woensdag 25 juni 2025

Een lange weg naar een sociaalwetenschappelijk zicht op mensen en samenleving -8- In 1965 ging ik sociologie studeren. Wat ging daaraan vooraf? - 6 -

Wat er natuurlijk ook aan mijn studie sociologie voorafging, was mijn loopbaan in het voortgezet onderwijs. Die speelde zich af aan het Openbaar Lyceum in Heerenveen, ruim een half uur fietsen van Akkrum. Het begin daarvan was moeizaam. Ik dagdroomde afwisselend over een toekomst als profvoetballer, met Heerenveen-speler Abe Lenstra als idool, en als kunstschilder. Huiswerk maken stond me tegen. Meteen in de eerste klas bleef ik zitten. 

Daarna begon het tot me door te dringen dat wat ik verder ook met mijn leven wilde, het maar beter was om een diploma te halen. En ik begon me voor sommige vakken te interesseren, waarbij het hielp dat er een paar goede leraren waren. In 1963 haalde ik mijn HBS-B diploma. Bij de diploma-uitreiking bleek dat ik van de school de beste leerling Duits was, want de leraar had mij uitgekozen om het door de Duitse ambassade voor dat jaar uitgekozen boek in ontvangst te nemen ("In Anerkennung besonderer Leistungen in der deutschen Sprache"). Dat boek, Stefan Andres, Novellen und Erzählungen, heb ik nog altijd in de kast staan, maar eerlijk gezegd nooit gelezen.

Het was de tijd van de opkomende jeugdcultuur. Er was een relletje in Heerenveen na de vertoning van de film Blackboard Jungle met muziek van Bill Haley (Rock Around the Clock). De redactie van het regionale dagblad de Friese Koerier, in 1969 opgegaan in de Leeuwarder Courant, wilde een jongerenpagina beginnen en vroeg de leraar Nederlands van het Openbaar Lyceum om leerlingen voor te dragen die de redactie van die pagina zouden vormen. Zo belandde ik in de redactie van die jongerenpagina. We vergaderden in een van de redactielokalen van de krant aan de Lindegracht in Heerenveen. De Friese Koerier was in 1952 opgericht en had abonnees in het midden en zuidoosten van Friesland en in de kop van Overijssel. Het had landelijke bekendheid door de hoofdredacteuren Fedde Schurer, die ook Tweede Kamerlid was voor de PvdA, en Laurens ten Cate. Bekende redacteuren waren de romanschrijver Rink van der Velde en Hylke Speersta. Luister ook deze aflevering van Het spoor terug

Voor die jongerenpagina schreef ik boekrecensies en gedichten. En toen ik in militaire dienst was, berichten van een dienstplichtig soldaat uit La Courtine, die naar stijl sterk waren beïnvloed door het in 1963 verschenen Op weg naar het einde van, toen nog, Gerard Kornelis van het Reve. In de zomermaanden voor en na die militaire dienst nam de krant mij aan als jongste verslaggever. Dat was een leerzame tijd. Ik maakte fouten en kreeg dat te horen. Ik leerde er om onder tijdsdruk ook voor de gewone krantenlezer begrijpelijke teksten af te leveren, met gepaste gebruikmaking van clichés. Puberale neigingen om origineel te willen zijn, leerde ik te onderdrukken. Clichés moesten juist niet worden vermeden. 

Aan het eind van die tweede periode bij de krant kreeg ik te horen dat ik ook wel mocht blijven. Laurens ten Cate hield mij voor hoe ik een journalistieke carrière zou kunnen opbouwen: ik moest een jaar naar Berlijn, een jaar naar Parijs en een jaar naar Londen. Ik zag praktische problemen opdoemen en was sceptisch, ook al omdat ik wist dat hij dat zelf niet had gedaan. 

Maar bovendien had ik toen al besloten om sociologie te gaan studeren. De studeerkamer leek beter bij mij te passen. Wordt vervolgd.

Geen opmerkingen: