Dat wij groepsdieren zijn, wil zeggen dat we er als gevolg van onze evolutionaire geschiedenis op zijn ingesteld om op te groeien en ons te bewegen in een groep van vertrouwde anderen.
In zo'n groep werken we samen en delen we de beschikbare middelen. En hebben we een gezamenlijke geschiedenis, die eraan bijdraagt dat we de onderlinge relaties als vanzelfsprekend accepteren. Daardoor is de onderlinge (status-)competitie afwezig of neemt hij onschuldige vormen aan, zoals die van spel en wat we tegenwoordig sport noemen. Wat de ruimte creëert om jezelf te kunnen zijn, want je hoeft je niet beter voor te doen dan je bent. Er zijn redenen om te denken dat het leven in zo'n groep van vertrouwde anderen het zinvolle leven is. Zie Gedachten over de positieve gezondheidseffecten van een zinvol leven.
Maar in onze huidige maatschappij is zo'n groep van vertrouwde anderen (familie, vrienden) er nog maar beperkt. Niet alleen is hij voor de meesten van ons nog maar klein van omvang (vandaar de problemen van het sociale isolement van gezinnen en van eenzaamheid), maar ook hebben we daarnaast contacten met anderen met wie we niet of veel minder vertrouwd zijn. Dat zijn de vluchtige contacten of "zwakke bindingen" of "kennissen".
We weten al dat je veel van die vluchtige contacten kunt hebben, terwijl je toch eenzaam bent. Wat eenzaamheid betreft, kunnen we dus het gemis aan die vertrouwde contacten niet compenseren door vluchtige contacten.
Maar het is ingewikkeld, want toch blijken die vluchtige contacten iets toe te voegen aan ons geluksgevoel. Mij lijkt dat je dat moet opvatten als een aanwijzing dat voor de meesten van ons die kring van vertrouwde anderen te klein is. We zoeken naar meer en vinden dat een beetje door die contacten aan de rand van onze groep.
Maar je zou verwachten dat we de voorkeur geven aan de omgang met die vertrouwde contacten. Omdat we daarin meer ons zelf kunnen zijn.
En precies dat komt uit het nieuwe onderzoek Hedonic Benefits of Close and Distant Interaction Partners: The Mediating Roles of Social Approval and Authenticity.
Het onderzoek werd uitgevoerd met behulp van de Experience Sampling Method, die inhield dat een groep van 178 studenten gedurende twee weken vier maal per dag op toevallige tijdstippen een mail ontvingen met een kort vragenlijstje over de laatste interactie die ze daar voor gehad hadden en over hoe goed of slecht ze zich voelden. Dat laatste gebeurde met behulp van de Positive and Negative Affect Schedule .Zo ontstond een bestand van bijna 7000 korte verslagen van sociale interacties. (Natuurlijk had je liever een bredere groep gehad dan alleen studenten.)
De onderzoekers konden vervolgens laten zien dat de studenten zich beter hadden gevoeld in contacten met vertrouwde anderen dan in vluchtige contacten.
En waardoor voelden ze zich beter? Doordat ze meer het gevoel hadden te worden geaccepteerd (meer gerespecteerd worden, aardiger gevonden worden) en meer het gevoel hadden zichzelf te kunnen zijn (trouw aan zichzelf, niet beïnvloed, trouw aan eigen principes en waarden).
Ook een klein en beperkt onderzoekje kan dus zomaar uitwijzen dat wij nog steeds die sociale diersoort zijn die zich graag omgeven voelt door vertrouwde anderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten