donderdag 2 november 2017

Doughnut Economics. Over Kate Raworth, Herman Daly en de economie

Aan het lezen in Doughnut Economics. Seven Ways to Think Like a 21st-Century Economist van Kate Raworth.  Het boek krijgt terecht veel aandacht (zie hier haar optreden in Buitenhof) en de Nederlandse vertaling is in de maak.

Dat die aandacht er is, stemt tot grote tevredenheid. Want zo heel nieuw zijn de ideeën van Kate Raworth nu ook weer niet, terwijl ze wel van groot en actueel belang zijn. Zij is daar zichzelf terdege van bewust, want ze laat niet na om voorlopers naar voren te halen.

Een van die voorlopers is Herman E. Daly, die al in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw pleitte voor een manier van economisch denken waarin wel rekening wordt gehouden met de effecten op milieu en gemeenschap.

Raworth pleit voor een economie die als een donut naar binnen en naar buiten begrensd is.

Naar binnen door de basisbehoeften van mensen, waaronder de sociale behoeften, als uitgangspunt te nemen. Bedenk dat in het gangbare economische denken "behoeften"worden weggezet als "psychologisch". Economen willen over die behoeften niet nadenken en hebben het over (gebleken) voorkeuren.

En naar buiten door zich er rekenschap van te geven dat de aarde en dus de fysieke bronnen eindig zijn.

Ik bedacht me dat ik For the Common Good. Redirecting the Economy Toward Community, the Environment, and a Sustainable Future van Herman Daly en John B. Cobb, Jr. in de kast heb staan. Het verscheen voor het eerst in 1989, maar ik heb de editie van 1994.

Ik sloeg het even op. In hoofdstuk 1 (The Fallacy of Misplaced Concreteness in Economics and Other Disciplines) lees je hun kritiek op het vak economie. Met die fout van de misplaatste concreetheid (zie ook hier) doelen Daly en Cobb op concrete conclusies trekken uit (altijd onvermijdelijke) abstraheringen zonder zich er rekenschap van te geven dat die abstracties de werkelijkheid geweld aan doen.

Mijn oog viel op deze passage (p. 37), die eigenlijk heel precies en bondig verwoordt wat er schort aan het gangbare economische denken en waarvan het boek van Raworth een fraaie uitwerking is. Hier volgt hij (cursiveringen en alinea's van mij):
What is the set of abstractions that political economy has riveted on economic thought and at which it has come to a self-satisfied halt? One of the most important is the abstraction of a circular flow of national product and income regulated by a perfect competitive market. This is conceived as a mechanic analogy, with motive force provided by individualistic maximization of utility and profit, in abstraction from social community and biophysical interdependence.
 What is emphasized is the optimal allocation of resources that can be shown to result from the mechanical interplay of individual self-interests. What is neglected is the effect of one person's welfare on that of others through bonds of sympathy and human community, and the physical effects of of one person's production and consumption activities on others through bonds of biophysical community.
Mooi! En wat mooi dat Raworth er nu, na al die jaren, zo goed in slaagt om deze ideeën onder de aandacht te brengen.

En ik dacht natuurlijk ook even terug aan mijn eigen "lessen uit het verleden" ten behoeve van de toekomst, waarin het ook ging om die "bonds of sympathy and human community".

Zie Geld en ‘de rest’: Over uitzwerming, teloorgang van gemeenschap en de noodzaak van gemeenschapsbeleid, dat in 2003 verscheen in de Sociologische Gids.

En zie in dat verband ook het bericht op dit blog Leert het verleden lessen? En over sociale zeepbellen van eerder dit jaar.

Geen opmerkingen: