Mannen vertonen, gemiddeld genomen, meer machismo of macho-gedrag dan vrouwen. Dat wil zeggen dat ze overmoediger zijn, dus te snel en te gemakkelijk geloven dat ze het bij het rechte eind hebben. Omdat overmoedigheid ook een eigenschap is van narcisten, is er een overlap tussen macho-gedrag en narcisme. Daarbij nemen mannen ook meer risico. Dat zijn geen eigenschappen die we gemakkelijk in verband brengen met verstandige besluitvorming.
Chris Dillow (zie link onderaan dit bericht) vraagt zich dan ook af hoe het komt dat mannen zo oververtegenwoordigd zijn in leidinggevende functies, in het bedrijfsleven zowel als in de politiek. Terwijl er aanwijzingen zijn dat bedrijven het beter doen met meer vrouwelijke leidinggevenden. En aanwijzingen dat een groter aandeel vrouwen in het parlement bevorderlijk is voor economische groei in een land.
Nu ben ik niet onvoorwaardelijk voorstander van meer economische groei. Maar de groei moet, zeker in een tijd van economische recessie, wel genoeg worden bevorderd om het kwaad van de werkloosheid terug te dringen. Dus moeten we vandaag maar liever op een vrouwelijke kandidaat stemmen. (Ik heb al gestemd en kan dat dus niet meer terugdraaien.)
De theorie van Chris Dillow is dat wij als kiezers van politici niet verlangen dat ze tot verstandige besluitvorming in staat zijn. Wat dus zou inhouden dat ze niet overmoedig zijn en een besef hebben van onzekerheden. Nee, wat we van politici willen is een (vals) gevoel van zekerheid. We willen een "sterke leider" met een "heldere visie". Die overtuigd is van zijn eigen gelijk. Zijn eigen gelijk.
Stumbling and Mumbling: The machismo paradox:
'via Blog this'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten