Dat is natuurlijk een belangrijk onderwerp na een financiële crisis met grote negatieve gevolgen voor velen en met een daarmee overeenkomende forse daling van vertrouwen in de financiële sector.
De onderzoekers legden in 2010 en 2012 een steekproef van de bevolking de volgende scenario's voor, met de vraag aan te geven in hoeverre elk scenario het vertrouwen in de bank zou doen afnemen. De scenario's worden in het rapport gepubliceerd in het Engels en ik probeer ze zo goed mogelijk in het Nederlands terug te vertalen:
- De bank wordt geleid door een dominante persoon
- De directeuren van deze bank ontvangen hoge bonussen
- De uitleg bij de financiële producten van deze bank is lang en moeilijk leesbaar
- De aandelen van deze bank dalen sterk in prijs
- Familie en vrienden adviseren u om uw geld bij deze bank op te nemen
- Er zijn berichten in de media dat klanten van deze bank hun geld opnemen
- De bank krijgt overheidssteun om financieel gezond te blijven
- De overheid nationaliseert de bank
En dat is toch wel opvallend. Want bonussen waren toch nodig om de beste mensen aan te kunnen trekken? En ligt het dan niet meer voor de hand om af te gaan op onduidelijkheid van informatie over de producten, op dalende aandelenkoersen of op berichten dat klanten hun geld opnemen?
Nee, dat ligt blijkbaar niet voor de hand. Voor vertrouwen lijkt minimaal nodig dat je integriteit mag veronderstellen. Al die andere scenario's achten we kennelijk nog mogelijk ook als de bankdirecteuren integer zijn. Maar bij hoge bonussen weten we het meteen: hier zijn mensen bezig zichzelf te verrijken. En daarmee is het vertrouwen weg.
Hebben al die directeuren toen ze begonnen met die bonussen te incasseren, nooit zien aankomen dat het publiek dat zou gaan zien als wat het is: ordinaire zelfverrijking?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten