We zagen in het vorige bericht de aanwijzingen dat de opeenvolgende neoliberale kabinetten sinds de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw er inderdaad in slaagden om de bestaansonzekerheid onder grote delen van de bevolking te vergroten. Zie hier het vorige bericht.
Kan die toegenomen bestaansonzekerheid er voor verantwoordelijk worden gehouden dat mettertijd het rechts-extremisme in de politiek toenam? De redenering zou zijn dat die toename van bestaansonzekerheid sociale onveiligheidsgevoelens vergroot en dat sociale onveiligheidsgevoelens het statuscompetitiepatroon aanwakkeren, waar rechts-extremistische politieke partijen op kunnen inspelen met hun boodschap dat er interne en externe vijanden zijn die bestreden dienen te worden. De tussenliggende schakel is dus die van de toename van sociale onveiligheidsgevoelens. Zijn er aanwijzingen voor die toename?
Ja, die zijn er. Want we weten ook dat gevoelens van sociale onveiligheid een aan vrijwel alle psychische aandoeningen gemeenschappelijke factor is. Zie Psychische aandoeningen en de mismatch tussen aanleg en omgeving - 1 en de daaropvolgende berichten. Die gemeenschappelijke factor wordt omschreven als "verlies, geïntimideerd en/of vernederd en/of verraden worden -
fundamentele bedreigingen van iemands fysieke en psychologische
veiligheid". Die sociale onveiligheid kan zoals gezegd voortkomen uit de persoonlijke levenssfeer, maar ook uit het meer onpersoonlijke, maatschappelijke domein.
Dat zou dan moeten betekenen dat er in diezelfde periode waarin de bestaansonzekerheid toenam, ook een toename moet zijn geweest van het lijden aan psychische aandoeningen. Het ontwikkelen van een psychische aandoening op sociale onveiligheid (zoals depressie of een angststoornis) komt overeen met de immobilisatiereactie-met-angst, terwijl politiek rechts-extremisme overeenkomt met de vechtreactie. Zie Over de biologievrije sociale wetenschap. En over Charles Darwin, de Polyvagaaltheorie en het werk van Bessel van der Kolk. Als we verwachten dat de toename van bestaansonzekerheid via sociale onveiligheid het rechts-extremisme vergroot, dan zouden we dus tegelijkertijd ook een toename van psychische aandoeningen moeten zien.
En voor dat laatste is een duidelijke aanwijzing. We hebben geen gegevens voor de gehele periode, maar een flink deel ervan, de periode tussen 2007-2009 en 2019-2022 wordt bestreken door de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS), waarover verslag wordt gedaan in het rapport Prevalence and trends of common mental disorders from 2007-2009 to 2019-2022: results from the Netherlands Mental Health Survey and Incidence Studies (NEMESIS). Als er inderdaad een toename is geweest van psychische aandoeningen, dan zou je die ook in deze periode moeten waarnemen.
En dat blijkt inderdaad het geval te zijn. In zowel 2007-2009 als 2019-2022 werd een gestratificeerde toevalssteekproef van de Nederlandse bevolking van 18 tot 64 jaar oud gevraagd of men in het voorafgaande jaar had geleden aan een psychische aandoening. Het bleek dat de groep die daar bevestigend op antwoordde, in die periode was toegenomen van 17,4 procent naar 26,1 procent. Die toename was sterker bij studenten en 18 tot 34-jarigen dan bij betaald werkenden en degenen van 35 jaar of ouder.
Als je dus de bestaansonzekerheid onder de bevolking laat toenemen, omdat je denkt dat zulks voor de economie een goed idee is, dan vergroot dat de sociale onveiligheidsgevoelens zodanig dat je dat terugziet in een forse toename van het deel van de bevolking dat lijdt aan een psychische aandoening.
Het is interessant om te kijken naar de mogelijke verklaringen voor deze trend die de onderzoekers naar voren brengen:
In recent decades, young adults may have been more adversely affected by the further individualization of society26, the rise of social media54, 55, and the increasing pressure to succeed56. They may also be more adversely affected by current social problems (e.g., shortage of affordable housing, climate change concerns), or have more difficulty coping with setbacks, such as not immediately having a successful job or owner-occupied home.
Daarin vallen gemakkelijk de ontwikkelingen te herkennen die de bestaansonzekerheid, vooral voor jongeren, hebben vergroot: druk om te presteren, problemen op de arbeidsmarkt, tekort aan woningen.
Het herinnert ons er nog eens aan hoe kortzichtig het is als regeringen zich bij hun beleid eenzijdig laten leiden door wat economen (of eigenlijk: de verkeerde economen) hen toeroepen en geen oog hebben voor sociaalwetenschappelijke inzichten.
Dat komt natuurlijk nog sterker naar voren als we gaan kijken naar de aanwijzingen dat datzelfde neoliberale beleid het rechts-extremisme in de politiek heeft aangewakkerd. Daarover in het volgende bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten