Dit voornemen is toe te juichen. We hebben een periode van zo'n halve eeuw achter ons van schaalvergroting en concentratie van bedrijvigheid en voorzieningen. Dat heeft geleid tot een sterke functiescheiding, dat wil zeggen tot de ruimtelijke scheiding van wonen, werken en uitgaan. We wonen in een wijk waar nog alleen maar gewoond wordt, werken in een gebied waar alleen gewerkt wordt en winkelen en gaan uit in gebieden waar alleen gewinkeld en uitgegaan wordt.

Die ontwikkeling is vanuit een strikt economisch perspectief goed te begrijpen. Ondernemers die er van afhankelijk zijn dat klanten naar hen toe komen, hebben er belang bij om zich te vestigen waar al andere ondernemers zijn gevestigd die al klanten aantrekken. Ieder die zich ergens vestigt, oefent een positieve externaliteit uit op nieuwkomers. En iedere ondernemer probeert dus om te voorkomen dat hij zich ergens als enige vestigt. Vandaar dat je als je de markt zijn werk laat doen, alles naar de binnenstad en de grote winkelcentra gaat. En alles uit de woonwijken verdwijnt. En precies dat is ook gebeurd.
Je verwacht dus dat er in de wijken behoefte is aan meer horeca en aan de sociale functie van zulke voorzieningen. En volgens de gemeente Utrecht is die behoefte er ook. Uiteraard moet er iets gedaan worden om overlast voor omwonenden te beperken. Ik begrijp dat de raad er in juni definitief over beslist. Nogmaals: vanuit een sociale welvaartsperspectief toe te juichen.
Overigens: ik ben wel benieuwd hoe de gemeente dit nu precies gaat aanpakken. En welke juridische mogelijkheden ter beschikking staan.
Nieuwsberichten:
'via Blog this'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten