Posts tonen met het label vertrouwen in instituties. Alle posts tonen
Posts tonen met het label vertrouwen in instituties. Alle posts tonen

vrijdag 20 januari 2023

De Nederlandse polycrisis: een moedeloos makende waslijst van problemen - die met elkaar samenhangen en een gemeenschappelijke oorzaak hebben - deel 2

In het vorige bericht maakte ik een begin met de waslijst van crises of problemen waar de Nederlandse politiek en dus wij allemaal mee worden geconfronteerd. Ik noemde er vijf; daar komen er nu zes bij.

Overheid schuift hoognodige uitvoering van wetgeving op gebied van natuur, biodiversiteit en klimaatverandering voor zich uit en bedenkt juridische "geitenpaadjes".  Hoogleraar Kees Bastmeijer: ‘Stop met juridisch geknoei in het natuur- en milieurecht. Vier projecten die laten zien hoe indringend de stikstofcrisis in Nederland is. Over de bouwvrijstelling: kamerbrief Van der Wal

Crisis in de jeugdzorg: Crisis in de jeugdzorg: 'Als we nu niets doen vallen er doden'. De Jeugdzorg werd in 2015 overgeheveld naar de gemeenten. Toen was er al een tekort. Daar kwam een korting bij  omdat werd aangenomen dat gemeenten het met minder geld zouden kunnen doen. Dat blijkt niet het geval. De ingestelde "Commissie van wijzen" concludeert dat er eerst meer geld bij moet: Commissie van ‘wijzen’: eerst fors geld bijleggen, dan bezuinigen op jeugdzorg

Gemeenten krijgen te weinig geld voor extra taken, waardoor investeringen in wegen, scholen en andere essentiële zaken achterblijven: Gemeenten staan er financieel beter voor, maar zijn nog te afhankelijk van het Rijk, vinden accountants. Doordat op die extra taken (zorg, uitkeringen) lastig te sturen valt, bezuinigen gemeenten op sportvoorzieningen, buurthuizen en bibliotheken: Financiële situatie van gemeenten onhoudbaar, blijkt uit onderzoek. "De investeringen van gemeenten zijn al ruim een decennium onder de maat. Dit is zorgelijk, omdat investeringen noodzakelijk zijn om gemeenten financieel gezond te houden." Gemeenten klimmen uit dal, maar investeringen blijven achter

De overheid schiet tekort in het verschaffen van een sociaal minimum. "Jongeren tot 21 jaar in de bijstand lopen een hoog risico om langdurig financieel in de knel te komen. Vooral als hun ouders geen begeleiding en financiële ondersteuning kunnen bieden." Nationale Ombudsman: Watertrappelen in de bijstand Onderzoek naar de knelpunten van jongeren van 18 tot 21 jaar in de bijstand. In het algemeen geldt dat het sociale minimum ontoereikend is, dat het doenvermogen van burgers onrealistisch wordt ingeschat en dat er een gebrek aan geld, tijd en deskundigheid is bij gemeentelijke dienstverleners: Sociale minima in de knel.

De Belastingdienst heeft duizenden ouders ten onrechte bestempeld en behandeld als fraudeurs. Het kabinet beloofde een "ruimhartige vergoeding", maar de afhandeling daarvan door de Belastingdienst kan nog wel tot 2030 duren. Er is "onvoldoende capaciteit" om alle aanmeldingen "binnen de wettelijke termijn" te beoordelen. 'Compensatie ouders toeslagenaffaire kan zomaar tot 2030 duren'.

De overheid begroot de uitgaven voor de wettelijk vastgelegde taak van de asielopvang structureel te laag. Volgens de Algemene Rekenkamer in de afgelopen 23 jaar 21 keer te laag begroot. Dat leidde niet alleen vaak tot problemen in de opvang, asielzoekers die de nacht in de buitenlucht moesten doorbrengen, maar ook tot hogere uitgaven omdat de opvangkosten hoger zijn als eerder gesloten locaties heropend moeten worden of als noodopvang nodig is. Rekenkamer: begroting voor asielopvang is structureel te laag. Hoewel het vorige en het huidige kabinet al langer pleiten voor het stabieler en flexibeler maken van de asielopvang, is daar nog niets van terechtgekomen. In plaats daarvan besloot het huidige kabinet tot de juridisch onhoudbare opschorting van de uitvoering van de nareisregeling. Dat was voor de bij de IND werkzame jurist Thomas Huttinga reden om zijn ontslag in te dienen. "‘In een rechtsstaat moet het beleid rechtmatig zijn’, zegt hij. ‘Burgers moeten daarop kunnen vertrouwen. Het is onwenselijk dat een uitvoerende organisatie op den duur wordt teruggefloten. Dat versterkt ook het wantrouwen in de overheid en de rechtsstaat." Deze IND’er zegde zijn baan op omdat hij geen onwettig beleid wil uitvoeren: ‘Het kabinet gokt met mensenlevens’

Daarmee zijn we gekomen tot een waslijst van elf problemen of crises. Zie ook het vorige bericht. Nogmaals: zonder claim op volledigheid. Stuk voor stuk problemen waar de politiek mee worstelt en die maar niet worden opgelost. Geen wonder dat mensen moedeloos worden als ze al die berichten onder ogen krijgen. En geen wonder dat het vertrouwen in de politiek bijzonder laag is. In 2022 zei 67 procent weinig of heel weinig vertrouwen te hebben in de politiek, 71 procent in het kabinet en eveneens 67 procent in de premier. Enquête: vertrouwen in de politiek is enorm laag

Dat lage vertrouwen in de overheid is natuurlijk een gevaar voor de democratie. Het maakt de mensen vatbaar voor complottheorieën: Een op vijf Nederlanders gelooft in complot­theorieën. En een zo laag vertrouwen bedreigt de ervaren bestaansonzekerheid, die op zijn beurt aanzet tot rechts-extremisme. Zie Meer aanwijzingen dat de politiek gemotiveerde vermindering van bestaanszekerheid het rechts-extremisme heeft aangewakkerd - en daarmee de democratie in gevaar heeft gebracht.

Dat maakt het wel heel urgent om stil te staan bij die ene gemeenschappelijke bron waaruit al deze crises uit voort lijken te komen. En die de term polycrisis rechtvaardigt. Daarover in het volgende bericht. Hier het vervolg.

woensdag 29 januari 2020

Aanwijzingen voor het vermoeden dat de toename van bestaansonzekerheid een belangrijke oorzaak was van het toegenomen rechts-extremistisch populisme blijven komen.

Aanwijzingen voor het vermoeden dat de toename van bestaansonzekerheid een belangrijke oorzaak was van het toegenomen rechts-extremistisch populisme blijven komen. In The Great Recession and the Rise of Populism doet Evgenia Passari verslag van een analyse van veranderingen in werkloosheid en veranderingen in de aanhang van populistische partijen in 220 regio's in 26 Europese landen tussen 2000 en 2017. De volledige analyse is na te lezen in The European Trust Crisis and the Rise of Populism.

De uitkomst is in het onderstaande plaatje samen te vatten. Daarin worden die landen onderscheiden in Centrum (Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zwitserland), Noord (Denemarken, Finland, IJsland, Ierland, Verenigd Koninkrijk), Oost (Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Polen, Roemenië, Slovakije, Slovenië) en Zuid (Cyprus, Griekenland, Italië, Portugal, Spanje).

Al met al zie je dat een toename van werkloosheid gepaard gaat met een toename van de aanhang van populistische partijen. Een werkloosheidstoename van een procent wordt gevolgd door een  groei van stemmen op populistische partijen van een procent. En we weten dat een toename van werkloosheid gepaard gaat met een toename van bestaansonzekerheid, niet alleen van hen die werkloos werden, maar ook van degenen die vrezen het te worden. Als het bestaan onzekerder wordt, als mensen zich onveiliger en bedreigd voelen, dan zijn ze vatbaarder voor populistische boodschappen.



Dat zou er aan kunnen liggen dat mensen door die grotere bestaansonzekerheid het vertrouwen verliezen in het politieke establishment, in hun parlement en in de instellingen van de Europese Unie. En dat blijkt uit analyses van de data van de European Social Survey over de periode tussen 2000 en 2014 ook precies het geval te zijn.

Dat het een met het ander samenhangt is plausibel als je bedenkt dat er in diezelfde periode geen verband was tussen de toename van werkloosheid en het interpersonele vertrouwen (het vertrouwen in andere mensen).

Interessant is dat toenames van werkloosheid ook gepaard gaan met een negatievere houding tegenover immigranten, maar dan specifiek in de zin dat de toename van immigranten wordt gezien als een economische bedreiging. Er is geen aanwijzing voor toenames van aanhang voor de populistische stelling dat immigranten een culturele bedreiging zouden vormen.

Wat betekent dit nu voor het beleid? Evgenia Passari is daar heel duidelijk over: ga niet mee met met dat culturele anti-immigranten frame, maar doe wat aan die bestaansonzekerheid. Voorkom werkloosheid door anticyclisch macro-economisch en fiscaal beleid:
If populism is entrenched in deeply rooted cultural differences, addressing it is a non-trivial endeavor. Our results, however, show that the rise in unemployment results in increased support for anti-establishment parties via the loss of trust in political institutions. Economic factors seem to be an important part of the populism story, and a key determinant of its recent pan-European electoral success. This presents an exceptional opportunity to address populism through the implementation of countercyclical macroeconomic and fiscal policies that will fight unemployment and foster growth.

vrijdag 10 oktober 2014

Vertrouwen van Amerikanen in elkaar en in instituties sinds 1976 sterk gedaald

Analyses van representatieve databestanden die tussen 1976 en 2012 in de Verenigde Staten zijn verzameld, wijzen uit dat Amerikanen elkaar in deze periode minder zijn gaan vertrouwen. Ook is hun vertrouwen in instituties afgenomen. Zie het plaatje, dat afkomstig is uit de pas verschenen studie Declines in Trust in Others and Confidence in Institutions Among American Adults and Late Adolescents, 1972–2012 (betaalpoort).

Er zijn sterke fluctuaties in dat vertrouwen in instituties. Maar de daling is duidelijk. Tegen de eeuwwisseling lijkt de daling van het vertrouwen in elkaar zich wat te herstellen, maar sinds 2007 zet de daling door.

Wat houdt dat vertrouwen in elkaar in? Het ging om de volgende drie vragen::
  • Zou je in het algemeen gesproken zeggen dat de meeste mensen zijn te vertrouwen of dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de omgang met mensen?
  • Zou je zeggen dat mensen meestal proberen om behulpzaam te zijn of dat ze meestal alleen maar naar zichzelf kijken?
  • Zou je denken dat de meeste mensen van je zouden profiteren als ze de kans kregen of zouden ze proberen om eerlijk te zijn?
Bij het vertrouwen in instituties ging het om grote ondernemingen, kerk, onderwijs, federale regering, vakbonden, pers, gezondheidszorg, televisie, hooggerechtshof, wetenschap, Congres (zeg maar: tweede kamer), leger en banken/financiële instellingen.

Eerdere onderzoeken wezen uit dat in de V.S. ook het sociale kapitaal is afgenomen, dus de hoeveelheid sociale contacten die mensen hebben. En er zijn sterke aanwijzingen dat Amerikanen narcistischer zijn geworden. (Denk aan The Narcissism Epidemic.)

Er is bij sommigen wel eens twijfel over deze bevindingen, maar het gaat steeds om serieus en zorgvuldig onderzoek. Bovendien versterken de uitkomsten elkaar. Als sociale contacten afnemen, zou je ook verwachten dat het vertrouwen afneemt en narcisme toeneemt. En dat blijkt dus ook zo te zijn.

Hoe zou het komen? Dit onderzoek kan laten zien dat het samenhangt met hoe het met de economie gaat en met de maatschappelijke ongelijkheid. Als de inkomensongelijkheid toeneemt, gaan mensen elkaar minder vertrouwen. (Ja, dan denk je aan de aangewakkerde statuscompetitie.) En als de armoede toeneemt, gaat het vertrouwen in instituties achteruit.

Het is niet verrassend. Maar het lijkt niet prettig om dat alles om je heen te zien gebeuren. En goed voor de democratie kan het niet zijn. In ons land hebben we (nog) minder ongelijkheid en armoede dan in de Verenigde Staten. Maar is er in Nederland eigenlijk al eens op een rij gezet hoe het vertrouwen zich in de tijd heeft ontwikkeld?