Posts tonen met het label Erving Goffman. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Erving Goffman. Alle posts tonen

donderdag 7 februari 2019

Zelf-compassie en zelfcontrole zijn belangrijk om nog jezelf te kunnen zijn

De samenleving waarin wij ons bewegen is er een die, in vergelijking met de Paleo Sociale Omgeving van lang geleden, gekenmerkt wordt door een grote mate van sociale vluchtigheid. Ons sociale leven bestaat voor een groot deel uit ontmoetingen en relaties met anderen die we niet zo goed kennen.

Daardoor zijn we er vaak mee bezig hoe we op anderen overkomen en hoe we willen overkomen. En dus met de reacties van anderen op hoe wij ons presenteren. Denk even aan Erving Goffmans The Presentation of Self in Everyday Life, dat in 1956 verscheen en vele malen is herdrukt. Het vormde het begin van wat de dramaturgische analyse van het sociale leven ging heten, waarin het erom gaat dat mensen voortdurend, meer of minder onbewust, bezig zijn met impression management.

Dat bezig zijn met hoe we willen overkomen is begrijpelijk als de sociale relaties vluchtig van aard zijn. Iedereen vraagt zich dan af met wat voor iemand hij te maken heeft. En andersom is iedereen ervan doordrongen dat anderen zich die vraag stellen. Hoe je je presenteert en hoe je je tegenover wie presenteert, is dan een voortdurende opgave.

Dat kan ertoe leiden, en leidt er kennelijk vaak toe, dat mensen zich gaan afvragen wie ze zelf nu eigenlijk zijn. Wat is je authentieke zelf? Hoe vind je nog je ware zelf achter al die vaak verschillende facades waarmee je jezelf aan anderen presenteert? Die vragen hebben enige urgentie, want het blijkt dat mensen zich beter voelen als ze meer het gevoel hebben dat ze zichzelf kunnen zijn.

Bedenk daarbij dat dat authenticiteitsprobleem zich niet of veel minder voordoet als het sociale leven zich meer afspeelt tussen vertrouwde anderen. Als mensen hun leven doorbrengen in een groep van vertrouwde contacten, zoals dat het geval was in die Paleo Sociale Omgeving van de jagers-verzamelaars, dan is er altijd de gezamenlijke geschiedenis die maakt dat niemand zich anders hoeft voor te doen dan hij is. De opdracht van het zich presenteren is geheel afwezig. Je kunt zijn wie je bent, want anderen, en jijzelf, weten wie je bent.

De vraag naar het authentieke zelf en de dringendheid van die vraag zijn dus "moderniteitsproducten". Onvermijdelijke gevolgen van de sociale vluchtigheid van het tegenwoordige sociale leven.

Waarin natuurlijk nog wel eilandjes van sociale vertrouwdheid bestaan, de kringen van familie en vrienden, waarin nog een gezamenlijke geschiedenis bestaat. En het is inderdaad zo dat mensen zich beter voelen in die kring van vertrouwde contacten en we weten dat dat eraan ligt dat mensen in die contacten meer het gevoel hebben dat ze zichzelf kunnen zijn. Zie Hoe komt het dat we ons in vertrouwde contacten beter voelen dan in vluchtige contacten?

Toch slagen sommige mensen er nog behoorlijk goed in om ondanks die sociale vluchtigheid zichzelf te kunnen zijn en hun authentieke zelf te bewaren. Dat zijn degenen die in staat zijn tot zelf-compassie. Zie eerder het bericht Kunnen we nog wel onszelf zijn? In een toestand van sociale vluchtigheid is voor authenticiteit zelf-compassie nodig.

Het hebben van zelf-compassie houdt in dat je in staat bent om (a) aardig te zijn voor jezelf in plaats van streng en veroordelend, (b) in te zien dat het algemeen menselijk is om fouten te maken en om je wel eens slecht te voelen, en (c) je falen en je pijn met gelijkmoedigheid (mindful) te constateren. Mensen met meer zelf-compassie zijn minder bezig met hoe anderen over hen oordelen en dus ook minder met zich altijd maar zo goed mogelijk voor te doen.

En volgens de nieuwe studie Choosing goals that express the true self: A novel mechanism of the effect of self‐control on goal attainment helpt het ook als je beter in staat bent tot zelfcontrole. Dus tot het volgen van een uitgezette gedragslijn en het weerstaan van verleidingen om daarvan af te wijken.

Het blijkt namelijk dat het bekende verband tussen het hebben van zelfcontrole en succesvol zijn in het bereiken van je doelen, mede verklaard wordt doordat mensen met meer zelfcontrole zichzelf meer doelen stellen die overeenkomen met hun authentiek zelf. Die dus in staat zijn om zich meer door hun ware zelf te laten leiden

Want het nastreven van zaken die uit je ware zelf voortkomen, die dus echt zelf gekozen zijn, is natuurlijk motiverender en beter vol te houden, dan het najagen van doelen die van buitenaf zijn opgelegd of waartoe je je hebt laten overhalen of waarvan je denkt dat je er goede sier mee kunt maken.

Dat we in een toestand leven met een grote mate van sociale vluchtigheid, betekent dus dat het om nog onszelf te kunnen zijn, aankomt op individuele eigenschappen als zelf-compassie en zelfcontrole. En het betekent ook dat niet iedereen even goed in staat is om zichzelf te kunnen zijn.

maandag 8 juni 2015

De (zelf-)verontmenselijking van de machtelozen

We wisten al dat machtsongelijkheid er toe leidt dat de machtigen neerkijken op de machtelozen. Dat kan zover gaan dat de machtelozen worden verontmenselijkt, niet meer als mens worden gezien. En dat is een verontrustend verschijnsel, want het creëert de voorwaarden voor discriminatie, vernedering en genocide.

Maar wat doet machtsongelijkheid met hoe machtelozen zichzelf zien? Nieuw onderzoek wijst er op dat machtelozen ook zichzelf verontmenselijken. En dat zou wel eens een deel van de verklaring kunnen zijn voor het verschijnsel dat machtelozen in hun lot berusten en zo lang wachten met in opstand te komen.

De onderzoekers van de studie The Impact of Power on Humanity: Self-Dehumanization in Powerlessness brachten proefpersonen op verschillende manieren in een positie van machteloosheid. Zo moesten ze zich een vroegere situatie voor de geest halen waarin ze in een machteloze positie verkeerden. Of ze moesten een taak uitvoeren waarin ze de rol van ondergeschikte speelden. Of ze zaten in een bezoekersstoel in een kantoor, terwijl iemand anders imposant achter het bureau zat.

Vervolgens werd gekeken hoe de "machtelozen" zichzelf zagen en hoe ze dachten dat anderen hen zagen. In vergelijking met hoe de "machtigen" zichzelf zagen. Daarbij ging het om de vraag of ze een verontmenselijkt beeld van zichzelf hadden.

Dat begrip verontmenselijking (dehumanization) werd eerder in kaart gebracht door Nick Haslam. In Dehumanization: An Integrative Review onderscheidt hij twee vormen van verontmenselijking, de animalistische en de mechanistische. De eerste slaat op het niet deel uitmaken van een cultuur en het amoreel, ongeremd, irrationeel en kinderlijk zijn. En de mechanistische verontmenselijking is gekenmerkt door afwezigheid van emotionele responsiviteit, door starheid, passiviteit, uitwisselbaarheid en oppervlakkigheid.

In het onderzoek werd de mate van beide vormen van verontmenselijking vastgesteld met uitspraken als
I felt like I was an object, not a human
I felt like I was mechanical and cold, like a robot
I felt superficial, like I had no depth
I felt like I lacked self-restraint, like an animal
I felt like I was unsophisticated
Het blijkt dan dat degenen die in een machteloze positie waren gebracht, zichzelf als meer verontmenselijkt zagen dan de machtigen. Bovendien geloofden ze dat ze door anderen, de machtigen en buitenstaanders, ook als meer verontmenselijkt werden gezien. En dit resultaat bleef in stand als gecontroleerd werd voor hoe goed of slecht ze zich voelden en voor hoeveel belang ze hechtten aan de kenmerken van menselijkheid. Opvallend dat zulke op het oog onbeduidende manipulaties toch zulke aantoonbare effecten hebben.

Machtsongelijkheid werkt dus naar beide kanten negatief uit, zowel naar de machthebbers als naar de machtelozen. Dit ligt geheel in de lijn van eerder onderzoek dat liet zien dat een gevoel van macht mensen minder empathisch maakt.

En je moet natuurlijk ook denken aan de uitwerking die totale instituties hebben op mensen die daar deel van moeten uitmaken. Zoals beschreven door Erving Goffman in zijn prachtige AsylumsEssays on the Social Situation of Mental Patients and Other Inmates uit 1961.

Zoals je ook te binnen schiet wat er gebeurde in dat Stanford Prison Experiment, niet alleen met de bewakers, maar ook met de gevangenen. Zie nog eens het bericht Over de verklaring van gruwelijk gedrag - Stanley Milgram en Philip Zimbardo.