woensdag 29 januari 2020

Aanwijzingen voor het vermoeden dat de toename van bestaansonzekerheid een belangrijke oorzaak was van het toegenomen rechts-extremistisch populisme blijven komen.

Aanwijzingen voor het vermoeden dat de toename van bestaansonzekerheid een belangrijke oorzaak was van het toegenomen rechts-extremistisch populisme blijven komen. In The Great Recession and the Rise of Populism doet Evgenia Passari verslag van een analyse van veranderingen in werkloosheid en veranderingen in de aanhang van populistische partijen in 220 regio's in 26 Europese landen tussen 2000 en 2017. De volledige analyse is na te lezen in The European Trust Crisis and the Rise of Populism.

De uitkomst is in het onderstaande plaatje samen te vatten. Daarin worden die landen onderscheiden in Centrum (Oostenrijk, België, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Zwitserland), Noord (Denemarken, Finland, IJsland, Ierland, Verenigd Koninkrijk), Oost (Bulgarije, Tsjechië, Estland, Hongarije, Polen, Roemenië, Slovakije, Slovenië) en Zuid (Cyprus, Griekenland, Italië, Portugal, Spanje).

Al met al zie je dat een toename van werkloosheid gepaard gaat met een toename van de aanhang van populistische partijen. Een werkloosheidstoename van een procent wordt gevolgd door een  groei van stemmen op populistische partijen van een procent. En we weten dat een toename van werkloosheid gepaard gaat met een toename van bestaansonzekerheid, niet alleen van hen die werkloos werden, maar ook van degenen die vrezen het te worden. Als het bestaan onzekerder wordt, als mensen zich onveiliger en bedreigd voelen, dan zijn ze vatbaarder voor populistische boodschappen.



Dat zou er aan kunnen liggen dat mensen door die grotere bestaansonzekerheid het vertrouwen verliezen in het politieke establishment, in hun parlement en in de instellingen van de Europese Unie. En dat blijkt uit analyses van de data van de European Social Survey over de periode tussen 2000 en 2014 ook precies het geval te zijn.

Dat het een met het ander samenhangt is plausibel als je bedenkt dat er in diezelfde periode geen verband was tussen de toename van werkloosheid en het interpersonele vertrouwen (het vertrouwen in andere mensen).

Interessant is dat toenames van werkloosheid ook gepaard gaan met een negatievere houding tegenover immigranten, maar dan specifiek in de zin dat de toename van immigranten wordt gezien als een economische bedreiging. Er is geen aanwijzing voor toenames van aanhang voor de populistische stelling dat immigranten een culturele bedreiging zouden vormen.

Wat betekent dit nu voor het beleid? Evgenia Passari is daar heel duidelijk over: ga niet mee met met dat culturele anti-immigranten frame, maar doe wat aan die bestaansonzekerheid. Voorkom werkloosheid door anticyclisch macro-economisch en fiscaal beleid:
If populism is entrenched in deeply rooted cultural differences, addressing it is a non-trivial endeavor. Our results, however, show that the rise in unemployment results in increased support for anti-establishment parties via the loss of trust in political institutions. Economic factors seem to be an important part of the populism story, and a key determinant of its recent pan-European electoral success. This presents an exceptional opportunity to address populism through the implementation of countercyclical macroeconomic and fiscal policies that will fight unemployment and foster growth.

Geen opmerkingen: