woensdag 3 september 2025

Bij politiek links is meer het morele gemeenschapspatroon geactiveerd en bij politiek rechts meer het amorele statuscompetitiepatroon

Bij mensen kan meer het gemeenschapspatroon van het morele iedereen-telt-mee of meer het statuscompetitiepatroon van het amorele ieder-voor-zich geactiveerd zijn. Als burgers van een democratische nationale staat stemmen ze politiek links als hun gemeenschapspatroon geactiveerd is en politiek rechts als dat het geval is met hun statuscompetitiepatroon. Aanwijzingen daar voor kwamen al voorbij in De rechterflank van het politieke landschap is een uiting van het amorele, statuscompetitieve wereldbeeld. Waarin alles is toegestaan en in Sociaalwetenschappelijk gezien is het politieke landschap gemakkelijk te begrijpen: het ieder-voor-zich leidt tot een sociaal inferieure toestand

Daar komen nu nieuwe aanwijzingen bij. In de studie Moral Perceptions in Politics: Ideological Asymmetries in Perceived Moral Obligations and Stereotypical Perceptions Across Leftists and Rightists gaan de onderzoekers na of het klopt dat er inderdaad tussen linkse en rechtse kiezers die morele asymmetrie bestaat. 

Uit de eerste van twee deelstudies komt naar voren dat de ondervraagden, overwegend studenten, bij zes traditioneel linkse issues meer een morele verplichting voelden dan bij zes traditioneel rechtse issues. De linkse issues waren: bescherming van het milieu, gender gelijkheid, rechten van migranten, lhbtqia+ rechten (freedom of sexual expression), sociale rechtvaardigheid en bestrijding van armoede. En de zes rechtse issues: nationale veiligheid, behoud van tradities, bevordering/behoud van de christelijke religie, ordehandhaving, bevordering/behoud van het kapitalistische economische stelsel en individuele vrijheid. Opvallend is dat de eigen politieke voorkeur geen verschil maakt; ook de degenen met een rechtse voorkeur voelen bij de linkse issues meer een morele verplichting dan bij de rechtse issues.

In mijn woorden, bij de linkse issues gaat het om het morele iedereen-telt-mee en dus wordt het morele gemeenschapspatroon geactiveerd, zelfs ook bij degenen met een rechtse politieke voorkeur. En omgekeerd, de rechtse politieke issues appelleren meer aan het ieder-voor-zich van het statuscompetitiepatroon en dus minder aan het gevoel van een morele verplichting.

En uit de tweede deelstudie blijkt dat van de ondervraagden, eveneens overwegend studenten, degenen met een rechtse politieke voorkeur bij degenen met een linkse politieke voorkeur meer morele overwegingen veronderstellen dan degenen met een linkse politieke voorkeur bij degenen met een rechtse politieke voorkeur. In mijn woorden: rechts ziet bij links meer het morele iedereen-telt-mee geactiveerd dan links dat bij rechts ziet. Kennelijk doordat bij rechts meer het amorele ieder-voor-zich geactiveerd is. 

Daarmee komt overeen dat degenen met een rechtse politieke voorkeur meer rekening houden met morele afkeuring als het gaat om de linkse politieke issues. Weer in mijn woorden: bij het afwijzen van het iedereen-telt-mee (zoals bij armoedebestrijding en gelijke rechten voor immigranten) hebben ze er een notie van dat dat moreel eigenlijk niet door de beugel kan, - en toch doen ze het.

Kortom, meer aanwijzingen dat het links-rechts spectrum in de politiek een te verwachten uitkomst is van die innerlijk tegenstrijdige menselijke sociale natuur, waarin het morele gemeenschapspatroon kan overheersen (dus links) of het amorele statuscompetitiepatroon (dus rechts). 

Dat is belangrijk om bij stil te staan. Want de democratie zelf is een uitingsvorm van het morele iedereen-telt-mee. Dat betekent dat je bij politiek links meer een democratische gezindheid kunt verwachten dan bij politiek rechts.

En precies dat inzicht vind je in de hedendaagse politieke actualiteit van dag tot dag bevestigd. 

Geen opmerkingen: