Het blijkt dat bij de keuze van de groep collega-CEO's waarmee de beloning wordt vergeleken, vooral wordt gekeken naar bedrijven die groter zijn, meer omzet hebben of meer klanten bedienen. Een referentiegroep dus met een positieve bias. Daardoor ontstaat een haasje-over effect. Iedereen vergelijkt zich met meerverdieners en gaat er daardoor in beloning op vooruit. Daardoor komen er nog weer meer veelverdieners, die weer als referentie fungeren voor minderverdieners. Enzovoort.
En zo is het sociale proces in werking getreden waardoor de verschillen in beloningen binnen bedrijven zo sterk zijn gestegen.
Hier is duidelijk het sociale mechanisme van de statuscompetitie werkzaam. Het gaat niet meer om bedragen die mensen nodig hebben om rond te komen of om een comfortabel leven te leiden. Is het leven met de 1,5 miljoen, de beloning die ING-topman Hamers kreeg, minder comfortabel dan het leven met de 3 miljoen die hij gaat krijgen?
Nee natuurlijk. Het gaat erom dat je als je topman bent, ook de status wilt die daarbij hoort. En dan voldoen niet meer de uiterlijkheden van het dure pak, de dure auto en het luxueuze office. Je moet op borrels een bedrag kunnen laten vallen waarmee je met de anderen kunt meedingen. Elk bedrag dat lager is dan je gesprekspartner is dan, althans in die kringen, een handicap. Stevo Akkerman omschrijft dat proces mooi in Trouw:
Hij was het lulletje rozewater geworden onder de collega’s. Niet dat ze het openlijk lieten merken, maar de indirecte signalen konden hem moeilijk ontgaan.Het gaat hier om gewichtigdoenerige heren, maar het proces is hetzelfde als dat wat zich op veel schoolpleinen afspeelt. Dan noemen we dat pesten. Hamers moet nu 3 miljoen, omdat hij anders gepest wordt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten