woensdag 4 april 2018

Vernederende beoordeling als verschijningsvorm van statushiërarchie

Margriet Oostveen heeft Bijenkorf-verkopers gesproken over de grote rol van klantenbeoordelingen en doet daar in De Volkskrant verslag van. Na een klantencontact moeten verkopers de klant zien te bewegen om een vragenlijstje te beantwoorden en de verkoper een cijfer te geven.
'Je vraagt dan of ze jouw naam willen noemen. En of ze alstublieft een 9 of een 10 willen geven.'
En
'Wie niet zichtbaar negens of tienen binnen harkt, heeft bij zijn eigen beoordelingsgesprek iets uit te leggen.' Ze voelen zich dus gedwongen bij klanten om negens en tienen te bedelen. 'Ontzettend gênant.'
Op basis van die klantenbeoordelingen is er maandelijks een 'tien-minutengesprek' met de direct leidinggevende en daarnaast twee keer per jaar een 'performance management-gesprek' met hoger management. Van de uitslag van al die beoordelingen en gesprekken hangt mede je beloning af. En natuurlijk je kans op verlenging van je tijdelijke aanstelling of, misschien ooit, je vaste aanstelling.

De Bijenkorf liet Margriet Oostveen weten dat dit alles 'tegenwoordig zeer gebruikelijk' is.

En dat klopt. Ik herinner me de verkoper in een telefoonwinkel enkele jaren geleden, die mij uitstekend hielp bij het uitzoeken van een nieuwe telefoon. Het was 's ochtends vroeg, nog rustig in de winkel en we raakten wat aan de praat. Maar wat me opviel was dat hij tot drie, vier keer toe herhaalde dat hij vader was van drie dochters.

Bij het weggaan vroeg hij me of ik op de website van de winkel de klantbeoordeling wilde invullen. Ik begon toen te begrijpen waarom hij dat vaderschap van drie dochters zo benadrukte. Dat goede huisvaderschap diende als tegenwicht, of zelfs als protest, tegen de vernederende positie waarin hij als werknemer terecht was gekomen. Een positie waarin zijn verantwoordelijkheidsgevoel werd ontkend en waarin hij zichzelf bij elk klantcontact opnieuw moest bewijzen. En waarin hij met zijn collega's van dag tot dag moest concurreren, want als hij geen negens of tienen scoorde, dan deden anderen dat wel.

Het is niet een op zichzelf staand verschijnsel. Deze praktijk is mogelijk geworden door de digitalisering, waardoor informatieverzameling goedkoop is geworden.

Maar de achterliggende oorzaak is gelegen in de algehele verzwakking van de positie van de werknemer. En dat proces is begonnen toen onze regeringen het neo-liberalisme gingen omarmen. En daarmee het beleidsdoel van de volledige werkgelegenheid aan de kant zetten. De arbeidsmarkt moest een markt worden als alle andere.

Risico's moesten minder door de werkgever en meer door de werknemer worden gedragen. Flexibilisering en lage lonen zouden goed zijn voor de bedrijven en dus goed voor de economie. Om mensen toch te prikkelen om banen te accepteren, was het nodig om de sociale zekerheid te verschralen. Minder genereuze werkloosheidsuitkeringen en het recht op bijstand afhankelijk van het leveren van een tegenprestatie.

Daarmee werd de deur opengezet voort de vernederingen van de statushiërarchie. Want de machtsongelijkheid werd vergroot. Het bestaan wordt onzekerder en dus wordt je afhankelijker van anderen. Van direct leidinggevenden, die kijken of je wel genoeg negens en tienen haalt. Van werkmeesters, die controleren of je je wel voldoende inzet bij het leveren van die tegenprestatie. Waardoor je ook in concurrentie komt te staan met je collega's en lotgenoten.

En tegenover die afhankelijkheid staat de macht van de bovenliggende partij, die kan worden misbruikt.

We zijn kennelijk vergeten dat die volledige werkgelegenheid, de sociale zekerheid en de verzorgingsstaat ook bedoeld waren om machtsongelijkheid tegen te gaan. En om rechtszekerheid te garanderen.

Om je heen kijkend, zie je tegenwoordig meer dan goed is de sociale verschijningsvormen van de statuscompetitie en de statushiërarchie.

Geen opmerkingen: