Het discrimineren van bevolkingsgroepen komt voort uit vooroordelen. En onderzoek suggereert dat uitingen van vooroordelen vallen te bestrijden door er wat van te zeggen. In veel gevallen is het niet meer dan een slechte gewoonte, die je kunt afleren als anderen je ermee confronteren. Zie het bericht van gisteren: Vooroordelen zijn te bestrijden door mensen ermee te confronteren.
Een mooi voorbeeld daarvan is de afname van het draagvlak voor Zwarte Piet. Volgens de peiling van EenVandaag van een paar dagen geleden is het percentage dat het uiterlijk van Zwarte Piet wil behouden, gedaald van 89 procent in 2013 tot 68 procent nu.
Zwarte Piet dateert uit een tijd dat Nederland een etnisch homogeen land was en dat in landen als de Verenigde Staten en Zuid-Afrika nog rassenscheiding bestond. En dat we ons in onze overzeese gebiedsdelen als overheersers gedroegen. Dat we met de traditie van Zwarte Piet een groep mensen op een negatieve manier stereotypeerden, viel nog niet zo op.
Maar toen ons land verscheidener begon te worden, begonnen we ons achter de oren te krabben. Oproepen om ermee te stoppen confronteerden ons met wat we eigenlijk aan het doen waren: uiting geven aan een vooroordeel. Een slechte gewoonte.
En die confrontaties blijken te werken.
Waarschijnlijk was die werking nog groter geweest als niet een groepje rechtsextremisten, met een hoge Sociale Dominantie Oriëntatie, die slechte gewoonte tot een essentieel onderdeel van onze "volkseigen" tradities had verheven. En daarmee enig succes boekte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten