dinsdag 8 juli 2014

Slagen stadsbewoners er in om hun eigen "dorp" te creëren? En tegen welke "prijs"?

Nu meer dan de helft van de wereldbevolking in steden woont, wordt de vraag dringender wat het wonen in de stad voor het sociale leven betekent. Gaat met de doorgaande verstedelijking ons sociale leven er op achteruit? Wordt onze sociale omgeving anoniemer?

Nieuw onderzoek, de studie The scaling of human interactions with city size (pdf), nu verschenen in de Journal of the Royal Society Interface, lijkt uit te wijzen dat het wel meevalt. (SpiegelOnline besteedt er vandaag aandacht aan.) De onderzoekers analyseerden mobiel telefoonverkeer in stedelijke gebieden in Portugal en Engeland en gingen na wat de effecten waren van de mate van stedelijkheid. Omdat dorpsbewoners in de bestanden ontbraken, kunnen ze dus alleen iets zeggen over of het iets uitmaakt of je in een kleine of grotere stad woont.

Het blijkt dan dat met de toename van de bevolkingsomvang van de stad waar je woont, ook het aantal contacten dat je hebt, toeneemt. Dat wil dus zeggen, het aantal anderen waar je telefoonverkeer mee uitwisselt. Daar mee neemt ook de totale hoeveelheid communicatie toe, in termen van aantal gesprekken en de totale tijd daaraan besteed. De omvang van het sociale netwerk lijkt dus groter te zijn in grotere steden dan in kleinere steden. Om een idee te geven van de grootte van het effect: bij een verdubbeling van de grootte van de stad neemt het aantal contacten gemiddeld met 12 procent toe. Anders dus dan je op het eerste gezicht zou denken.

Je zou je nog kunnen afvragen of die netwerken in de grotere steden minder dicht zijn, in de zin dat je wel veel contacten hebt, maar dat die contacten elkaar niet kennen. Dichtheid wordt vaak gezien als een kenmerk van sociale netwerken van dorpsbewoners: niet alleen ken je de anderen, maar die anderen kennen elkaar ook. In de Engelstalige literatuur heet dat een close-knit community. Het tegenovergestelde daarvan is een gefragmenteerd netwerk.

Maar dat gaat niet op. De netwerken van de grote stadsbewoners bleken even dicht te zijn dan die van de bewoners van de kleinere steden. De contacten waarmee ze belden, belden ook veel met elkaar. Blijkbaar slagen de grote stadsbewoners er goed in om hun eigen "dorp" te creëren. In een grote stad blijken dus veel  "dorpen" te bestaan. Uiteraard hoeven die "dorpen" geen ruimtelijke concentratie te hebben en die hebben ze ook niet, tenminste niet zoals die van fysieke dorpen.

Maakt het dan voor het sociale leven geen verschil waar je woont? Dat is nog niet zomaar te concluderen. Want nog er van afgezien dat dorpsbewoners in dit onderzoek ontbreken, valt op dat die grotestadsbewoners zo veel bezig zijn met communicatie, dus met het onderhouden van die vele contacten die ze hebben. Dat kán er op duiden dat die contacten precair zijn, minder vanzelfsprekend. Ze kunnen ook weer wegvallen en dus doe je er goed aan om je daar tegen in te dekken en te proberen om meer contacten te onderhouden dan je anders zou doen. Je voelt je genoodzaakt om een soort sociale reserve in stand te houd, uit vrees voor verlies.

Dat zou er op kunnen duiden dat de sociale contacten van de grote stadsbewoners minder stabiel zijn. De kans dat ze weer wegvallen zou dan groter zijn dan in kleinere steden en in dorpen.

Of dat zo is, kan dit onderzoek niet uitwijzen. Aanwijzingen in deze richting komen wel uit ouder onderzoek. Ik doel op de studie Urban-rural differences in helping friends and family members (betaalpoort) van Paul Amato. Daaruit blijkt dat stadsbewoners meer hulp uitwisselen met vrienden dan dorpsbewoners, maar ook dat dat er vooral uit voortkomt dat ze gemiddeld verder van hun familie wonen. Ze zijn dus meer op vrienden aangewezen. Ook lijkt het uitwisselen van hulp tussen stadsbewoners meer berekenend te zijn, in de zin van "voor wat hoort wat". Dat wijst er inderdaad op dat het om meer precaire contacten gaat.

Misschien is juist dat het grote verschil tussen het sociale leven van het dorp en dat van de (grote) stad. Stadsbewoners hebben niet minder, nee, zelfs meer, sociale contacten, maar ze kunnen er minder op bouwen en vertrouwen.

En dat zou weer verklaren dat het stadsleven de kans op mentale stoornissen vergroot en dat dat verband zelfs sterker wordt. En dat het opgroeien in de stad nadelen heeft.

Kortom, we slagen er in de stad toch nog behoorlijk in om ons eigen "dorp" te creëren, maar tegen welke "prijs"?

Geen opmerkingen: