We zagen dat er aanwijzingen zijn dat rijkeren zich minder pro-sociaal gedragen of als ze dat wel doen, dat hun pro-sociale gedrag meer strategisch en berekenend van aard is. Zie Hogere status maakt mensen minder pro-sociaal en Pro-sociaal gedrag van mensen met hogere status is meer strategisch en berekenend.
Daar kunnen we nu aanwijzingen aan toevoegen dat rijkeren minder aandacht hebben voor andere mensen. Aanwijzingen dat anderen voor hen minder de moeite waard zijn om je voor te interesseren.
In de nieuwe studie Social Class and the Motivational Relevance of Other Human Beings. Evidence From Visual Attention werd dat op verschillende manieren onderzocht.
Zo vroegen de onderzoekers in New York voetgangers om een blokje om te lopen met een Google Glass, een draagbare computer in de vorm van een bril. Zo konden ze vaststellen hoe lang ze naar voorbijgangers keken (in plaats van naar gebouwen of andere fysieke objecten). Het bleek toen dat degenen die zich meer tot de rijkeren rekenden minder lang naar andere voorbijgangers keken.
Datzelfde bleek het geval te zijn als je mensen straatscenes laat bekijken en hun oogbewegingen registreert.
En tenslotte lieten ze proefpersonen plaatjes bekijken van gezichten en objecten, waarin kleine veranderingen optraden. Toen bleek dat de rijkeren (hogere statusgroepen, hogere opleiding ouders, hoger inkomen) meer tijd nodig hadden om veranderingen in de gezichten op te merken dan de middenklasse en armeren. Terwijl er wat het opmerken van veranderingen in de objecten geen verschil was.
Zie het plaatje, waarin afgebeeld is hoeveel tijd de working class- en de upper-middle class proefpersonen nodig hadden om verschillen te ontdekken tussen plaatjes van gezichten versus plaatjes van dingen. Het verschil is voor gezichten significant en voor dingen niet.
Ook dit wijst er op dat de rijkeren onder ons in een andere sociale wereld leven. Ze kunnen beter dan anderen voor zichzelf zorgen. Misschien doordat ze meer over de middelen beschikken om dat te doen. Of misschien zijn ze (mede) rijk geworden doordat ze zo goed voor zichzelf op kunnen komen, met minder aandacht voor (het welzijn van) anderen. Hoe dan ook, ze hebben minder anderen nodig, zijn minder van anderen afhankelijk, en hebben waarschijnlijk grotendeels onbewust dus ook minder visuele aandacht voor anderen. Ze zien anderen minder staan.
Als dat inderdaad zo is, dan heb je in een maatschappij met een grote ongelijkheid een bovenklasse die in een sociale wereld leeft waarin anderen niet meer de moeite waard zijn om bij stil te staan.
Misschien dat ook daardoor een een keer ingezette toename van ongelijkheid zo moeilijk meer is terug te draaien. Denk aan Loopt het kapitalisme op zijn laatste benen? Economische, maar ook sociaalwetenschappelijke inzichten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten