Als mensen onderling afhankelijk zijn, dan kunnen ze samen gedragsregels opstellen en als het lukt om elkaar aan die regels te houden, dan spreken we van een succesvolle zelf-organisatie. Maar wat is er voor nodig om elkaar aan die regels te houden?
Elinor Ostrom zegt daarover dat de deelnemers moeten beseffen, en dat van elkaar moeten weten, dat ze zelf naleving van de regels van dag tot dag moeten afdwingen. Ze moeten door hebben dat er niet een extern gezag is dat die klus van hen overneemt. Bovendien moeten ze de verwachting hebben dat iedereen zowel een principiële bereidheid heeft om zelf de regels na te leven, als de bereidheid om bij overtredingen die toch plaats vinden, de overtreder daarop aan te spreken. Anders gezegd, de overtreder te sanctioneren. Door er gewoon iets van te zeggen. Of, omdat dat niet altijd gemakkelijk is, er voor te zorgen dat ook anderen op de hoogte zijn en de overtreder op subtiele manier te laten weten dat er over zijn gedrag gepraat wordt. Dan gaat het om de zogenaamde sociale sancties, die er ook uit kunnen bestaan dat de overtreder wordt genegeerd (ostracisme). Vaak zijn subtiele aanwijzingen dat zo'n proces plaats vindt al genoeg om de overtreder op andere gedachten te brengen.
Boehm geeft mooie voorbeelden van sociale sancties, maar ook voorbeelden van hardhandiger sancties als de overtreder blijft volharden in zijn profiteursgedrag of in zijn pogingen om te domineren. Zie nog eens dit bericht. Dan gaat het om mensen die in het verband van de morele gemeenschap van jagers-verzamelaars, dus in die Paleo Sociale Omgeving, zijn opgegroeid en handelen. Zijn er aanwijzingen dat mensen ook nu nog bereid, of zelfs geneigd, zijn om sancties uit te delen aan mensen die meeprofiteren van de inspanningen van anderen?
Ja, die aanwijzingen zijn er als je afgaat op een reeks van experimentele studies, die begon met het artikel Altruistic punishment in humans (link naar pdf) van Ernst Fehr en Simon Gächter uit 2002. Zij lieten mensen een publieke goed-dilemma spelen. Dit kwam er op neer dat steeds vier personen elk €20 ontvingen en daarvan naar eigen goedvinden een deel konden bijdragen aan een groepsproject. Wat ze niet bijdroegen, mochten ze houden. Van iedere € die ze wel bijdroegen, kregen alle vier groepsleden €0,40, dus voor de groep als geheel €1,60. Als nu iedereen de gehele €20 zou bijdragen, dan zou iedereen met (80 x €0,40 =) €32 naar huis gaan. Dat is meer als je niet zou bijdragen, want dan bleef je op die €20 staan. Maar je zou nog beter af zijn als je zelf niet zou bijdragen en de anderen wel. Dat zou dus het profiteurs- of meeliftersgedrag zijn.
Dit spel werd zes rondes lang gespeeld en na elke ronde werd iedereen geïnformeerd over de keuzes van zijn drie medespelers. De keuzes werden gelijktijdig gemaakt en alles gebeurde anoniem.
En er waren twee condities. In de "sanctie-conditie" werden de spelers er over ingelicht dat ze na elke ronde een of meer van de medespelers een sanctie konden geven. Die kon variëren tussen de 1 en 10 strafpunten, waarbij elke punt stond voor €3. Maar het geven van een strafpunt kostte ook iets, namelijk €1. In de "niet-sanctie-conditie" bestond die sanctiemogelijkheid niet.
Bovendien werden na elke ronde de groepen anders samengesteld. Je kon er dus niet van uitgaan dat je in de volgende ronde met dezelfde drie andere personen zou spelen. Dat betekende dat als je een medespeler een sanctie geeft en daarmee bewerkstelligt dat hij zich in de volgende ronde beter gedraagt, dat je daar dan niet zelf van profiteert. Vandaar dat het in de titel van het artikel gaat over altruïstische bestraffing: je hebt een sanctie gegeven, die misschien helpt om het gedrag van de profiteur te verbeteren, maar jou wel €1 per strafpunt kost, zonder dat jij het voordeel daarvan hebt.
Wat gebeurde er toen dit spel gespeeld werd? Allereerst bleek dat mensen bereid waren om sancties uit te delen. Ruim 84% gaf tenminste één maal een sanctie en een derde gaf meer dan vijf keer een sanctie. De sancties werden ook in de meeste (driekwart) van de gevallen gegeven zoals bedoeld, namelijk aan de profiteurs, en werden ook gegeven door degenen die het meeste bijdroegen. De straffen waren ook behoorlijk hoog, wat betekent dat de toedieners er van bereid waren behoorlijk hoge kosten op zich te nemen.
En hadden de sancties het gewenst effect? Ja zeker, over het geheel genomen droegen de spelers in de "sanctie-conditie" meer bij aan het groepsproject dan in de "niet-sanctie-conditie". En bovendien bleek dat de gegeven sancties ook tot beter gedrag leidden: nadat een sanctie was ontvangen, was de bijdrage in de volgende ronde gemiddeld hoger dan in de vorige ronde. Dus ook in die zin is pro-sociaal gedrag een collectieve prestatie: elkaar (kunnen) sanctioneren maakt ons pro-socialer.
Wat was het precies dat mensen aanzette om sancties te geven, terwijl het geven daarvan iets kostte en de voordelen er van aan anderen toevielen? Uit een apart onderzoekje bleek dat er boosheid achter zat. Profiteursgedrag roept boosheid op en die boosheid brengt je er toe om die kosten van sanctionering wel te willen dragen. En ook bleek dat mensen die boosheid van anderen verwachtten als ze zelf zouden overwegen om zich als profiteur te gedragen.
En uit deze studie uit 2004 (pdf) bleek dat het toedienen van een sanctie ook inderdaad als belonend wordt ervaren. Profiteursgedrag maakt je boos en dan voelt het goed om iets te doen wat uit die boosheid voortkomt: de profiteur een lesje leren.
Deze studie van Fehr en Gächter heeft tot op de dag van vandaag geïnspireerd tot nieuw onderzoek. Daarover in volgende berichten meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten