Met al dat sombere nieuws krijg je behoefte aan iets om vrolijk van te worden. Welnu: we eten steeds duurzamer. Volgens de nieuwste cijfers van het Landbouwkundig Economisch Instituut zijn we in het eerste half jaar weer meer duurzaam (biologisch en diervriendelijk) gaan eten. Vergeleken met het eerste half jaar van 2010 stegen deze bestedingen met 39,1 procent. Deze ontwikkeling is al langere tijd aan de gang. De cijfers van de Monitor Duurzaam Voedsel voor de omzet in biologisch voedsel gaan terug tot 2002 en laten tot en met 2010 ruim een verdubbeling zien.
Voor de goede orde: die toename is veel groter dan die van de totale toename van de besteding aan voedsel. Zo nam tussen 2009 en 2010 de besteding aan duurzaam voedsel toe met 29,4 procent, terwijl de totale besteding aan voedsel nagenoeg gelijk bleef (plus 0,3 procent).
Het lijkt er op dat de toename versnelt. Dat zou je cijfermatig willen kunnen aantonen, maar dat zou vereisen dat je alle jaarrapporten sinds 2002 naast elkaar moet zetten (en op vergelijkbaarheid moet controleren), een klus waar ik voor terugdeins.
Er zijn goede redenen om die versnelling, ook voor de toekomst, te verwachten. Dat heeft er mee te maken dat duurzame voeding meer in de supermarkten te koop is. Wanneer dat precies is begonnen, kan ik zo gauw niet achterhalen, maar het was een doorbraak. Om twee redenen.
Ten eerste is het sinds die tijd voor al diegenen onder ons die bereid zijn tot deze vorm van pro-sociaal gedrag een stuk gemakkelijker geworden om die bereidheid in daden om te zetten. Als het biologische pak melk of pak koffie gewoon naast de andere pakken melk of koffie in het schap staat, is het wel heel eenvoudig om de goede keuze te maken. De "keuze architectuur", zoals Thaler en Sunstein dat noemen, is dan veel gunstiger dan wanneer je moet kiezen tussen naar de supermarkt fietsen of naar de meestal verder weg gelegen biologische winkel. Dat biologische pak straalt als het ware uit "kom op, doe het nu maar". Het is een duwtje in de goede richting, een "nudge".
De tweede reden is dat het pro-sociale gedrag dat plaats vindt een stuk zichtbaarder is geworden. Iedere supermarktklant, dus nagenoeg iedereen, ziet die pakken in de schappen staan en ziet ze bij de kassa's in de karretjes van andere klanten liggen. Dat anderen het ook doen, is veel gemakkelijker waar te nemen dan wanneer die anderen naar de biologische winkel fietsen. En die waarneming van wat anderen doen, heeft een grote invloed. Ook al zijn we ons daar maar beperkt van bewust.
Vergelijk met het besparen van energie, ook een vorm van pro-sociaal gedrag. Als je mensen vraagt naar welke redenen ze belangrijk vinden om energie te besparen, dan noemen ze vooral zakelijke redenen. Zoals dat het goed is voor het milieu, dat het goed is voor toekomstige generaties of dat het henzelf geld bespaart. Maar als je naar hun werkelijke gedrag kijkt, dan zie je dat de informatie die ze krijgen over hoeveel energie anderen besparen, een veel groter effect heeft op hun gedrag dan de mate waarin ze die zakelijke redenen onderschrijven. Ze laten zich veel meer leiden door wat anderen doen dan ze zelf beseffen.
Op grond hiervan zou je verwachten dat de bestedingen aan duurzaam voedsel in de supermarkten sneller zijn gestegen dan die in de biologische winkels. Dat is ook zo. In 2010 werd al 749,9 miljoen in supermarkten besteed tegen 265,2 in biologische winkels. En tussen 2009 en 2010 was de toename in supermarkten 22,5 procent, tegen slechts 4,1 procent in biologische winkels.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten