Opvallend is dat de onderzoekers deze toename als positief beoordelen en het betreuren dat hij geringer is voor lager-opgeleiden. (Update. En opvallend is dat ze dat zonder enig argument en kennelijk gedachteloos doen.) Dat deze ontwikkeling laat zien hoe het sociale isolement van gezinnen is voortgeschreden en dat zulks voor kinderen ongunstig is, dat komt niet bij de auteurs op.
Want hoe zou het komen dat ouders zoveel meer tijd aan hun kinderen zijn gaan besteden? Zouden ze dan in 1960 hun kinderen zo verwaarloosd hebben?
Onzin, natuurlijk. Ze besteden meer tijd doordat er minder anderen dicht in de buurt zijn die een handje helpen. Grootouders, familie, vrienden, buren die je kent. Of die gewoon aanwezig zijn en waar kinderen binnen kunnen lopen. Of die op straat een oogje in het zeil houden, zodat kinderen buiten kunnen spelen.
Kinderen hebben juist veel contacten met vertrouwde anderen buiten het eigen gezin broodnodig voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor hun gevoel van veiligheid, de ontwikkeling van hun pro-sociale gedrag en hun vertrouwen in andere mensen. Zie de berichten op dit blog over het sociale isolement van gezinnen.
Update. En natuurlijk de berichten over het belang van de buurt. En die over het belang van grootouders.
Kinderen hebben juist veel contacten met vertrouwde anderen buiten het eigen gezin broodnodig voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Voor hun gevoel van veiligheid, de ontwikkeling van hun pro-sociale gedrag en hun vertrouwen in andere mensen. Zie de berichten op dit blog over het sociale isolement van gezinnen.
Update. En natuurlijk de berichten over het belang van de buurt. En die over het belang van grootouders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten