Als je wel over die oorzaken nadenkt, dan zou je, zoals ik, op het idee kunnen komen dat pesten een onderdeel is van het sociale gedragspatroon van de statuscompetitie. Bij statuscompetitie gaat het er om dat we elkaar als onderlinge concurrenten zien, in de strijd om status, aandacht, populariteit, ja, zelfs macht. Die strijd kan een rangorde doen ontstaan, waarin overheersing de vorm van pesten kan krijgen en onderwerping de vorm van het daarin berusten, die van het slachtofferschap. Daarmee ontstaat de mogelijkheid om jezelf te verheffen door een ander te vernederen.
Kom, laten we onder ogen zien dat we allemaal, de een meer, de ander minder, dat patroon kennen. Maar het is niet onvermijdelijk dat zulk gedrag ontstaat. De kans er op is kleiner als mensen meer onderling afhankelijk zijn, waardoor er samenwerking wordt uitgelokt, en wanneer mensen meer onderlinge vertrouwdheid hebben opgebouwd. Wat die vertrouwdheid betreft, als mensen elkaar beter kennen, dan ervaren ze elkaar minder als een mogelijke bedreiging. En dan is die strijd om status niet meer nodig.
In dat bericht waar ik hierboven naar link pleitte ik er daarom voor om ons onderwijs zo vorm te geven dat leerlingen in hun sociale omgeving meer onderlinge vertrouwdheid ervaren. Leerlingen horen elkaar goed te kennen. Dat zorgt voor een beter sociaal klimaat.
Dat pleit voor kleine scholen, ook al omdat die een kleiner rekruteringsgebied hebben, waardoor de kans groter is dat leerlingen elkaar ook al kennen van omgang buiten de school. (Daarnaast pleit ik ook voor leeftijdsmenging, maar daar gaat het nu even niet over.)
Er is nu nieuw onderzoek dat aantoont dat leerlingen inderdaad minder pesten als ze elkaar beter kennen of leren kennen, Het gaat om het onderzoek Peers in Proximity. New Perspectives on Interpersonal Processes in the Classroom, waarop Yvonne van den Berg vandaag in Nijmegen promoveerde. Onderdeel van dat onderzoek is een veldexperiment waaruit bleek dat je het pesten kunt verminderen als je pester en slachtoffer in het klaslokaal dichter bij elkaar plaatst. Ze leren elkaar daardoor na verloop van tijd beter kennen, waardoor hun relatie verbetert en het pesten afneemt. Het onderzoek heeft de media gehaald. Hier is het bericht dat de Volkskrant er vanochtend aan wijdde.
Ik vind het prachtig onderzoek. Omdat het ons wijst op het belang van het zoeken naar mogelijke oorzaken van pesten. We schieten nog veel te veel in de instructiereflex als we een sociaal probleem willen oplossen. Mensen doen iets wat ze zouden moeten nalaten en dan willen we dat oplossen door hen er op te wijzen dat het niet goed is wat ze doen. En dus komen er anti-pestprogramma's. Maar als je weet dat pesten een vorm van statuscompetitie is en dat het meer voorkomt bij weinig onderlinge vertrouwdheid, dan ga je, veel beter, iets aan die oorzaak doen.
Door zoals in dit onderzoek pester en slachtoffer dichter bij elkaar in de klas te zetten.
Maar de echte strekking is natuurlijk veel breder. Want die is dat we toch eigenlijk vreemd bezig zijn met onze kinderen naar scholen te sturen waar ze elkaar niet of nauwelijks kennen. Kinderen hebben veel meer een vertrouwde sociale omgeving nodig dan we beseffen. Vandaar dat dit onderzoek ook een ondersteuning is van het pleidooi om iets aan de schoolgrootte te doen. Scholen moeten kleiner en dichter bij huis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten