Ernst Hirsch Ballin en Andrée van Es waren het er gisteravond in Nieuwsuur als vanzelfsprekend over eens dat het koningschap een functie is. En dat Beatrix die functie heel goed heeft uitgeoefend. Maar is het koningschap wel een functie, zoals andere functies?
Wij leven in een maatschappij met functies (of posities). Een functie is een bundel van omschreven rechten en plichten, die door verschillende personen kan worden ingenomen. Functies zijn onderdeel van een apart soort organisaties, die we daarom ook wel formele organisaties noemen. En die bestaan nog niet zo lang; ze zijn door mensen uitgevonden.
De socioloog James Coleman beschrijft de geschiedenis van die uitvinding in hoofdstuk 20 van dat curieuze boek Foundations of Social Theory. De oorsprong van die uitvinding ligt in het Romeinse recht, maar de doorontwikkeling er van heeft de periode vanaf de dertiende eeuw tot de twintigste eeuw in beslag genomen. In die periode kun je de overgang plaatsen van een maatschappij die volledig is gebaseerd op persoonlijke relaties naar de ingewikkelder "moderne" maatschappij. waarin er daarnaast relaties tussen personen en posities en zelfs relaties tussen posities zijn bijgekomen. Als je (als persoon) een vergunning aanvraagt om je huis uit te bouwen, dan is er een beambte, een persoon die een functie bekleedt, die die aanvraag beoordeelt. En die doet dat namens de gemeente, een organisatie die volledig uit posities bestaat. En als een beambte een vestigingsvergunning verstrekt aan een onderneming, dan hebben we te maken met een relatie tussen uitsluitend posities. Kenmerkend voor zulke relaties is dat ze blijven bestaan ook als de personen wisselen.
Een deel van die geschiedenis is de ontwikkeling van het zuiver persoonlijke koningschap naar de constitutionele monarchie. Volgens Coleman ontwikkelde de doctrine van de scheiding tussen de koning als persoon en de koning als functie (body politic) zich gedurende de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw, te beginnen in Engeland. Een element in die ontwikkeling was de vaststelling dat Koning Edward IV (1442-1483) landerijen kon verkopen, hoewel hij als persoon nog maar 9 jaar oud was en dus minderjarig. Hij verrichte die transactie namelijk niet als persoon, maar in zijn functie. Zo ontstond het idee van de Kroon of het koningschap als een fictieve persoon of positie, met omschreven rechten en plichten. Dit maakte het mogelijk dat het parlement in 1642 in opstand kwam tegen Karel I in zijn hoedanigheid als persoon, terwijl het koningschap desondanks bleef bestaan. Je kon de persoon van de koning onthoofden zonder het koningschap op te heffen.
Wat zegt dat over de vraag of ons huidige koningschap een functie is? Toen ik daar gisteravond over nadacht, vond ik het nog best ingewikkeld. Want enerzijds hebben Hirsch Ballin en Van Es gelijk dat het een functie is. Beatrix draagt de functie over aan Willem-Alexander en dat is een formele daad, waarbij een groot aantal handtekeningen worden geplaatst, weliswaar door personen, maar niet als persoon. En toen Willem-Alexander in dat interview van een paar dagen geleden werd gevraagd hoe hij het zou vinden als het koningschap volledig ceremonieel zou worden gemaakt, dus als de rechten en plichten zouden worden veranderd, antwoordde hij dat hij dat natuurlijk zou accepteren. Ook als de functie verandert, kan de persoon blijven.
Maar interessant was dat hij er een voorwaarde aan verbond, namelijk die dat dat dan wel keurig democratisch moest worden beslist. Dat was wel opvallend, want het suggereerde dat hij zelf, als persoon, daar een oordeel over zou kunnen hebben. En dat hij het dus eventueel ook niet zou kunnen accepteren als hij om wat voor reden dan ook mocht vinden dat de beslissing niet democratisch tot stand was gekomen. Met die suggestie zou dan nog een klein restje van de koning als persoon zijn blijven bestaan.
Anderzijds, al die discussies over hoe goed Beatrix haar functie heeft vervuld, en alle speculaties over hoe Willem-Alexander dat zal doen, dat alles wijst er op dat wij er al lang aan gewend zijn om het staatshoofd als de bekleder van een functie te zien. Want als we al te ontevreden zouden worden over de vervulling van die functie, dan lijkt het onwaarschijnlijk dat we ons daar maar gewoon bij zouden blijven neerleggen. Natuurlijk zouden we het voor elkaar krijgen om de persoon van de koning te laten terugtreden en hem in te ruilen voor een geschiktere. Hoe meer we de vrijheid nemen om te oordelen over hoe goed of slecht de koning zijn functie vervult, hoe dichter we in feite opschuiven naar de republiek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten