donderdag 3 maart 2016

Mannen, mannelijkheid en statuscompetitie - en weer over Donald Trump

Vrouwen kunnen er ook wat van, maar statuscompetitie is toch op de eerste plaats een mannending.

Een manier waarop de strijd om status wordt uitgevochten bestaat er uit de eigen statuspositie te bevestigen of te verhogen door anderen te beledigen, te kleineren of te pesten. En dat dat vooral een mannending is (maar nogmaals, vrouwen zijn er niet vrij van), blijkt er uit dat veel van die beledigingen aantastingen zijn en als aantastingen zijn bedoeld van iemands zelfbeeld van mannelijkheid en mannelijke eer.

Statuscompetitie is tussen mensen altijd wel aanwezig, zij het vaak op de achtergrond. Als hij op de voorgrond staat, dan noemen we dat wel een eercultuur (culture of honor). Die term wordt gebruikt door Dov Cohen, Richard Nisbett en anderen, die daarmee de statuscompetitiecultuur van de zuidelijke Verenigde Staten aanduiden. Denk als voorbeeld aan het fraaie onderzoek Field experiments examining the culture of honor: The role of institutions in perpetuating norms about violence.

Èn vergis ik me nou met te denken dat je in de televisiedebatten tussen de Republikeinse presidentskandidaten, met Trump in de hoofdrol, die eercultuur volop in werking ziet? Dat de Republikeinse partij in de zuidelijke staten de meeste stemmen trekt, lijkt geen toeval.

Er is nu een mooi onderzoekje naar de rol van beledigingen en kleineringen en aantastingen van mannelijkheid (slurs) in die eercultuur: Slurs against masculinity: masculine honor beliefs and men's reactions to slurs. Zo vind je daar deze korte omschrijving van wat het betekent om je volgens die eercultuur te gedragen:
full realization of masculine honor as defined in the American South would require that men act bravely, assert their masculinity, have been socialized about the norms dictating masculine honor, hold their masculine honor beliefs as core moral values, act to defend others from threats, act to defend themselves from insult, and be firmly connected to family and community.
In het onderzoek werden mannen ondervraagd over hoe erg ze het zouden vinden om beledigd en gekleineerd te worden en hoe groot de kans zou zijn dat ze daar met fysiek geweld op zouden reageren. Ik citeer even de omschrijving van de zes soorten beledigingen waar het om ging:
Homophobic slurs consisted of faggot, queer, homo, and cocksucker. Feminine slurs consisted of bitch, pussy, cunt, and woman. Bravery slurs consisted of coward, wimp, sissy, and yellow. General personality slurs consisted of asshole, loser, dickhead, and douchebag. Intelligence slurs consisted of retard, dumbass, idiot, and moron. Physical slurs consisted of fat ass, weakling, tiny, and ugly
Het blijkt dan dat de homophobic, de feminine en de bravery beledigingen in de rangorde bovenaan staan. Voor homo, vrouw of lafaard te worden uitgemaakt, dat is in de eercultuur wel het ergste wat je gezegd kan worden en daar moet je dus het meest agressief op reageren, om je eer te verdedigen.

En verder blijkt dat degenen die het hoogst scoren op de Masculine Honor Beliefs Scale ook aangeven zich het meest beledigd te voelen en met het meeste fysieke geweld zouden reageren. Die schaal bestaat uit 35 stellingen waarvan je moet aangeven in hoeverre je het er mee eens of oneens bent. Voorbeelden zijn (in mijn vertaling):
  • Een man moet niet bang zijn om te vechten
  • Het is voor een man belangrijk om masculiener (mannelijker) te zijn dan andere mannen
  • Als kind is mij geleerd dat jongens zich altijd moeten verdedigen
  • Je zou een man prijzen die gewelddadig reageert op een belediging
  • Een man heeft de verantwoordelijkheid om zijn gezin te verdedigen
  • Als een man wordt beledigd, dan wordt zijn mannelijkheid beledigd
  • Voor een man hoort zijn gezin de hoogste prioriteit te hebben
Een baanbrekend onderzoek is het niet, maar het voegt wel weer iets toe aan ons inzicht in wat statuscompetitie inhoudt en welke vormen dat gedragspatroon kan aannemen.

En bedenk dat narcisten, met hun zucht tot beledigen van anderen, juist in een statuscompetitiecultuur gedijen en er op gebrand zijn om aan de top te komen. Zie Donald Trump en andere narcisten in de politiek. En zie Foute leiders vergeleken.

Update. Zie nu ook Een les in laatdunkendheid, waarin Joël van der Weele ingaat op een andere vorm van statuscompetitiegedrag: neerzien op anderen (laatdunkendheid). Met een link naar deze website, waar alle beledigingen van Trump zijn, nee, worden bijgehouden.

Update. En zie nu hier hoe Trump zijn mannelijkheid verdedigt: Trump Defends Manliness in Debate Centering on Rivals' Attacks. Je zou er om lachen als het niet zo treurig was.

Geen opmerkingen: