maandag 30 augustus 2021

Het is bovenal de toegenomen inkomensongelijkheid die de daling van de rente in de afgelopen veertig jaar verklaart. En dus de stagnatie van de economie en de hogere werkloosheid.

Update 3. Servaas Storm heeft uitgebreide en diepgravend kritiek op de studie van Mian, Straub en Sufi. En komt met een alternatieve verklaring voor het verband tussen toenemende  ongelijkheid en dalende rente.  Daarin speelt een grote rol het verlaten van het streven naar volledige werkgelegenheid door overheden eind jaren zeventig. Interessant en belangrijk. Zie Why the Rich Get Richer and Interest Rates Go Down.

Update 2.  Lees nu ook Maarten Schinkel: De ongelijkheid jaagt nu zijn staart achterna. Met als slot:  "de maatschappelijke ontwrichting door ongelijkheid kan veel sneller gaan dan we nu nog beseffen."

Update 1. Zie nu ook het bericht in de Financial Times: The rich get richer and rates get lower. Maybe it’s not about demographics, after all. Waarin ook kort wordt ingegaan op wat er met al dat geld gebeurt dat steeds meer bij de hoogste inkomens terechtkomt en dat niet wordt geïnvesteerd. Het wordt uitgeleend aan de overheid en aan de lage inkomenshuishoudens. Bedenk daarbij dat de overheid diezelfde middelen ook had kunnen verkrijgen door hogere belastingen voor de rijken. En bedenk dat die armere huishoudens ook graag een hoger loon hadden gehad, zodat ze zich minder in de schulden hadden hoeven te steken.

En bedenk tenslotte dat dit alles een neerdrukkend effect heeft op de totale vraag naar goederen en diensten. De overheid en de lagere inkomens moeten lenen om nog wat geld te kunnen uitgeven. Als de belastingen voor de hogere inkomens en de lonen hoger waren, dan was dat niet nodig geweest en was de totale vraag groter. En dan zouden ondernemingen meer investeren en zouden de rente en de inflatie en de economische groei hoger zijn.

We leven in een geldeconomie en in een geldeconomie is de economie een kringloop. Dat leerde ik lang geleden in de colleges van Jan Pen, die voor Groningse sociologiestudenten het bijvak economie gaf. Maar die kringloop kan worden verstoord als geld wordt "opgepot", dat wil zeggen, gespaard zonder te worden geïnvesteerd. De economie verkeert dan in een toestand van seculiere, of eeuwigdurende of langdurige, stagnatie. Met weinig of geen economische groei, lage of zelfs negatieve inflatie en lage rente. Doordat geld niet "benut" wordt, worden ook de beschikbare hulpbronnen, waaronder arbeid, niet benut. Dus hoge werkloosheid en armoede.

Een belabberde toestand, die niet zou hoeven. Meer investeren zou helpen. Waardoor gebeurt dat dan niet? Hoe te verklaren dat we de laatste decennia, zo'n veertig jaar, met lage groei, lage rente, lage inflatie en met werkloosheid hebben te kampen? 

In de nieuwe studie What explains the decline in r∗?Rising income inequality versus demographic shifts wordt dat voor de Verenigde Staten onderzocht. Het gaat daarin om twee mogelijke verklaringen. Er kan een demografische oorzaak zijn, die erin ligt dat de bevolking vergrijst en er daardoor meer gespaard wordt om pensioen op te bouwen. Maar ook de toename van inkomensongelijkheid kan een rol spelen. Want hogere inkomens sparen meer en als het aandeel hogere inkomens toeneemt, wordt er dus meer gespaard.

Het is lastig om uit te maken welke oorzaak het belangrijkste is, omdat beide ontwikkelingen zich in dezelfde tijd afspeelden. Maar in die nieuwe studie gebruiken de onderzoekers een databestand van gegevens over het huishoudinkomen en de leeftijd van het hoofd van het huishouden over de periode van 1950 tot 2019. 

Uit die (voor mij veel te ingewikkelde) analyses komt inderdaad naar voren dat de 10 procent hoogste inkomens tussen de 10 en 20 procent meer van hun inkomen sparen dan de 90 procent laagste inkomens. Dat verschil bestaat over de hele periode en neemt met de tijd toe. Maar bovendien was er tussen 1983 en 2019 een grote verschuiving in het aandeel van het inkomen naar die top 10 procent. In 2019 had de top 10 procent een aandeel dat 15 procent hoger was dan het aandeel van de top 10 procent voorafgaand aan de jaren 80.  Daar zie je dus de toename van de hogere inkomens, van inkomensongelijkheid.

De combinatie van die twee, meer sparen door hogere inkomens plus de toename van het aandeel inkomen dat naar de 10 procent hoogste inkomens gaat, verklaart dat de 10 procent hoogste inkomens in de periode tussen 1995 en 2019 3 tot 3,5 procent van het nationale inkomen meer spaarde dan voorafgaand aan de jaren 80. Dat komt overeen met 30 tot 40 procent van de totale private besparingen in dezelfde periode.

Daartegenover wijst er weinig op dat de vergrijzing een grote rol speelde, omdat er maar weinig variatie is in hoeveel verschillende leeftijdsgroepen spaarden. 

Daarom concluderen de onderzoekers dat het bovenal de toegenomen inkomensongelijkheid is die de daling van de rente in de afgelopen veertig jaar verklaart. En dus de stagnatie van de economie en de hogere werkloosheid.

Dat is voor economen een belangrijke conclusie. Want die hebben de neiging om zich niet zo te interesseren voor de inkomensverdeling. Maar de afgelopen veertig jaar leert dus dat een toename van inkomensongelijkheid macro-economische gevolgen heeft. 

Er waren natuurlijk al aanwijzingen dat inkomensongelijkheid slecht is voor (stabiele) economische groei. Zie hier en hier.

En dan hebben we het nog niet over de vele negatieve sociale en maatschappelijke gevolgen van grote inkomensongelijkheid.

zondag 29 augustus 2021

Zondagochtendmuziek - dark academia slightly obscure classical music playlist

"Anthy Oedipus" maakte een speellijst van "slightly obscure" klassieke muziek. "Intended as a playlist with somewhat underrated classical music that fits within the dark academia aesthetic. Completely arguable that Tchaikovsky isn't underrated at all, but the piece in this case sort of is." Bekijk ook vooral de schilderijen.

Elk stuk is intrigerend, misschien ook omdat je het niet zo goed kent, en de combinatie is dat nog meer.

Intrigerend is ook dat iedereen zoiets kan doen en dat dan iedereen daar naar kan luisteren. Wat een onbegrensdheid.

zondag 22 augustus 2021

Zondagochtendmuziek - ✡︎ Far Away Lands: The Medieval Sephardic Heritage

Spanje was tot eind vijftiende eeuw een smeltkroes van culturen, Moors, Christelijk en Joods. De Sefardische Joden of Sefardim leefden zeven eeuwen lang in Spanje onder het  Moorse bewind. In 1492 werden ze door de Christenen verdreven. 

The Sephardic Jews gave to their descendants a remarkable and vital tradition of secular and sacred song, passed down orally, mainly by the women of the Sephardic community. This repertoire was lovingly preserved and built upon over the centuries, new songs often adopting the musical practices of the ‘far away lands’ in which the scattered Sephardim found themselves. Music, like poetry, provides a means of preserving a culture in a way that is not tied to one location, as a settlement would be. With their songs, ballads, and romances, the displaced Jews could have with them at all times a reminder of the joys of their Spanish homeland, cruelly taken from them under the stern direction of the Inquisition.

Dit is Sefardische muziek uitgevoerd door het Ensemble Florata, opgericht door Tim Rayborn

Muziek over verre landen.

vrijdag 20 augustus 2021

Hoe krijgen we meer waarheidsgetrouwe en verdiepende journalistiek? Die meer wil dan alleen iedereen aan het woord laten?

Kan de nieuws- en informatievoorziening aan de markt worden overgelaten? Of is overheidsregulering noodzakelijk? En moet die regulering zo ver gaan dat de titel beroepsjournalist wettelijk wordt beschermd? En daarmee kwaliteitseisen aan het uitoefenen van dat beroep worden gesteld? Gekoppeld aan de invoering van wettelijk geregeld tuchtrecht? 

Dat alles vroeg ik me af in het bericht De democratie heeft goed geïnformeerde kiezers nodig. Wordt het tijd voor een wettelijke bescherming van de titel beroepsjournalist? Met als aanleiding het pleidooi van Bert van den Braak voor precies die titelbescherming: Een verantwoordelijk beroep.

Goede nieuws- en informatievoorziening heeft kenmerken van een publiek goed. Als kiezers meer toegang hebben tot waarheidsgetrouwe en verdiepende journalistiek, zullen ze beter geïnformeerd hun stem uitbrengen. En daar vaart de democratie, wij-met-zijn-allen, wel bij.

Dat pleit voor overheidsregulering. En natuurlijk is die er al. In Nederland kennen we de Mediawet van 2008. Daarin gaat het over publieke mediadiensten, die "in overeenstemming (dienen te zijn) met publieke waarden, waarbij zij voorzien in democratische, sociale en culturele behoeften van de Nederlandse samenleving." (art.2.1.2). Dat betekent onder meer dat het aanbod 

  • evenwichtig, pluriform, gevarieerd en kwalitatief hoogstaand is (art. 2.1.2a)
  •  op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving geeft en de pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen en interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied weerspiegelt (art. 2.1.2b)
  • onafhankelijk is van commerciële invloeden en, behoudens het bepaalde bij of krachtens de wet, van overheidsinvloeden (art. 2.1.2d)
  • voldoet aan hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen, die binnen deze sector gehanteerd worden (art. 2.1.2e)
Daarin valt op dat het veel gaat over pluriform en evenwichtig, waarvan je denkt dat zulks in de praktijk er vooral toe leidt dat programmamakers alle "partijen" aan het woord willen laten. En dan zie je gebeuren dat er tegenover een goed geïnformeerde deskundige iemand komt te zitten die nauwelijks een andere kwalificatie heeft dan het hebben van een "andere mening".

Dat zou moeten worden tegengegaan door die "hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen", maar die worden verder niet gespecificeerd en uitwerking ervan wordt aan de sector overgelaten. Van dat laatste komt weinig terecht, denk je, als je de website van de Nederlandse Vereniging van Journalisten raadpleegt.

Het is natuurlijk ook niet zo gemakkelijk om "waarheidsgetrouwe en verdiepende journalistiek" te concretiseren. Maar in een tijd waarin het toch wel erg schort aan waarheidsgetrouwheid en verdieping, zou dat misschien toch geprobeerd moeten worden. 

Dat zou het mogelijk moeten maken om een titelbescherming in te voeren, waardoor consumenten er verzekerd van kunnen zijn dat je bij de 'beroepsjournalistiek" terecht kunt, die niet alleen maar iedereen aan het woord wil laten, maar zich onderwerpt aan eisen van waarheidsgetrouwheid en verdieping. En daarop kan worden aangesproken.

donderdag 19 augustus 2021

Zolang een omvattende theorie, zoals de Dual Mode-theorie, nog niet algemeen ingang heeft gevonden, blijven de sociale wetenschappen in het stadium van een lappendeken van theoretische aanzetten steken

De vraag hoe te verklaren dat mensen zich pro-sociaal gedragen, kun je ook formuleren als de vraag hoe te verklaren dat mensen normen opvolgen. Dat wil zeggen, als het gaat om normen die samenwerking en vertrouwen tussen mensen mogelijk maken. Door zulke normen op te volgen, draag je bij aan het welzijn van anderen, terwijl je beter af zou zijn als je dat niet deed en wel zou profiteren van de normopvolging door anderen. Het gaat dan om situaties als die van het Gevangenendilemma uit de speltheorie. 

In een nieuwe studie wordt die vraag precies zo gesteld: Why do people follow social norms? De term pro-sociaal gedrag komt er niet in voor. En de uitdrukking moreel gedrag slechts als een terzijde. Dat wijst erop dat de sociale wetenschappen nog altijd niet het stadium van een lappendeken van verschillende theoretische aanzetten, met verschillende terminologieën, gepasseerd zijn.

Hoe dan ook, in die nieuwe studie geven de onderzoekers een kort overzicht van bestaande theorieën over normopvolging. Dat zijn de theorie van de internalisering, de theorie van de zorg om reputatie (social image concerns) en de theorie van het sociale leren. 

De eerste twee gaan nog uit van het oude idee dat mensen uiteindelijk egoïsten of opportunisten zijn en dat ze uitsluitend door invloeden van buitenaf tot normopvolging of pro-sociaal gedrag aangezet kunnen worden. Dit is de benadering van het sociale vernislaagje. Zie ook het bericht De morele luchtledigheid van het vak economie geïllustreerd aan een economisch leerboek over beleid. Internalisering is eigenlijk niet meer dan een metafoor voor een onduidelijk proces waarin iemand een bestaande norm tot een eigen standpunt "transformeert" of 'verinnerlijkt". Hoe dat precies in zijn werk zou gaan, blijft altijd onduidelijk. Ook blijft onduidelijk hoe die normen ooit zijn ontstaan. Die zijn er nu eenmaal, om door ons te worden "geïnternaliseerd". 

Iets dergelijks geldt ook voor dat idee van de zorg om reputatie. Er bestaat kennelijk gedrag waarmee je een positieve reputatie kunt verwerven, eruit bestaande dat anderen je als een betrouwbaar iemand zien waarmee je kunt samenwerken en die het waard is om zo nodig geholpen te worden. Ook hier blijft het onduidelijk waar die voordelen van samenwerking en van wederzijdse hulpverlening, en dus die reputatie, vandaan komen, anders gezegd, dat alles valt buiten de theorie.

Tenslotte is er die theorie van het sociale leren. Die heeft een behavioristische achtergrond (Skinner, Hull, Rotter), maar de auteurs laten die onvermeld. Wel verwijzen ze naar recentere bijdragen, die ook op dit blog zijn langsgekomen en die overeenkomen met de tweede stelling van mijn Dual Mode-theorie. Zie Een sociologie die ertoe doet: een realistisch normatief kader voor sociale hervormingen. Die stelling houdt in dat mensen zich bij hun "keuze" tussen gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag (stelling 1) laten leiden door welk gedrag ze in hun sociale omgeving het meeste waarnemen. In die theorie van het sociale leren zijn mensen "voorwaardelijke samenwerkers", ze zijn bereid tot normopvolging, maar vooral als genoeg anderen dat ook doen. 

Wat dat laatste betreft, is er in de literatuur een keur aan onderzoeksbevindingen, zonder, als ik het goed zie, een omvattende theorie. Dat mensen zich zo laten leiden door wat ze anderen zien doen, dat is wel onomstreden, maar waarom ze dat eigenlijk doen, blijft nagenoeg een open vraag.

Het zal geen verrassing zijn dat ik die Dual Mode-theorie beschouw als precies zo'n omvattende theorie. De evolutionaire achtergrond ervan wijst er op dat mensen zoals alle dieren erop uit zijn om zich zoveel mogelijk in een veilige omgeving te bevinden, een omgeving dus die gunstig is voor overleving en reproductie. Omdat de mens een sociale diersoort is, die voor overleving en reproductie is aangewezen op samenwerking en delen, bestaat die veilige omgeving uit een groep van vertrouwde anderen. Een groep waarin normen in het kader van dat samenwerken en delen behoorlijk goed worden opgevolgd. Anders gezegd, waarin gemeenschapsgedrag overheerst.

Als mensen in zo'n groep van vertrouwde anderen opgroeien, dan wordt hun vermogen (aanleg) tot gemeenschapsgedrag getriggerd. Maar er is ook nog dat evolutionair oudere vermogen tot statuscompetitiegedrag, dat klaar ligt om te worden uitgevoerd als de sociale omgeving onveilig is. Dat moet je jezelf verdedigen tegen het statuscompetitiegedrag van anderen. Jouw kans op overleving en reproductie hangen er dan vanaf of je hoog genoeg in de statushiërarchie terecht komt. Het is dan niet het "wij-met-zijn-allen" dat regeert, maar het "ieder-voor-zich". Er is geen normopvolging, sterker, er zijn geen normen.

Dat laatste wijst precies op de omvattendheid van de Dual Mode-theorie: hij verklaart zowel het wel of niet opvolgen van normen als het wel of niet bestaan van normen. 

Maar zolang zo'n omvattende theorie niet algemeen ingang heeft gevonden, blijven de sociale wetenschappen in dat stadium van een lappendeken van theoretische aanzetten steken.

vrijdag 13 augustus 2021

In de neoliberale fantasiewereld hoort de overheid slechts bijzaak te zijn. Maar in de echte wereld is de overheid hard nodig voor een gezond en lang leven.

Na tientallen jaren van neoliberaal beleid, waarin de markt de maat der dingen was en de rol van de overheid moest worden teruggedrongen, begint het door te dringen hoe belangrijk de overheid is, niet alleen voor een goede werking van de economie, maar ook voor het welzijn en de gezondheid van de bevolking.

We zagen al dat de door het neoliberale beleid aangewakkerde groei van inkomensongelijkheid slecht is voor de economische groei (zie hier en hier). Maar nu stapelen de aanwijzingen zich op dat het terugdringen van overheidsuitgaven, het bezuinigen, waar neoliberale politici zo veel heil van verwachtten, slecht uitpakt voor de gezondheid van de bevolking. 

Ik stond daar in 2018 al bij stil in het bericht De kleine overheid is dodelijk - Hoe de bezuinigingspolitiek in Spanje de mortaliteit opdreef. Daarin ging het niet alleen over Spanje, maar ook over Griekenland, Groot Brittannië, de Verenigde Staten en andere landen.

Nu is daar de studie Local government funding and life expectancy in England: a longitudinal ecological study bij gekomen. Daaruit blijkt dat het tussen 2013 en 2017 sterk terugdringen van overheidsuitgaven ten behoeve van lokale overheden in Engeland de levensverwachting deed afnemen. Elke £100 reductie in uitgaven per per hoofd en per jaar hing samen met een gemiddelde afname van de levensverwachting van 65-jarigen van 0,8 maand voor mannen en 1,1 maand voor vrouwen.

In de discussie van het artikel geven de onderzoekers enig inzicht in hoe die bezuinigingen die dodelijke effecten kunnen hebben gehad:

Increased mortality could be attributed to decreased spending in adult social care, housing and homelessness prevention, and environmental and regulatory services. Evidence shows that decreased spending on people aged 65 years and older has led to increased use of accident and emergency services.11 Social isolation and loneliness are now recognised as important causes of death from cardiovascular disease and stroke,24 and decreased spending on social support services might affect mortality through these pathways over short time periods. Decreased investment in housing services has been associated with the sharp rise in homelessness since 2010.25 Homelessness is viewed as a key risk factor for drug-related and alcohol-related mortality.26,27 In addition, environmental services include a broad range of services targeted at population health, including infectious-disease control, food-and-water safety, and housing standards, which affect conditions associated with higher mortality from cardiovascular, respiratory, and communicable diseases, among others.28

In de neoliberale fantasiewereld hoort de overheid slechts bijzaak te zijn. Maar in de echte wereld is de overheid hard nodig voor een gezond en lang leven.

dinsdag 10 augustus 2021

In een sociaal vluchtige maatschappij vergroot echtscheiding de kans op het ontwikkelen van een psychische aandoening

 Als je met wat afstand kijkt naar onze huidige manier van samenleven, dan valt op dat die gekenmerkt wordt door een grote mate van sociale vluchtigheid. Dat houdt in dat de stabiliteit, en dus vertrouwdheid, van ons sociale netwerk niet gegarandeerd is. In onze levensloop krijgen we te maken met verlies van relaties met vertrouwde anderen (familie, vrienden), met sociaal isolement en eenzaamheid en met het zoeken en  aangaan van nieuwe relaties. 

In de mensheidsgeschiedenis is dat een behoorlijk nieuwe toestand, die sterk afwijkt van de sociale stabiliteit en dus vertrouwdheid van de jagers-verzamelaarssamenlevingen (de Paleo Sociale Omgeving) waarin mensen verreweg het grootste deel van die geschiedenis hebben doorgebracht. Omdat wij een fundamenteel sociale diersoort zijn, die erop is ingesteld om in een vertrouwde sociale omgeving op te groeien, stelt die sociale vluchtigheid van onze huidige maatschappij ons voor grote uitdagingen. 

Dat wij fundamenteel sociaal zijn, betekent dat we hebben "geleerd" om veiligheid te associëren met het deel uitmaken van een kring van vertrouwde anderen. En dat betekent weer dat we in de problemen komen als die kring ontbreekt. Dat wil concreet zeggen dat we een psychische aandoening kunnen ontwikkelen. En op het niveau van de maatschappij betekent het concreet dat psychische aandoeningen veel voorkomen.

In de reeks berichten over psychische aandoeningen en de mismatch tussen aanleg en omgeving (hier het eerste bericht) zagen we dat al die verschillende psychische aandoeningen, die zo keurig in de DSM-5 geclassificeerd worden, een gemeenschappelijke factor lijken te hebben, met "verlies, geïntimideerd en/of vernederd en/of verraden worden - fundamentele bedreigingen van iemands fysieke en psychologische veiligheid -" als gemeenschappelijke oorzaak. En daarin herkennen we precies de uitdagingen van de sociale vluchtigheid: sociaal isolement, eenzaamheid en statuscompetitie.

Dit alles wijst erop dat de kans op het ontwikkelen van een psychische aandoening het grootst is in die fasen van de levensloop waarin die gemeenschappelijke oorzaak het vaakst de kop opsteekt. We zagen al dat dit het geval is in de fase van de adolescentie en de jonge volwassenheid, de fase waarin we de sociale veiligheid van het gezin verlaten en op zoek zijn naar nieuwe bronnen van die veiligheid. En we zagen dat het ontbreken van die veiligheid in het gezin een sterke voorspeller is van het ontwikkelen van een psychische aandoening. Beide wijzen er op dat in een sociaal vluchtige maatschappij gezinnen sterk sociaal geïsoleerd zijn. Daardoor maakt het veel uit of een gezin wel of niet sociale veiligheid verschaft. En daardoor is de fase van de adolescentie zo cruciaal in de levensloop.

Maar evenzeer maakt het daardoor veel uit of mensen wel of niet de veiligheid en vertrouwdheid van een partnerrelatie ervaren. Als er weinig andere vertrouwde relaties zijn, komt er veel neer op het wel of niet deel uitmaken van een partnerrelatie.

Precies in dat verband is er het vele onderzoek dat laat zien dat het verlies van een partnerrelatie, door echtscheiding, naast dus die fase van de adolescentie, sterk de kans vergroot op het ontwikkelen van een psychische aandoening. De nieuwe studie Relationship Dissolution and Psychopathology geeft van dat onderzoek een overzicht. 

Heel kort samengevat: hoewel ook het lijden aan een psychische aandoening de kans op echtscheiding vergroot, is er daarnaast een duidelijke bijdragen van het ervaren van een echtscheiding op de kans daarna een psychische aandoening te ontwikkelen. Uiteraard met allerlei factoren ("moderatoren") die die kans beïnvloeden, zoals of die echtscheiding zelf gewild is of niet en of er wel of niet ondersteunende vriendschapsrelaties zijn. 

Dat het verschil maakt of iemand na de echtscheiding wel of niet een nieuwe partner vindt, wijst op het grote belang van een partnerrelatie in een sociaal vluchtige maatschappij. 

zondag 8 augustus 2021

Zondagochtendmuziek - Roy Hargrove en Mulgrew Miller Blues for Mr. Hill (Live)

Jazztrompettist Roy Hargrove kwam al eens langs in de zondagochtendmuziek. Dat was in 2018 naar aanleiding van zijn overlijden. En dat was twee maanden nadat ik een optreden van hem bijwoonde in de Blue Note in New York. Samen met Nicoline, Louise en Lisa.

Nu zijn er opnamen uit 2006 en 2007 van hem uitgebracht samen met pianist Mulgrew Miller. Lees hier, in Downbeat, over de geschiedenis van die opnamen en over waarom ze nu pas worden uitgebracht. En kijk hier naar een minidocumentaire

Downbeat meldt dat co-producer Zev Feldman van Resonance Records:

first heard the groove-, blues- and swing-steeped music at the home of jazz aficionado and producer Jacques Muyal in Geneva, Switzerland. It was 2016 and Feldman had just attended the jazzahead! conference in Bremen, Germany. He was immediately transfixed by the joyful interplay between the trumpeter and pianist. He heard Hargrove’s dynamic presence and piercing melodic phrasing through their take on Cole Porter’s “What Is This Thing Called Love,” his smoky tone on the ballad “This Is Always” and the emotive blues on his original “Blues For Mr. Hill.” He also fell in love with Miller’s sparkle on Jobim’s “Triste” and his dissonant edge on Dizzy Gillespie’s “Con Alma.” Together, the two were able to transform timeless music into a living transcendence. Not bad for shows that were performed without rehearsals or sound checks.

Hier luister je naar Blues for Mr. Hill.

vrijdag 6 augustus 2021

De democratie heeft goed geïnformeerde kiezers nodig. Wordt het tijd voor een wettelijke bescherming van de titel beroepsjournalist?

In een democratie kun je de nieuwsvoorziening niet zomaar aan de markt, en dus aan het grote geld, overlaten. Dat is de titel van een bericht dat ik in 2017 schreef. Volg de link. Met daarin een verwijzing naar het bericht Door slechte media hebben we slecht geïnformeerde kiezers die slecht geïnformeerde leiders kiezen. Volg weer de link.

Het is echt de moeite waard om beide berichten (nog eens) te lezen. In het eerste kom je een verwijzing tegen naar onderzoek naar de invloed van het door mediamagnaat Rupert Murdoch gefinancierde Fox News Channel op het stemgedrag van de Amerikanen. Dat "nieuws"- kanaal geeft eenzijdige en partijdige "informatie", dat wil zeggen sterk in het voordeel van de rechtsextremistische Republikeinse partij. Het onderzoek laat zien dat het kijken naar dat kanaal inderdaad het door de financiers en makers beoogde effect heeft op het kiezersgedrag. Het Grote Geld kan dus de werking van de democratie negatief beïnvloeden. De democratie kan immers niet goed gedijen als kiezers slecht en eenzijdig geïnformeerd worden.

En dit is een citaat uit het tweede bericht:

Nu is het klagen over de media van alle tijden, maar misschien is er nu toch meer aan de hand. Want het is onderdeel van de neoliberale golf waarin we zijn terechtgekomen om te denken dat je de media kunt overlaten aan de commercie. De markt is overal goed voor en zal er dus ook wel voor zorgen dat de burgers goed worden geïnformeerd over het publieke domein.

Dat is een ernstige misvatting. Media overlaten aan de markt heeft in feite betekend dat de mediamagnaten het heft in handen hebben genomen. En die hebben hun eigen belangen.

En zijn zo machtig geworden dat ze niet alleen de berichtgeving en de politieke commentaren naar hun hand zetten, maar ook rechtstreeks de politici beïnvloeden.

En nog los daarvan, heeft de commercialisering van de media in de hand gewerkt dat er een omvangrijke amusementsindustrie kon ontstaan. Een bijkomend effect daarvan is dat de indruk wordt gewekt dat het ook helemaal niet nodig is om je goed te informeren. Wat weer de ruimte creëerde voor de populist die gemakkelijke oplossingen aandraagt en die de verpersoonlijking is van dat amusement en van de alternatieve feiten.

Dat we nu in een tijd leven waarin de democratie wordt bedreigd, heeft natuurlijk alles met deze grote misvatting te maken. 

En het roept de dringende vraag op wat we kunnen doen om deze bedreigingen het hoofd te bieden. Precies daarover gaat de column Een verantwoordelijk beroep van Bert van den Braak, bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel aan de Universiteit Maastricht, die vandaag verscheen op PARLEMENT.com.

Van den Braak bespreekt de mogelijkheid om het beroep van journalist een beschermde status te geven, een status die we al kennen voor medici, notarissen, advocaten, architecten, makelaars en rijschoolhouders. Het gaat dan om beroepen waarvan de kwaliteit van de geleverde diensten moeilijk door de afnemers zelf beoordeeld kunnen worden, terwijl tegelijk die afnemers grote risico's lopen als die kwaliteit slecht is. 

Dit is een van de bekende gevallen van marktfalen, namelijk het probleem van informatieasymmetrie. Natuurlijk zou het mooi zijn als de aanbieders van die diensten uit zichzelf moreel verantwoordelijk zouden handelen, maar de kans daarop wordt negatief beïnvloed door de algemeen heersende ideologie van de morele luchtledigheid van het domein van de markt. 

Toekenning van een beschermde status aan "beroepsjournalisten", wat op titelbescherming neer zou komen, zou allerlei voordelen kunnen hebben, die vergelijkbaar zijn met die van andere beschermde beroepen. Niet alleen kunnen kwaliteitseisen worden gesteld, maar ook kan het gedrag van de beroepsbeoefenaar door middel van tuchtrechtspraak beoordeeld worden.

Van den Braak wijst er op dat er in België wel degelijk een wettelijke bescherming van de titel beroepsjournalist bestaat. Dat wist ik niet. Ook wist ik niet dat er in Nederland ooit, in 1949, een dergelijk wetsvoorstel is ingediend. Maar dat bleef "in een la liggen", om er pas in 1960 weer uit te komen, toen het werd ingetrokken. Met als motief de toen algemeen heersende opvatting dat "zelfregulering" zou volstaan.

Nu, in 2021, moeten we die opvatting misschien eens goed tegen het licht houden. Van den Braak is nog aan de voorzichtige kant:

In een tijd van 'nepnieuws' en infotainment is alles wat kan bijdragen aan betrouwbare journalistiek, winst. Wettelijke regeling lijkt een stap te ver, maar de (reguliere) media moet dan wel de eigen verantwoordelijkheid nog beter oppakken, bijvoorbeeld door striktere scheiding van nieuws en opinie en door het voorkomen van ongewenste vermenging van presentatie en journalistiek in talkshows.

Kwalitatief goede en verantwoordelijke media zijn de beste remedie tegen nepnieuws en belangenverstrengeling. Als het daaraan schort, moeten we misschien toch maar eens die wettelijke titelbescherming overwegen.

Het voordeel van een wettelijk geregelde titelbescherming zou zijn dat het iedereen vrij staat om journalistiek werk te verrichten, maar dat het voeren van de titel "beroepsjournalist" aan voorwaarden is gebonden. Zoals die kwaliteitseisen en het zich onderwerpen aan tuchtrechtspraak.

maandag 2 augustus 2021

Hoe de menselijke hang naar egalitaire verhoudingen voortkwam uit de noodzaak van samenwerken en delen - een speltheoretische analyse van de eerste stap in de mensheidsgeschiedenis

De eerste stap van de mensheidsgeschiedenis bestond er naar alle waarschijnlijkheid uit dat jagers-verzamelaars de noodzaak gingen inzien van samenwerken en delen en daarmee van onderlinge gelijkheid. Zie De mensheidsgeschiedenis in drie stappen - 2

Die eerste stap hield in dat het gemeenschapspatroon in het onderlinge gedrag ging overheersen en dat het statuscompetitiepatroon individueel en collectief werd onderdrukt. Anders gezegd, de morele gemeenschapsintuïties van iedereen telt mee en van rechtvaardigheid, onze moraal, ontwikkelden zich zo sterk dat degenen die nog neigden naar statuscompetitiegedrag, die "de baas wilden spelen", op hun nummer werden gezet en zich neerlegden bij de bestaande, egalitaire verhoudingen. Er ontstond het gemeenschapsevenwicht waarmee de mensheid zich ging onderscheiden van de sociale structuur van de meeste andere primaten en zoogdieren, die van het statuscompetitie-evenwicht. 

Zoals bekend was er ook de tweede stap in de mensheidsgeschiedenis, de overgang van jagen-verzamelen naar landbouw, waardoor het handhaven van het gemeenschapsevenwicht sterk werd bemoeilijkt. Maar die morele gemeenschapsintuïties kennen we tot vandaag de dag en daarmee onze hang naar egalitaire verhoudingen.

Er is nu de nieuwe studie Gains to cooperation drive the evolution of egalitarianism van Paul L. Hooper, Hillard Kaplan en Adrian V. Jaeggi, die de al bestaande aanwijzingen versterkt dat die hang naar egalitaire verhoudingen inderdaad voortkwam uit de noodzaak van samenwerken en delen. De onderzoekers ontwikkelen een speltheoretische analyse van de situatie waarin jagers-verzamelaars verkeerd moeten hebben. Dat doen ze met behulp van het Hawk-Dove Game (ook wel bekend als het Chicken Game) en het Prisoner's Dilemma Game. In dat laatste spel gaat het erom dat je er door samen te werken allebei een goed resultaat boekt, maar dat de verleiding bestaat om door niet samen te werken (defecteren) er nog beter uit te komen, maar dan wel ten koste van de ander die wel samenwerkt.

Uit simulaties blijkt dan dat een Duif-strategie die het Havik-gedrag bestraft met het defecteren in het Prisoner's Dilemma, de spelers van die Havik-strategie ertoe kan bewegen om zich volgens de Duif-strategie te gaan gedragen. (Mijn uiterst vereenvoudigde samenvatting van de resultaten.) Denk bij de Duif-strategie aan gemeenschapsgedrag en bij de Havik-strategie aan statuscompetitiegedrag. Zodat vervolgens een evenwicht van egalitaire onderlinge verhoudingen ontstaat. Anders gezegd, een gemeenschapsevenwicht. 

Er is enige overeenkomst tussen het gedrag van deze Duif-strategie en dat van de degenen die in het onderzoek van Kelley en Stahelski uit 1970 aangaven dat ze er in het Prisoner's Dilemma op uit waren om samen te werken, maar wel met defecteren reageerden op defectie van andere spelers.

Hooper, Kaplan en Jaeggi laten vervolgens zien dat hun simulaties een behoorlijk goede weerspiegeling vormen van de situatie waarin jagers-verzamelaars zich bevonden van hoe ze daarop reageerden. Kortom, een interessante speltheoretische analyse van de eerste stap in de mensheidsgeschiedenis.

zondag 1 augustus 2021

Zondagochtendmuziek - Ensemble Belladonna: Chanterai D'Aquestz Trobadors...

Het Ensemble Belladonna bestaat uit de Zweedse Miriam Andersén (harp en zang), de Canadese Rebecca Bain (viool en zang) en de Duitse Susanne Ansorg (viool en rebec). Wat een rebec is, moest ik even opzoeken: In de meest bekende vorm heeft de rebec drie snaren en wordt op de arm, op de knie rustend of ertussen geklemd, of onder de kin (als een viool) bespeeld. Werd waarschijnlijk ontwikkeld uit de Arabische vedel. 

Dit is muziek van de CD Chanterai D'Aquestz Trobadors, die het Ensemble in 2011 uitbracht. 



Eerder, in 2006, was er het album Melodious Melancholye

Over het Ensemble is weinig te vinden. Hier vond ik de foto van de drie met hun instrumenten. 

En hier las ik  dat ze elkaar ontmoetten tijdens hun studie aan de Schola Cantorum Basiliensis in Bazel, Zwitserland.

Muziek van lang geleden. Maar waar je, als je er de rust en de tijd voor neemt, ook nu heel goed naar kunt luisteren. In de eerste reactie op YouTube wordt dat zo onder woorden gebracht:

Did anyone think that music then wouldn't be fun and alive and beautiful? People just like us wrote it, performed it, and gathered to listen and dance to it.