Over die drie-eenheid van zelfbewondering, vijandschap en onveranderlijkheid van gedrag bij de foute leider Adolf Hitler valt natuurlijk nog veel meer te zeggen. Hier het vorige bericht. Alleen al doordat we door het vele werk van historici en biografen zoveel over hem weten. Terwijl het voor tijdgenoten van Hitler door gebrek aan kennis nog lastig kon zijn om in te zien hoe fout en kwaadaardig deze foute leider was, waardoor ze passief toekeken of zelfs actief medeplichtig werden, kunnen we dat excuus van te weinig kennis nu niet meer laten gelden.
Ik ging eerder in op het werk van historicus Ian Kershaw, toen ook al met het oogmerk om tot een sociaalwetenschappelijke analyse van het Hitler-bewind te komen. Zie alle berichten achter het label Hitler-bewind. En met de achterliggende gedachte dat er een rol is weggelegd voor de sociale wetenschap om te waarschuwen voor het fenomeen van de foute leider.
Nu heb ik de biografie Hitler van Peter Longerich uit 2015 in de kast staan, inclusief notenapparaat 1547 pagina's. En deel II: De jaren van ondergang 1939 - 1945 van de biografie Adolf Hitler van Volker Ullrich uit 2018, 775 pagina's. Beide liggen zo nu en dan opengeslagen op mijn bureau. Heel goed dat beide in het Nederlands vertaald zijn, maar ik heb de indruk dat ze weinig aandacht hebben gekregen.Terwijl de politieke actualiteit die aandacht juist heel nodig maakt.
Ik citeer nog even Peter Longerich in zijn laatste hoofdstuk Balans over de persoon Hitler en de onveranderlijkheid van zijn gedrag (p. 1156):
Want Hitlers vroege levensgeschiedenis maakt een aantal persoonlijkheidskenmerken zichtbaar (en enigszins plausibel te verklaren) die voor zijn latere handelen van betekenis zijn: zijn emotionele onderontwikkeling en zijn onvermogen zich aan andere mensen te binden; het gebrek aan empathie en het op zichzelf zijn dat door de constructie van een 'openbaar zelf' werd gecompenseerd, verbonden met grootse plannen en hybride fantasieën; zijn overdreven angst voor controleverlies, die onder andere zichtbaar werd in zijn weigering zich te laten binden door structuren van welke aard ook; zijn enorme angst voor schaamte, die nederlagen onverdraaglijk maakte, waardoor hij op daadwerkelijke of vermeende bedreigingen reageerde met een overmaat aan agressie, tot aan vernietiging toe.
Het zijn karakteriseringen van het schoolvoorbeeld van de foute leider die tot de algemeen verbreide inzichten zouden moeten behoren. En die het daardoor gemakkelijker zouden maken om het gedrag van hedendaagse foute leiders te herkennen en te doorzien.
In het vervolg dus meer over die hedendaagse foute leiders. Hier het vervolg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten