Bij dat objectieve welzijn gaat het om:
- materieel welzijn (hoeveel kinderen in armoede leven)
- gezondheid en veiligheid (geboortegewicht, kindersterfte, inentingen)
- opleiding (onderwijsdeelname, schooluitval, schoolprestaties)
- gezondheids- en risicogedrag (obesitas, ontbijten, fruit eten, bewegen, teenagerzwangerschappen, roken, alcoholgebruik, cannabisgebruik, vechten, gepest worden)
- huisvesting en veiligheid omgeving (aantal kamers per persoon, huisvestingsproblemen, moordcijfers, luchtvervuiling)
Oké, hoe zit dat dan met het subjectieve welzijn? Daarvoor gebruikt UNICEF de volgende 4 maten:
- tevredenheid met het leven: kinderen van 11, 13 en 15 jaar oud is gevraagd om op een ladder van 0 ("slechtst mogelijke leven") tot 10 ("best mogelijke leven") aan te geven hoe tevreden ze met hun leven waren. Landen zijn gerangordend naar het percentage kinderen dat hun tevredenheid met een 6 of hoger waardeert.
- relaties: kinderen werd gevraagd of ze gemakkelijk ze met hun vader en met hun moeder kunnen praten en of klasgenoten aardig en behulpzaam zijn. Landen gerangordend naar percentage dat bevestigend beantwoordt.
- subjectieve opleiding: een vraag naar hoeveel druk het schoolwerk oplevert en een vraag naar hoe leuk het op school is
- subjectieve gezondheid: een vraag naar hoe goed de eigen gezondheid wordt beoordeeld en een vraag naar gezondheidsklachten
Wat valt op? Drie kanttekeningen. In de eerste plaats valt op dat de rangorde voor tevredenheid met het leven eigenlijk de rangorde is voor de geringste ontevredenheid. Nederland staat bovenaan omdat wij het laagste percentage kinderen hebben die hun leven het cijfer 5 of lager geven. Je zou wel willen weten of wij ook het land zijn met de hoogste gemiddelde tevredenheid, maar het rapport geeft daarover geen uitsluitsel. Waarom niet is mij een raadsel. Een gewone rangorde naar de gemiddelde tevredenheid zou informatiever zijn.
Maar belangrijker is die maat voor relaties. Want wat verstaat UNICEF onder het domein van relaties dat belangrijk is voor het subjectieve welzijn van kinderen? De relatie met de ouders en de relatie met de klasgenoten. Anders gezegd: UNICEF gaat uit van het sociaal geïsoleerde gezin, waarin het kind vooral tijd doorbrengt met de eigen ouders en met de leeftijdsgenoten op school. Wat voor het welzijn en voor de sociale en morele ontwikkeling van kinderen juist cruciaal is, of een kind ook contacten heeft met oudere en jongere kinderen en met volwassenen anders dan de eigen ouders, dat is dus helemaal niet meegenomen! Over de variatie die daarin tussen landen bestaat, komen we niets te weten. Als het klopt dat Nederland het land is waar kinderen de meeste tijd doorbrengen met alleen de eigen ouders, dus het land met de meest sociaal geïsoleerde gezinnen, dan zou die rangorde wel eens anders hebben kunnen uitvallen als die leeftijdsgemengde relaties ook waren meegenomen. Ik vind het vreemd.
Ten slotte is het goed om stil te staan bij wat jongeren onder tevredenheid met het leven zouden kunnen verstaan. Waar denken ze aan bij "het best mogelijke leven"? We weten dat jongeren onder geluk vooral verstaan hoeveel opwindende en nieuwe ervaringen ze meemaken. Zie de studie The Shifting Meaning of Happiness en mijn bericht Geluk en ouder worden. Terwijl mensen bij het ouder worden bij geluk meer denken aan vredigheid en meer inzicht hebben in hun eigen authentieke behoeften, waardoor ze minder bezig zijn met hoe ze op anderen overkomen. Het best mogelijke leven zou voor kinderen dus wel eens het leven kunnen zijn met de meeste "sensatie" en het meeste "succes" in de ogen van anderen.
Het land met de meest tevreden kinderen zou dan het land zijn dat zijn kinderen wat die zaken betreft de meeste ruimte en dus de meeste vrijheid geeft. Zou dat er mee overeenkomen dat Nederland volgens dat Working Paper dat ik hierboven noemde, bij de landen hoort waar kinderen de minste druk van het schoolwerk ervaren? En school het leukste vinden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten