De Leuvense onderzoekers Janne Vanhalst, Koen Luyckx en Luc Goossens hebben die vraag proberen te beantwoorden in hun pas verschenen studie Experiencing Loneliness in Adolescence: A Matter of Individual Characteristics, Negative Peer Experiences, or Both? (betaalpoort). Ze laten zien dat kinderen die verlegen zijn of een lage zelfwaardering hebben, een grotere kans hebben om zich eenzaam te voelen. Oké, maar belangrijk is wat daarnaast in de groep gebeurt, want dat heeft een zelfstandige invloed op de kans op eenzaamheid. Nog los van of je verlegen bent of een lage zelfwaardering hebt, vergroten het niet door anderen geaccepteerd worden en het gepest worden de kans dat je je eenzaam voelt.
Eenzaamheid is dus niet zomaar een rechtstreeks gevolg van hoe jij bent, of je wel of niet verlegen bent of wel of niet tevreden met je zelf bent. Nee, het is daarnaast ook een uitkomst van het groepsproces. En dus is het een kwestie van geluk of pech in welke groep je terecht komt. En zo kun je je dus ook eenzaam voelen als je niet verlegen bent of niet een lage zelfwaardering hebt. Je hebt dan gewoon pech gehad.
De groep doet er dus toe. Maar welke groep? In dit onderzoek ging het om de schoolklas. (Het ging om adolescenten van gemiddeld tegen de 16 jaar oud.) Wat de onderzoekers dus in feite hebben vastgesteld is dat het deel uit maken van een naar leeftijd homogene groep een bijdrage levert aan de kans op eenzaamheid.
Wat zou het mooi zijn als we wat vaker onderzoek zien waarin een vergelijking mogelijk is met naar leeftijd gemengde groepen. Zoals gebeurde in de Amerikaanse studie Children's Social Behavior in Relation to Participation in Mixed-Age or Same-Age Classrooms, waar ik eerder naar verwees. Want dat wijst er op dat zulke gemengde groepen sociaal veel beter functioneren. Waardoor de kans op eenzaamheid kleiner is, of je nu verlegen bent of negatief over je zelf denkt of niet. Hoe het met je gaat, is dan wat minder afhankelijk van pech hebben of geluk hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten