kring van mensen waarmee we omgaan te klein? Dat zou kunnen liggen aan het verschil tussen niet eenzaam zijn en gelukkig zijn.)

Sociale vluchtigheid als het hebben van veel oppervlakkige contacten kan dus goed samen gaan met sterke gevoelens van eenzaamheid. Die overigens niet hoeven te worden opgemerkt door anderen. Want het onderzoek laat zien dat de eenzaamheid van degenen met een groot aantal contacten minder samenhing met de door de informanten ingeschatte eenzaamheid dan in het geval van degenen met weinig contacten.

Je kunt een groot netwerk hebben en toch eenzaam zijn, zonder dat anderen daar weet van hebben.

maandag 24 juli 2017

Is slechts een op de vijf mensenlevens een leven zonder een psychische aandoening?

Er zijn aanwijzingen voor een ernstige mismatch tussen de fysieke en sociale omgeving waarin mensen tegenwoordig hun leven doorbrengen en het soort omgeving waarop mensen in het verleden werden geselecteerd en waarop ze qua aanleg zijn voorbereid.

Dat is niet verwonderlijk, want een zo grote en snelle verandering in de leefomgeving zoals de mensheid die sinds de landbouwrevolutie heeft meegemaakt, komt in het dierenrijk maar weinig voor. Of leidt, als hij voorkomt, al gauw tot het uitsterven van de soort.

De gevolgen van die snelle verandering valt af te lezen aan het voorkomen van fysieke en psychische gezondheidsproblemen. Het opgroeien in een omgeving die niet zo goed bij ons past, gaat gepaard met type II allostatische stress, die op den duur gezondheidsproblemen met zich brengt. Een belangrijke oorzaak lijkt te zijn dat we meer dan goed voor ons is geconfronteerd worden met de uitdagingen van statuscompetitie en eenzaamheid. Zie De weg van eenzaamheid en sociale stress via verhoogde ontstekingsactiviteit naar gezondheidsproblemen.

Er kan discussie zijn over hoe ernstig de problemen zijn. Je kunt je schouders erbij ophalen en erop vertrouwen dat mensen zo flexibel zijn dat ze zich wel aan van alles kunnen aanpassen. Dat is de gedachte van de menselijke natuur als een onbeschreven blad (blank slate). Maar die gedachte is in de sociale wetenschappen al tientallen jaren op zijn retour.

Dat de problemen wel degelijk serieus zijn, zou je kunnen beseffen als je bedenkt hoeveel mensen lijden aan een psychische aandoening. Er zijn schattingen dat per jaar tegen de 40 procent last heeft van enige psychische aandoening (angststoornis, depressie, slapeloosheid, somatomorfe stoornis, alcohol- en drugsverslaving of ADHD). Dat die stoornissen te maken hebben met het soort omgeving waaraan mensen zich moeten aanpassen, lijkt waarschijnlijk als je bedenkt dat de meeste problemen beginnen gedurende de adolescentie en jongvolwassenheid. Zie Hoeveel Europeanen lijden aan een mentale stoornis? En zie voor aanwijzingen voor een toename van psychische problemen: De toename van psychische problemen is een echte toename, niet alleen maar een toename van diagnoses.

Wat zou dat betekenen als je zou kunnen kijken naar hoeveel mensen gedurende hun leven tenminste één periode doormaken waarin ze aan een psychische aandoening lijden? Of anders gezegd, hoeveel mensen blijven er gedurende hun leven van gevrijwaard?

Het nieuwe onderzoek Enduring Mental Health: Prevalence and Prediction geeft daar een antwoord op. Zie ook Mental Illness Is Far More Common Than We Knew. De onderzoekers volgden een generatie inwoners van een stad in Nieuw-Zeeland van de geboorte tot dat ze 38 jaar waren. Wat de jaarlijkse prevalentie betreft, wijkt de stad niet af van wat een normaal gemiddelde is. Het blijkt dan dat voor ruim 80 procent van deze generatie geldt dat ze op tenminste enig moment in hun leven een (overigens vaak korte) periode doormaakten waarin ze last hadden van een psychische aandoening. Slechts 17 procent bleef van enige aandoening gevrijwaard.

Andere studies wijzen in dezelfde richting wijzen. Het meemaken van een periode van psychische lijden lijkt dus eerder de norm dan een uitzondering.

zondag 23 juli 2017

Zondagochtendmuziek - Ariadne's Thread, A dialogue between Greek, Turkish and Belgian musician...

Ik kwam op de Vlaamse klassieke muziekzender terecht in dat prachtige programma Playtime, waarin Chantal De Waele gesprekken voert met musici over hun muziek, maar vooral ook over hun instrument.

Gisteren was Sofie Vanden Eynde te gast, die luit en theorbe speelt. Ik vond het fascinerend. Je kunt het hele programma hier beluisteren (kies zaterdag 22 juli).

Ik zocht Sofie Vanden Eynde op YouTube en stuitte op deze prachtige muziek, uitgevoerd door Turkse, Griekse en Belgische musici.



vrijdag 21 juli 2017

Yanis Varoufakis over het Griekse drama - en over hoe het kwam dat de waarheid niet verteld mocht worden

De economiehoogleraar Yanis Varoufakis was van 27 januari 2015 tot 6 juli 2015 minister van Financiën van het geplaagde Griekenland in de regering Tsipras. Over zijn ervaringen en de gebeurtenissen in die periode, die eindigde met zijn terugtreden omdat hij het niet eens was met het buigen van die regering voor de onzinnige eisen van de schuldeisers (de "Trojka", de "instituties") schreef hij het boek Adults in the Room. My Battle With Europe's Deep Establishment.

Dat boek begint nu de passende positieve aandacht te krijgen. Lees de recensies in The Guardian, De Volkskrant en NRC/Handelsblad. En hier de bespreking op Inside Story.

En luister hieronder een half uurtje naar een interview met Varoufakis naar aanleiding van het verschijnen van het boek.

Het is een meeslepend en onthullend boek. Ik ben nu halverwege en kan het nauwelijks wegleggen. Later meer er over, maar nu alvast de allesoverheersende indruk die van alle indrukken bij mij het meest blijft hangen.



Daarin speelt de Duitse bondskanselier Merkel een cruciale rol. Hoe zit dat? Dat de institutionele opzet van de euro niet deugde, begon vanaf 2008, bij het uitbreken van de financiële crisis in de Verenigde Staten, aan het licht te komen. De eerste reactie van Merkel daarop was dat ze in een toespraak zelfvoldaan de Angelsaksische overheden en bankiers voorhield dat ze zoals de Duitsers de schwäbische Hausfrau als voorbeeld hadden moeten nemen.

Die schwäbische Hausfrau staat voor het altijd goed op de centjes passen en niet meer uitgeven dan er binnenkomt. Dat is inderdaad een behoorlijk goed voorbeeld voor individuele huishoudens, maar juist niet voor overheden die met een gehele economie te maken hebben. Zie mijn eerdere bericht
Een economische (en sociale) calamiteit van historische omvang - de Schwäbische Hausfrau en de bezuinigingszeepbel.

Maar nog los van dat beperkte economische inzicht waar Merkel blijk van gaf, kreeg ze niet lang daarna gevoelig het lid op de neus, toen de berichten binnen kwamen dat ook de Duitse banken, en de Franse, in grote problemen bleken te verkeren. Die banken moesten gered worden. Wat ook inhield dat er geld moest naar de Italiaanse, Portugese, Spaanse en Griekse regeringen, omdat die Duitse en Franse banken daar zo onverantwoordelijk hoge bedragen aan geleend hadden.

Hoe moest dat aan de Bondsdag en aan de Duitse kiezers verkocht worden? Terwijl ze juist zo voluit had ingespeeld op die Duitse zelfvoldaanheid (Am deutschen Wesen mag die Welt genesen). En ze de kiezers had voorgehouden dat het zo goed is om altijd zuinig op de centjes te zijn en dat dus bezuinigingen op de ziekenhuizen, de scholen, de infrastructuur, de sociale zekerheid en het milieu echt nodig waren.

Samen met de Fransen vond ze de oplossing. Toen de banken voor een tweede keer met heel veel geld gered moesten worden, werd dat gepresenteerd als een daad van solidariteit met de spilzieke en luie Grieken, 
who while unworthy and intolerable were still members of the European family and would therefore have to berescued. Conveniently, this necessitated providing them with a further gargantuan loan with which to pay off their French and German creditors, the failing banks.(p. 26)
Een geniale vondst, want:
This was the beauty of the Greek bailout, at least for France and Germany: it dumped most of the burden of bailing out the French and German banks onto taxpayers from nations even poorer than Greece, such as Portugal and Slovakia. They, together with unsuspecting taxpayers from the IMF's co-funders such as Brazil and Indonesia, would be forced to wire money to the Paris and Frankfurt banks. (p. 27)
En daarmee werd tot in lengte van jaren, tot vandaag de dag, de toon gezet. De luie Grieken hadden het gedaan en de schade kon deels op derden verhaald worden.

De Duitse kiezers werd een rad voor ogen gedraaid. En dat betekende dat het onmogelijk werd hen ooit nog de waarheid te vertellen.

Vandaar dat vanaf die tijd Wolfgang Schäuble, de Duitse minister van Financiën, bij elk voorstel om de onhoudbare Griekse schuld kwijt te schelden, hoe miniem ook, geloofwaardig kon dreigen dat zulks aan de Duitse Bondsdag zou moeten worden voorgelegd en dat die daar nimmer mee zou instemmen. Dat zou immers betekenen dat Merkel hen eerder op het verkeerde been had gezet.

En zo kon ook die curieuze situatie ontstaan dat Varoufakis in een-op-een gesprekken met allerlei hoofd- of bijrolspelers in het drama op spontane instemming met zijn analyse kon rekenen, terwijl minuten later in de persconferenties in complete tegenstelling daarmee de officiële, door de Duitsers ingefluisterde, standpunten werden opgedreund. Er was een stilzwijgend complot gesmeed: de waarheid kon slechts achter gesloten deuren onder woorden worden gebracht.

Zo ontwikkelde zich het beeld van een sekte die in Europa aan de macht is.

woensdag 19 juli 2017

Door meer autonomie op het werk hoger welzijn

We hebben een maatschappij tot stand gebracht waarin het hebben van betaald werk heel belangrijk is voor ons welbevinden, maar waarin tegelijkertijd de activiteit van het betaald werken een van de minst gewaardeerde bezigheden is. Zie Verhoogt werk ons welzijn? Ja en nee.

Dat we gemiddeld genomen zo ontevreden zijn over de activiteit van het betaald werk kan ermee te maken hebben dat de werkomstandigheden ons weinig gevoel van controle verschaffen. Wat we moeten doen en hoe we dat moeten doen wordt ons in hoge mate voorgeschreven door de leidinggevende en de omschrijvingen van de taken die we uitvoeren. Weinig autonomie op het werk dus en dat probleem neemt en dat probleem neemt volgens de cijfers van het CBS alleen maar toe.

Terwijl autonomie op het werk van groot belang is voor ons welzijn. Een baan met meer autonomie geeft minder kans op een burn out.

Nieuwe aanwijzingen voor het belang van autonomie op het werk voor welzijn en tevredenheid geeft het onderzoek Autonomy in Paid Work and Employee Subjective Well-Being. De gegevens van twee golven (2010-2011 en 2012-2013) van het Understanding Society - panel, waarin 40.000 werknemers werden ondervraagd, bevestigen de positieve welzijnseffecten van autonomie in het werk. Ook bij controle van leeftijd, opleiding, aantal kinderen en inkomen.

Leidinggevenden en managers scoren hoger op autonomie én op welzijn en tevredenheid. Het zou kunnen dat ze inzicht hebben in het verband tussen het en een het andere. Maar ze weten kennelijk in het leiding geven niet goed naar dat inzicht te handelen. Organisaties kennen nog altijd een hoge mate van hiërarchie. Of de hiërarchie op het werk is zelfs aan het toenemen. Voor Amerikaanse toestanden lees: How bosses are (literally) like dictators. Americans think they live in a democracy. But their workplaces are small tyrannies.

Hoe deze negatieve trend te keren? Het ligt voor de hand te denken dat lagere werkloosheid, volledige werkgelegenheid, erg zou helpen. Werknemers kunnen dan hogere eisen stellen. En misschien gaan we echt een ontwikkeling zien in de richting van een coöperatieve economie. Of moeten we naar het onvoorwaardelijke basisinkomen, waardoor je niet meer elke rotbaan hoeft te accepteren?

zondag 16 juli 2017

Zondagochtendmuziek - Christian McBride Big Band Live at Dizzy's April 2017 - 1st Set

Het North Sea Jazz festival is weer achter de rug. Ik was er niet bij, maar sommige concerten had ik graag meegemaakt. Zoals dat van het Christian McBride's New Jawn Quartet.

Maar kijk eens aan: op YouTube staat zomaar de eerste set van dit prachtige concert eerder dit jaar van de Christian McBride Big Band in Dizzy's Club in het Lincoln Center in New York. Daar was ik ook graag bij geweest. Mooi dat dat Big Band-fenomeen blijft voortbestaan.

Het is ook een prachtige locatie, met uitzicht op Central Park. Jaren geleden was ik er.


woensdag 12 juli 2017

Door pro-sociaal gedrag gelukkiger - nieuwe aanwijzingen

Een maatschappij kan alleen goed functioneren als mensen met elkaar rekening houden. Anders gezegd, als mensen niet genoeg bereid zijn tot pro-sociaal gedrag, dan ontstaat een samenleving waarin het niet goed toeven is.

Dat mensen bereid zijn tot pro-sociaal gedrag zal er mee te maken hebben dat het ons een goed gevoel geeft om iets voor anderen te doen. Denk aan Te geven is zaliger dan te ontvangen - Maar de gelegenheid maakt de gever.

In dat bericht ging het over een onderzoek met meer dan 200.000 ondervraagden verdeeld over 136 landen. Mensen die in de vorige maand geld hadden gegeven aan een goed doel waren gelukkiger of tevredener met hun leven dan mensen die dat niet hadden gedaan. Dit verband bestond in elk van de zeven onderscheiden cultureel/geografische gebieden: Afrika, Azië, Europa, de voormalige Sovjet-Unie en Oost-Europa, Latijns Amerika, Iran en het Midden-oosten en de Verenigde Staten, Canada, Australië en Nieuw-Zeeland.

Ook vroegen de onderzoekers aan mensen (in een beperkter aantal landen) om terug te denken aan een besteding die ze hadden gedaan ten behoeve van iemand anders (pro-sociaal) of aan een besteding voor zichzelf. Degenen die gevraagd waren terug te denken aan een pro-sociale besteding scoorden daarna hoger op een vragenlijstje voor subjectief welbevinden dan degenen die hadden teruggedacht aan een besteding voor zichzelf. En hoger dan degenen die nergens aan hadden teruggedacht. Ook lieten ze mensen iets voor zichzelf aanschaffen of iets voor een goed doel. Ook dan voelden de mensen die iets hadden aangeschaft voor een goed doel zich beter dan degenen die iets hadden aangeschaft voor zichzelf. Dit wijst er op dat de oorzakelijke richting van het verband inderdaad die is van het iets geven naar het zich beter voelen.

De resultaten van de nieuwe studie A neural link between generosity and happiness, met Ernst Fehr als een van de onderzoekers, wijzen in dezelfde richting. De onderzoekers verdeelden de proefpersonen over een experimentele groep, die in het vooruitzicht werd gesteld dat ze geld zouden krijgen om aan anderen weg te geven, en een controlegroep met het vooruitzicht dat ze geld zouden kregen om voor zichzelf te besteden. 

Daarna waren beide groepen gelukkiger dan ze daarvoor waren, maar dat gold meer voor de experimentele groep dan voor de controlegroep. Dat zou een opvallende uitkomst zijn als je uitging van een egoïstisch mensbeeld. want die experimentele groep hield dus van dat geld dat ze kregen niets zelf over. Een duidelijke aanwijzing dat mensen juist niet van nature alleen maar egoïstisch zijn

Vervolgens kregen de proefpersonen in het laboratorium de gelegenheid om verschillende opties te accepteren of af te wijzen waarin een zelfgekozen andere persoon een bepaald bedrag aan geld zou ontvangen tegen een verlies aan geld voor de proefpersoon zelf. Het ging er dus om hoe pro-sociaal je bent ook als het jezelf iets kost. Die taak voerden ze uit terwijl hun hersenactiviteit werd gemeten met een fMRI-scan.

Het bleek toen dat de experimentele groep pro-socialere keuzes maakte en zich na afloop gelukkiger voelde dan de controlegroep. Dat was ook af te lezen aan de verschillen in activiteit van de hersengebieden die onder meer samenhangen met pro-sociaal gedrag (de temporaal-pariëtale junctie), met beloond worden en het hebben van een goed gevoel (het ventrale striatum en de orbitofrontale cortex) en de activiteit van de verbindingen tussen die gebieden.

Er zijn aanwijzingen dat mensen zelf niet zo goed doorhebben dat pro-sociaal gedrag gelukkiger maakt. Dat doet je verlangen dat onderzoek als dit grotere bekendheid krijgt. Bedenk daarbij trouwens dat voorschoolse kinderen dat beter lijken door te hebben dan volwassenen. Zie Hebben kinderen beter door dan volwassenen dat je je door te delen gelukkiger voelt?

Zouden kinderen dat verband tussen delen en geluk gedurende het opgroeien in die maatschappij van ons door schade en schande afleren? 

dinsdag 11 juli 2017

Door eenzaamheid raak je meer op jezelf gericht, waardoor je nog eenzamer wordt

 Mensen zijn van nature groepsdieren. Dat maakt dat wij erop zijn geselecteerd om sociaal isolement en afgewezen zijn als negatief en pijnlijk te ervaren. Als het gevoel van eenzaamheid.

We weten dat eenzaamheid op den duur dus ook niet goed voor ons is. Het is een stressvolle toestand, die via verhoogde ontstekingsactiviteit leidt tot gezondheidsproblemen.

Je zou daarnaast ook verwachten dat onze evolutionaire geschiedenis ons ertoe heeft toegerust om aan die toestand van eenzaamheid zo gauw mogelijk een einde te maken. Om daartoe gemotiveerd te zijn en om te weten wat je daarvoor moet doen.

Maar zo eenvoudig lijkt dat niet in elkaar te steken. Want gedurende verreweg het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis was de kans op eenzaamheid verwaarloosbaar. In de jagers-verzamelaarssamenlevingen groeide je op en bracht je je leven door in een groep van vertrouwde anderen. Die groep was altijd binnen bereik en mocht je te ver afgedwaald zijn, dan bestond de oplossing er eenvoudig uit om terug te keren. En als je door jouw egoïstische of bazige gedrag negatieve reacties en sociale afwijzing uitlokte, dan werd je meestal ook wel duidelijk gemaakt hoe je je gedrag moest veranderen. 

Onze huidige manier van samenleven, en niet-samenleven, verschilt natuurlijk sterk van die Paleo Sociale Omgeving van de jagers-verzamelaars. Niet alleen is de kans op eenzaamheid veel groter, maar ook is het meestal niet zo gemakkelijk om die toestand op te heffen. Want er is niet die vertrouwde groep waar je naar terug kunt keren of waar je weer door geaccepteerd wordt door je beter te gaan gedragen. We leven in evolutionair nieuwe omstandigheden, waar we maar slecht op zijn voorbereid.

Dat verklaart bijvoorbeeld dat eenzaamheid als gevolg van sociale afwijzing ons in een spagaat kan brengen van zowel afstand houden als contact zoeken. Want onderzoek laat zien, en ik citeer uit een vorig bericht, dat eenzaamheid ons brengt tor een
reactiepatroon (dat) lijkt overeen te komen met de gevolgen van de onveilige hechtingsstijl. Op bewust niveau zijn we er op uit om afstand tot anderen te houden, uit vrees voor nieuwe afwijzing en teleurstelling. We proberen onszelf als het ware voor te houden dat we een band met anderen niet (meer) moeten nastreven.
Maar in ons onbewuste, automatische gedrag laten we daarentegen zien dat we er op uit zijn om die band met anderen juist wel tot stand te brengen, om de sociale afstand te verkleinen.
Hoe los je die spagaat op? Het nieuwe onderzoek Reciprocal Influences Between Loneliness and Self-Centeredness, met John T. Cacioppo als eerste auteur, doet vermoeden dat mensen op eenzaamheid reageren, en dus die spagaat "oplossen", met een toename van egocentrisme.

De onderzoekers volgden een toevalssteekproef van inwoners van Cook County in Illinois gedurende 10 jaar met jaarlijks een meting. De mate van egocentrisme werd vastgesteld met de Chronic Self-Focus Scale, die bestaat uit zes uitspraken waarvan je kunt aangeven in hoeverre je het er mee (on)eens bent. Drie van die uitspraken zijn
“I can sometimes be a little self-centered”
“I think about myself a lot”
"In my conversations with others, I tend to talk about myself a lot"
Ik zou benieuwd zijn naar de andere drie, maar die zijn niet te vinden. (Ik heb een van de ontwerpers van de schaal gemaild, maar nog geen reactie gehad.)

De onderzoekers verwachten dat eenzaamheid een toename van egocentrisme opwekt als een adequate of adequaat lijkende reactie. Want ja, als ik er dan toch alleen voor sta, dan moet ik ook meer op mezelf vertrouwen en dus mezelf meer centraal stellen. Niet alleen heb ik geen anderen om voor te zorgen, ook is er niemand anders die voor mij zorgt dan ikzelf.

En dat komt ook uit dat onderzoek. Een toename van eenzaamheid in een bepaald jaar gaat samen met een (geringe) toename van egocentrisme in het daaropvolgende jaar.

Dat brengt je misschien op het idee dat die toename van egocentrisme op zijn beurt weer kan leiden tot meer eenzaamheid. Want als je egocentrisch bent, zoek je minder contact met anderen en vinden anderen jou minder aangenaam gezelschap.

En inderdaad blijkt dat het geval te zijn. Een toename van egocentrisme in een bepaald jaar gaat samen met een (geringe) toename van eenzaamheid in het daaropvolgende jaar.

Dat wijst dus op het bestaan van een tragisch, zichzelf versterkend proces: door eenzaamheid ben je meer op jezelf gericht en door meer op jezelf gericht te zijn wordt je eenzamer.