Er zijn sterke fluctuaties in dat vertrouwen in instituties. Maar de daling is duidelijk. Tegen de eeuwwisseling lijkt de daling van het vertrouwen in elkaar zich wat te herstellen, maar sinds 2007 zet de daling door.
Wat houdt dat vertrouwen in elkaar in? Het ging om de volgende drie vragen::
- Zou je in het algemeen gesproken zeggen dat de meeste mensen zijn te vertrouwen of dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de omgang met mensen?
- Zou je zeggen dat mensen meestal proberen om behulpzaam te zijn of dat ze meestal alleen maar naar zichzelf kijken?
- Zou je denken dat de meeste mensen van je zouden profiteren als ze de kans kregen of zouden ze proberen om eerlijk te zijn?
Eerdere onderzoeken wezen uit dat in de V.S. ook het sociale kapitaal is afgenomen, dus de hoeveelheid sociale contacten die mensen hebben. En er zijn sterke aanwijzingen dat Amerikanen narcistischer zijn geworden. (Denk aan The Narcissism Epidemic.)
Er is bij sommigen wel eens twijfel over deze bevindingen, maar het gaat steeds om serieus en zorgvuldig onderzoek. Bovendien versterken de uitkomsten elkaar. Als sociale contacten afnemen, zou je ook verwachten dat het vertrouwen afneemt en narcisme toeneemt. En dat blijkt dus ook zo te zijn.
Hoe zou het komen? Dit onderzoek kan laten zien dat het samenhangt met hoe het met de economie gaat en met de maatschappelijke ongelijkheid. Als de inkomensongelijkheid toeneemt, gaan mensen elkaar minder vertrouwen. (Ja, dan denk je aan de aangewakkerde statuscompetitie.) En als de armoede toeneemt, gaat het vertrouwen in instituties achteruit.
Het is niet verrassend. Maar het lijkt niet prettig om dat alles om je heen te zien gebeuren. En goed voor de democratie kan het niet zijn. In ons land hebben we (nog) minder ongelijkheid en armoede dan in de Verenigde Staten. Maar is er in Nederland eigenlijk al eens op een rij gezet hoe het vertrouwen zich in de tijd heeft ontwikkeld?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten