Dat zijn uitdagingen die slecht tegemoetkomen aan de menselijke behoefte aan authenticiteit, aan de behoefte om jezelf te kunnen zijn. Het onderwijs blijft nu eenmaal een setting waarin je door een molen gaat van vakken, roosters, proefwerken, huiswerkverplichtingen en examens. En de peer group nodigt uit tot een strijd om wie populair is en in die strijd kun je vaak juist niet jezelf zijn.
In de studie Happy To Be “Me?” Authenticity, Psychological Need Satisfaction, and Subjective Well-Being in Adolescence keken onderzoekers naar het belang van jezelf kunnen zijn voor het welzijn van adolescenten. De mate waarin je van oordeel bent dat je jezelf kunt zijn, werd vastgesteld met de Authenticity Scale, die eruit bestaat dat je van de volgende 12 uitspraken moet aangeven in hoeverre ze op jou van toepassing zijn:
- I think it is better to be yourself, than to be popular.
- I don’t know how I really feel inside.*
- I am strongly influenced by the opinions of others.*
- I usually do what other people tell me to do.*
- I always feel I need to do what others expect me to do.*
- Other people influence me greatly.*
- I feel as if I don’t know myself very well.*
- I always stand by what I believe in.
- I am true to myself in most situations.
- I feel out of touch with the ‘real me.’*
- I live in accordance with my values and beliefs.
- I feel alienated from myself.*
Uit het onderzoek, deels in Nederland en deels in Engeland uitgevoerd, blijkt een duidelijke samenhang tussen de mate van authenticiteit en het welzijn (gemeten aan het ervaren van positieve en negatieve gevoelens en aan de tevredenheid met het leven). Je voelt je beter als je meer jezelf kunt zijn.
Voor alle duidelijkheid, dat wijst erop dat adolescenten/scholieren dus maar beperkt zichzelf kunnen zijn. Hoogstwaarschijnlijk als gevolg van die structuren die wij aan hen opleggen, die van de school en van de groep van leeftijdsgenoten. Een (flink) deel slaagt er desondanks in om toch behoorlijk goed zichzelf te zijn, maar een ander deel lukt dat veel minder. En dat blijkt gevolgen te hebben voor hoe je je voelt. Hoe minder authenticiteit, hoe minder positieve gevoelens, hoe meer negatieve gevoelens en hoe minder tevreden met je leven.
De onderzoekers keken ook naar de samenhang met de mate waarin werd tegemoetgekomen aan de intrinsieke behoeften aan autonomie, verbondenheid met anderen en competentie. (Denk aan de zelfbeschikkingstheorie.) Het bleek toen dat degenen die meer het gevoel hadden zichzelf te kunnen zijn, ook hoger scoorden op de mate waarin aan die drie behoeften werd tegemoetgekomen.
En dat zegt dus ook iets over de beperkte mate waarin onze adolescenten een leven kunnen leiden waarin die drie fundamentele, intrinsieke behoeften kunnen worden gerealiseerd.
Want zou eigenlijk niet iedereen dat gevoel van autonomie moeten kennen, het gevoel dus van niet alleen maar te moeten doen wat anderen zeggen? En dat gevoel van verbonden te zijn met anderen? En dat gevoel van competentie, van iets te kunnen wat de moeite waard is?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten