Kun je mild zijn voor jezelf? Jezelf geruststellen en moed inspreken? Of ben je eerder kritisch, zelfs zo kritisch dat je soms een hekel aan jezelf hebt?
Het blijkt dat mensen verschillen in hoe mild of hoe kritisch ze naar zichzelf kijken. En we weten dat mildheid voor jezelf meestal samengaat met mildheid voor anderen, met meer pro-sociaal gedrag en met een hoger welbevinden. Jezelf niet zien zitten maakt ongelukkig.
Vandaar dat Paul Gilbert een mildheids- (of compassie-)training ontwikkelde, die mensen helpt om milder te zijn voor zichzelf en anderen. Ik besteedde daar aandacht aan in het bericht Meer pro-sociaal gedrag door compassietraining.
Maar los van die training, waar zouden verschillen in mildheid en zelfkritiek van af kunnen hangen? Het nieuwe onderzoek Receiving support, giving support, and self-reassurance: A daily diary test of social mentality theory geeft daar een mogelijk interessant antwoord op.
De onderzoekers lieten proefpersonen een week lang een dagboekje bijhouden, waarin ze aan het eind van elke dag rapporteerden hoe mild of zelf-kritisch ze die dag waren geweest, hoeveel steun ze anderen hadden gegeven en hoeveel steun ze van anderen hadden ontvangen.
Voor mildheid/zelf-kritiek werd een sub-schaal van de Self-Criticism/Self-Reassuring Scale gebruikt. Het ging om uitspraken als “I was able to feel lovable and acceptable”, “I encouraged myself for the future” en "I had a sense of disgust with myself", waarvan moest worden aangegeven in hoeverre ze van toepassing waren.
En uitwisseling van (materiële en emotionele) steun werd vastgesteld met een verkorte versie van de Social Provisions Scale, waarin het gaat over uitwisseling van goede raad, emotionele en materiële steun.
Het blijkt dan dat het meer uitwisselen van steun samengaat met meer mildheid en dus minder zelfkritiek. Dit geldt zowel als je personen met elkaar vergelijkt als wanneer je bij personen de dagen vergelijkt. Na een dag met meer uitwisseling met anderen ben je dus milder voor jezelf en voor anderen en heb je minder een hekel aan jezelf.
Omdat uitwisseling van steun een aanwijzing is voor het hebben van positieve sociale contacten, kun je ook zeggen dat het meer hebben van een actief netwerk van positieve relaties, waarin je er voor elkaar bent, het gemakkelijker maakt om milder te zijn voor jezelf en anderen.
Nog anders gezegd, eenzaamheid zal vaak samengaan met zelfkritiek en negatieve gevoelens over jezelf en over anderen.
En dat wijst er weer op dat zo'n compassietraining eigenlijk een substituut is voor positieve sociale contacten. Als die contacten er zijn, heb je een compassietraining niet nodig.
Dat geldt natuurlijk algemener: veel psychosociale problemen, waarvoor we professionele hulp inroepen, zouden zich niet voordoen als we meer in onze natuurlijke sociale omgeving zouden verkeren. De omgeving dus waarin mensen er voor elkaar zijn.
Waarbij ik overigens moet vermelden dat je met dit onderzoek strikt genomen niet kan vaststellen of die sociale contacten ook echt de oorzaak zijn van die mildheid. Het oorzakelijke verband zou ook andersom kunnen liggen: meer mildheid maakt het gemakkelijk om sociale contacten aan te gaan en in stand te houden. Zoals vaker: meer onderzoek zou mooi zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten