vrijdag 30 september 2011

Cooperative Breeding

In dit bericht van gisteren had ik het over het belang van het coöperatief grootbrengen (cooperative breeding) van kinderen voor de instandhouding en cultivering van pro-sociaal gedrag. De aandacht in het sociaalwetenschappelijk onderzoek voor de voorwaarden waaronder coöperatief grootbrengen kan bestaan en naar de gunstige gevolgen er van voor het opgroeien van kinderen lijkt sterk toe te nemen. Een belangrijk onderzoekster op dit terrein is Sarah Blaffer Hrdy, waarvan in 2009 het boek Mothers and Others. The evolutionary origins of mutual understanding verscheen (vertaald als Een kind heeft vele moeders. Hoe de evolutie ons sociaal heeft gemaakt). Hrdy maakt zich zorgen over de lange-termijn effecten van onze huidige leefwijze waarin het coöperatief grootbrengen van kinderen op moeilijkheden stuit (familie woont ver weg, weinig contact met buurtgenoten). Mensen zijn nog steeds opvallend empathisch en pro-sociaal, maar als we doorgaan met het er op vertrouwen dat "opvoeding" in sociaal geïsoleerde gezinnen voldoende is om pro-sociale kinderen groot te brengen, dan kan dat volgens haar wel eens veranderen. Ik geef een citaat van de voorlaatste pagina van het boek:
If empathy and understanding develop only under particular rearing conditions, and if an ever-increasing proportion of the species fails to encounter those conditions but nevertheless survives to reproduce, it won't matter how valuable the underpinnings for collaboration were in the past. Compassion and the quest for emotional connection will fade away as surely as sight in cave-dwelling fish.
Anders gezegd: op de lange termijn zal gemeenschapsgedrag steeds meer plaats maken voor statuscompetitiegedrag. En gaat onze maatschappij er, zeg maar, anders uitzien.

Geen opmerkingen: