We zijn zo'n 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog getuige van een golf van opkomend rechts-extremisme. Die golf bestaat er niet alleen uit dat rechts-extremistische partijen tot het politieke landschap zijn gaan behoren, maar ook uit het naar rechts opschuiven van middenpartijen.
Dat is eigenlijk niet een verrassende ontwikkeling. Want we hebben een grote financiële crisis achter de rug en onderzoek wijst uit dat in de periode 1870-2014 zulke crises steevast gepaard zijn gegaan met een opleving van rechts-extremisme. Zie Meer rechts-extremisme na financiële crises - niet na economische crises.
Alles wijst erop dat dit verband veroorzaakt wordt door de door zulke crises aangewakkerde bestaansonzekerheid. In een kapitalistische maatschappij zijn we voor ons bestaan afhankelijk van inkomen uit arbeid en een financiële crisis doet zekerheden over geld en werk wankelen.
Rechts-extremistische partijen profiteren van die toegenomen bestaansonzekerheid door succesvol naar vermeende "vijanden" of zelfs "vijanden van het volk" te wijzen. Dat zijn interne vijanden: de "politiek-correcte elites", de minderheden en de uitkeringstrekkers, en de externe: de vluchtelingen en de migranten.
De aanwijzingen voor het verband tussen bestaanszekerheid en rechts-extremistische opvattingen stapelen zich op. Zie Beleid dat bestaansonzekerheid zaait, oogst rechts-extremisme, Ongelijkheid verhoogt de Sociale Dominantie Oriëntatie en daarmee racisme, seksisme en anti-immigranten- en anti-uitkeringstrekkerssentiment en Meer over baanonzekerheid en rechts-extremisme.
Daar is nu onderzoek in Duitsland bijgekomen naar de kenmerken van mensen met sympathie voor de rechts-populistische partij AfD: Einstellung und sozialeLebenslageEine Spurensuche nach Gründen fürrechtspopulistische Orientierung,auch unter Gewerkschaftsmitgliedern. Een mooie samenvatting geeft de powerpoint van de presentatie op de persconferentie: WER WÄHLTRECHTSPOPULISTEN?
Op grond van een online vragenlijst onder een representatieve steekproef van tegen de 5000 inwoners van Duitsland komen de onderzoekers tot de conclusie dat het niet zozeer de objectieve economische positie is die de sympathie voor de AfD verklaart, maar veeleer de angst voor sociale daling (statusangst), die weer blijkt samen te hangen met de indruk dat men er in vergelijking met de eigen ouders op achteruit is gegaan. Daar komen grotere zorgen bij over de eigen toekomstige financiële positie en die van de kinderen.
Die onzekerheid gaat bovendien samen met meer egoïsme, minder vertrouwen in anderen, een autoritair wereldbeeld en een anti-vreemdelingensentiment.
Het is helaas een bekend en vertrouwd beeld dat naar voren komt. Hoog tijd dat politici er meer van doordrongen raken hoe belangrijk bestaanszekerheid als beleidsdoelstelling is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten