Update. Een versie van dit bericht is nu ook als gastblog te lezen op Samen tegen eenzaamheid.Twee vragen over het gebruik van sociale media kwamen in het vorige bericht niet aan de orde:
- komt communicatie via de sociale media in de plaats van real life-ontmoetingen?
- als dat zo is, heeft dat dan negatieve welzijnseffecten?
Jean Twenge doet al langer onderzoek naar verschillen tussen generaties. Eerder kwamen we haar tegen toen het ging om de toename van narcisme in de Verenigde Staten sinds de jaren 50 van de vorige eeuw. Nu gaat het over de generatie, die ze iGen noemt en die geboren is tussen 1995 en 2012. Het is de generatie die opgroeide met de smartphone, met een Instagram account nog voor ze naar het voortgezet onderwijs gingen en zonder herinnering aan een tijd van voor het internet.
En dit blijkt precies de generatie te zijn die meer tijd doorbrengt op sociale media en minder tijd besteedt aan real life ontmoetingen met vrienden buitenshuis. Tussen 2000 en 2015 nam het aantal adolescenten dat bijna elke dag vrienden ontmoet met meer dan 40 procent af. Rondhangen met vrienden is sterk afgenomen. In plaats daarvan hangen ze meer rond op de sociale media.
Bij de jongste generatie is het dus inderdaad zo dat tijdsbesteding aan sociale media, zoals in je eentje op je kamer op je bed liggen met je telefoon, in de plaats is gekomen van echte sociale activiteiten.
Het doet me denken aan de supernormale stimulus van Niko Tinbergen: dat grote, felgekleurde ei, waar de zeemeeuwen energiek op gingen zitten broeden in plaats van op hun echte eieren. Facebook, Snapchat, Instagram en al die sociale media als een overdreven, in het oog springend sociaal domein, dat verleidt en opslokt.
En heeft dat verleid worden en opgeslokt worden dan negatieve welzijnseffecten?
Nou, reken maar. Hoe meer tijd doorgebracht op Facebook, hoe ongelukkiger. Zonder aanwijzingen voor het omgekeerde verband: hoe ongelukkiger, hoe meer je op Facebook zit.
Bovendien zijn de adolescenten die elke dag op de sociale media actief zijn en minder vrienden in het echt ontmoeten, precies degenen die zich vaker eenzaam en buitengesloten voelen. En ze hebben een grotere kans op symptomen van depressie en op zelfmoordgedachten.
Een deel van de verklaring zou kunnen zijn dat je je meer buitengesloten gaat voelen hoe meer je voortdurend geïnformeerd wordt, via die sociale media, hoe leuk anderen het samen hebben. Want iedereen die iets leuks doet, maakt daar meteen digitaal gewag van. Twenge daarover:
For all their power to link kids day and night, social media also exacerbate the age-old teen concern about being left out. Today’s teens may go to fewer parties and spend less time together in person, but when they do congregate, they document their hangouts relentlessly—on Snapchat, Instagram, Facebook. Those not invited to come along are keenly aware of it. Accordingly, the number of teens who feel left out has reached all-time highs across age groups. Like the increase in loneliness, the upswing in feeling left out has been swift and significant.En dat doet natuurlijk denken aan Over het sociale leven van anderen zijn we eenzijdig geïnformeerd. Daarom denken we dat anderen een rijker sociaal leven hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten