Als je het sociaalwetenschappelijke inzicht dat de menselijke sociale natuur innerlijk tegenstrijdig is, namelijk tussen ons vermogen tot gemeenschapsgedrag en ons vermogen tot statuscompetitiegedrag, tot je laat doordringen, dan gaat er een wereld voor je open.
Nee, dat is niet overdreven. Dat inzicht helpt je om bij de chaotische veelheid van je dagelijkse ervaringen met jezelf en anderen en van het politieke en maatschappelijke nieuws dat je tot je neemt, een flinke stap terug te doen en te reflecteren over wat er aan die veelheid gemeenschappelijk is. Je ogen zijn geopend voor het opmerken van gevallen waarin het gemeenschapspatroon van het iedereen-telt-mee actief is dan wel gevallen waarin het statuscompetitiepatroon van het ieder-voor-zich de overhand heeft.
Dan gaat het over het waarnemen, het herkennen, van gedragingen als gevallen van het ene dan wel het andere patroon. Maar er is ook het verklaren en begrijpen. Dan gaat het over de sociaalwetenschappelijke inzichten in de voorwaarden waaronder elk van die gedragspatronen zich vooral voordoen.
In grote lijnen: alles draait om de vraag of mensen zich sociaal veilig voelen. Als dat zo is, dan vergroot dat sterk de kans op gemeenschapsgedrag. Datzelfde gemeenschapsgedrag, maar dan van anderen in de sociale omgeving, maakt dat iemand zich sociaal veilig voelt. Anders gezegd, gemeenschapsgedrag van de een lokt gemeenschapsgedrag van de ander uit. Afgezien van het gedrag, is vertrouwdheid een belangrijke, maar niet perfecte, aanwijzing voor sociale veiligheid.
Andersom vergroot sociale onveiligheid de kans op statuscompetitiegedrag. En net zo maakt het statuscompetitiegedrag van anderen dat iemand zich sociaal onveilig voelt. Statuscompetitiegedrag van de een lokt het statuscompetitiegedrag van de ander uit.
De evolutionaire achtergrond van deze inzichten bestaat eruit dat alle organismen, dus ook mensen, erop zijn geselecteerd om veiligheid te zoeken en onveiligheid te vermijden. Veiligheid in de betekenis van gunstig voor overleving en reproductie. De wereld van organismen is uiterst divers en de implicaties hiervan kunnen voor verschillende soorten heel verschillend uitpakken.
De menselijke soort is geëvolueerd tot een sociale diersoort, wat in ons geval betekent dat het samenwerken en delen in het verleden sterk heeft bijgedragen aan onze overleving en reproductie. Dat betekent dat onze voorouders werden geselecteerd op dat vermogen tot het gemeenschapsgedrag van iedereen-telt-mee, want dat vormde de grondslag voor het samenwerken en delen. En het betekent dat individuele en sociale onderdrukking van de neiging tot statuscompetitiegedrag onderdeel werd van dat gemeenschapspatroon. Want met het ieder-voor-zich van het statuscompetitiegedrag was samenwerken en delen natuurlijk onmogelijk.
Die evolutionaire achtergrond laat je beide gedragspatronen herkennen als in het verleden geselecteerde aanpassingen aan de aard van de sociale omgeving. Bij sociale onveiligheid ligt het statuscompetitiepatroon klaar om uitgevoerd te worden. Je moet voor jezelf opkomen, want anderen doen dat niet. Neurofysiologisch is dat de vechtreactie. Je moet zo hoog mogelijk in de statushiërarchie terecht zien te komen. En hoe meer dat niet lukt, hoe meer je door onderdanigheid (neurofysiologisch: de immobilisatiereactie) zult proberen om de schade zoveel mogelijk te beperken.
En bij sociale veiligheid ligt het gemeenschapspatroon klaar om uitgevoerd te worden. Je ervaart dan een toestand van sociale verbondenheid, die neurofysiologisch gepaard gaat met een toestand van ontspanning. Je weet dat jij meetelt omdat iedereen meetelt.
Voor iedereen die dit blog al langere tijd volgt, komt dit alles bekend voor. In talloze blogberichten komen deze inzichten of onderdelen daarvan terug. Met vele verwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek. Maar het leek me goed om de kern ervan nog eens een keer kort en bondig op te schrijven.
Met als kleine illustrerende toegift een toepassing ervan op het actuele probleem van de democratie. En op de actualiteit van het aangekondigde vertrek uit de politiek van Mark Rutte, al dertien jaar onze premier.
Over het tijdperk Rutte is de afgelopen dagen al veel geschreven. Ik bleef even hangen bij Mark Rutte, een weergaloze acrobaat die geen ontroering bracht, geen verhaal had en geen beroep deed op ons betere ik, dat Sheila Sitalsing voor de Volkskrant schreef. En in het bijzonder bij die ene zin, die deels terugkeert in de titel:
Een weergaloze acrobaat ook, die het publiek kon amuseren en ontzag kon inboezemen, maar geen ontroering bracht, geen verhaal, geen beroep deed op ons betere ik.
Die geen beroep deed op ons betere ik. Dat zijn maar acht woorden, maar ze zijn van grote betekenis.
Want de democratie is de institutionalisering van ons gemeenschapspatroon van het iedereen-telt-mee. Zowel in de zin van het algemeen kiesrecht als in de zin van gelijke rechten en van een beleid gericht op ieders welzijn. Dat betekent dat de democratie altijd verdedigd moet worden tegen de neiging tot statuscompetitiegedrag, tegen een politiek van ieder-voor-zich. Waarin het recht van de sterkste geldt en grote ongelijkheid niet als probleem wordt gezien.
Die verdediging van de democratie houdt in dat wij ons betere ik, dat wil zeggen het ik van het gemeenschapsgedrag, laten gelden en elkaar oproepen tot het handelen volgens dat betere ik. En het zou al helemaal moeten inhouden dat degenen die onze democratie vertegenwoordigen en personifiëren, een beroep doen op ons betere ik.
Dat Mark Rutte dat laatste niet deed, staat natuurlijk voor een heel politiek tijdperk, het tijdperk dat de politici, en vele burgers, in de ban waren van het neoliberalisme, van de marktvuistregel.
Waarin dat betere ik inderdaad helemaal geen rol zou hoeven te spelen. Waarin het integendeel als "woke" moet worden gekleineerd. Zie De strijd tussen gemeenschapsgedrag en statuscompetitiegedrag is die tussen de morele oproep aan de ene kant en het kleineren van die oproep als woke aan de andere kant.
Ik zei toch dat er met die sociaalwetenschappelijke inzichten een wereld voor je open gaat?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten