dinsdag 15 november 2016

Competitieve videogames versterken agressieve gevoelens en daardoor meer agressief gedrag

Mensen zitten zo in elkaar dat ze zowel in staat zijn tot gemeenschapsgedrag (pro-sociaal gedrag) als tot statuscompetitiegedrag. En te verwachten valt dat ze meer voor het ene dan wel het andere gedrag kiezen, hoe meer ze dat gedrag in hun omgeving waarnemen (Dual Mode-theorie).

Nu is er naast de "echte" omgeving ook de kunstmatige omgeving waar mensen zich in begeven als ze videogames spelen. De vraag is dan of het competitie-element in zulke videogames er ook toe leidt dat mensen die daar veel tijd aan besteden, competitiever worden.

Eerder onderzoek wijst er op dat dat inderdaad zo is. We zagen dat het veel spelen van competitieve videogames adolescenten agressiever maakt. Zie het bericht Niet het geweld, maar de competitie, in video games maakt adolescenten agressief.

Dezelfde onderzoekers komen nu in een nieuwe studie (The Longitudinal Association Between Competitive Video Game Play and Aggression Among Adolescents and Young Adults) tot hetzelfde resultaat.

Ze volgden een groep van jongvolwassenen en een groep van adolescenten gedurende vier jaar, waarbij ze hen jaarlijks ondervroegen. Het blijkt dan dat de mate van fysiek en verbaal agressief gedrag in het vierde jaar, uiteraard, sterk voorspeld wordt door de mate van agressief gedrag in de voorgaande jaren. Maar tegelijk is er een, geringere, maar significante invloed van hoeveel tijd er in die voorgaande jaren is besteed aan het spelen van competitieve videogames. Waarbij het overigens geen verschil maakt of die games gewelddadig zijn of niet. Het gaat om het competitie-element.

Bovendien laten de onderzoekers zien dat er een tussenliggende factor is, namelijk de mate van agressieve gevoelens. Die werden gemeten met een verkorte versie van de Buss en Perry Aggression Questionnaire, waarvan je hier de volledige versie kunt bekijken. Het gaat om uitspraken als "Soms voel ik me een vaatje buskruit dat op het punt staat te ontploffen" en "Ik vraag me af waarom ik me soms zo woedend voel over dingen", waarvan je moet aangeven in hoeverre ze op jou van toepassing zijn.

Mensen zijn tegelijk de meest zachtaardige en de meest kwaadaardige diersoort op aarde. Het is dus van groot belang om die zachtaardige kant zoveel mogelijk te versterken en die kwaadaardige kant zoveel mogelijk de kop in te drukken.

Maar het bestaan en de bloei van die bedrijfstak van competitieve videogames (en van competitieve televisieprogramma's) wijst er op dat we ons daar met zijn allen niet voldoende van bewust zijn.

Geen opmerkingen: