In David Bohms pleidooi om meer in dialoogvorm met elkaar te communiceren dan in debatvorm vallen twee inzichten te onderkennen. Zie hier het vorige bericht. Het inzicht van de vooronderstellingen en het inzicht van verschillen in vooronderstellingen tussen mensen.
Het eerste inzicht is dat aan al onze meningen en oordelen vooronderstellingen ten grondslag liggen. Vooronderstellingen over hoe de wereld in elkaar zit, die resulteren uit de ervaringen die we in het verleden hebben opgedaan. Die ervaringen zijn opgeslagen in ons geheugen. Daarbij speelt op een of andere manier een rol dat wij taal beheersen. Daardoor kunnen die opgeslagen ervaringen de vorm van taalconstructies aannemen en dus van abstracties. De werkelijkheid wordt er niet in gepresenteerd, maar gerepresenteerd. Er is iets mee gebeurd, er is geselecteerd, ingedeeld, geordend, kortweg geabstraheerd.
Daardoor kijken we anders naar de wereld. Globaler, met minder aandacht voor details.
Hier ligt een uitweiding voor de hand die je bij Bohm niet tegenkomt. Temple Grandin beschrijft dat haar autisme maakt dat ze met veel meer oog voor details naar de wereld kijkt dan niet-autisten doen. En dat ze daardoor zo goed in staat is om zich te verplaatsen in hoe dieren de wereld waarnemen. Citerend uit Animals in Translation. The woman who thinks like a cow, dat ze samen met Catherine Johnson schreef:
Unfortunately, when it comes to dealing with animals, all normal human beings are too abstractified, even the people who are hands-on. That's because people aren't just abstract in their thinking, they're abstract in their seeing and hearing. Normal human beings are abstractified in their sensory perceptions as well as their thoughts. (p. 30)
When an animal or an autistic person is seeing the real world instead of his idea of the world that means he's seeing detail. This is the single most important thing to know about the way animals perceive the world: animals see details people don't see. They are totally detail-oriented. That's the key.
It took me almost thirty years to figure this out. During all that time I kept a growing list of small details that could spook an animal without realizing that "seeing in details" was a core difference between animals and people. (p. 31)
Verderop in het boek lees je een interessante passage over de samenhang tussen globaal waarnemen en bewustzijn:
My other reason for thinking everyone has the potential for extreme perception (detailwaarneming) is the fact that animals have extreme perception, and people have animal brains. People use their animal brains all day long, but the difference is that people aren't conscious of what's in them. (...) A lot of what animals see normal people see, too, but normal people don't know they're seeing it. Instead, a normal person's brain uses the detailed raw data of the world to form a generalized concept or schema, and that's what reaches consciousness. Fifty shades of brown turn into just one unified color: brown. That's why normal people see only what they expect to see - because they can't consciously experience the raw data, only the schema their brains create out of the raw data.
Normal people see and hear schemas, not raw sensory data. (p. 65)
(Met dank aan Liesbeth Sterck, die mij het boek van Temple Grandin op 3 juni 2010, toen ik, op mijn verjaardag, afscheid nam van de Rijksuniversiteit Groningen, cadeau deed.)
Daarmee zijn we geattendeerd op de samenhang tussen dat eerste inzicht, dat van het altijd met vooronderstellingen kijken naar de wereld, en het "hebben" van bewustzijn. Dat verband komen we ook nog tegen bij David Bohm. En, zoals dan zal blijken, bij Jospeh LeDoux in zijn The Deep History of Ourselves. The four-billion-year story of how we got conscious brains, dat ik al aankondigde in Over body-mind therapieën als individuele oplossingen voor individuele problemen - En over een collectieve oplossing.
Wordt vervolgd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten