Mensen die meer gericht zijn op het streven naar status, macht en succes zijn meer geneigd tot fraude en bedrog. Zie dit bericht. Zou dat er mee samen kunnen hangen dat mensen die meer statuscompetitief zijn ingesteld minder empathisch zijn? Ze zouden andere mensen meer kunnen zien als middelen om hun eigen doelen te bereiken en daardoor minder in hun welzijn zijn geïnteresseerd. Zijn ze manipulatief en zien ze anderen als pionnen op een schaakbord?
Als dat zo is en als je veronderstelt dat zulke mensen ook succesvoller zijn in het bereiken van machtsposities, dan zou dat verklaren waarom machtigen minder empathisch zijn. Ze waren dat al toen ze nog niet aan de macht waren en die eigenschap heeft hen geholpen om daar terecht te komen. Ze zijn erg gemotiveerd en hebben minder scrupules. Zie bijvoorbeeld Hoe komen foute leiders aan de macht? en Psychopathische leiders beoordeeld als communicatief, strategisch en creatief. Máár..... en Zijn narcisten goed in verwerven van leiderschap en slecht in uitoefenen daarvan?
Maar het kan, daarnaast, ook zijn dat je minder empathisch wordt als je aan de macht bent gekomen. Het bekleden van een machtspositie en het gevoel van macht dat daarmee gepaard gaat, maken dat je je minder inleeft in anderen. Je gevoel van almacht en onafhankelijkheid bedwelmen je zodanig dat anderen er niet meer toe doen. Of dat ze er alleen nog toe doen als mogelijke vijanden en rivalen. In geen geval mensen waarom je je zou bekommeren.
Aanwijzingen daarvoor komen uit de studie Power and Perspectives Not Taken, waar Rita Smaniotto mij per email op attendeerde. In vier experimenten werden proefpersonen geprimed met een hoge dan wel een lage machtspositie. Dat wil zeggen dat ze zich in de eerste conditie een voorval moesten herinneren en beschrijven waarin ze macht over anderen uitoefenden, bijvoorbeeld anderen beoordeelden. En in de tweede conditie juist een voorval waarin anderen macht over hen hadden.
Het bleek toen dat degenen bij wie dat gevoel van macht was opgewekt, zich minder goed in anderen inleefden. Een opdracht was bijvoorbeeld om met een viltstift een hoofdletter E op je voorhoofd te schrijven. Degenen met dat gevoel van macht deden dat vaker zo dat die E voor anderen in spiegelschrift was geschreven. Ook waren ze meer geneigd om een scenario uitsluitend vanuit hun eigen perspectief te interpreteren, in plaats van het perspectief van de personen die werden beschreven. En ze waren minder goed in staat om emoties van gezichten af te lezen.
Kortom, macht doet iets met je. Je wordt er minder empathisch door en empathie is de grondslag voor pro-sociaal gedrag. Met macht moeten we dus oppassen. Niet alleen kunnen de verkeerde personen aan de macht komen, daarbovenop maakt macht je tot een slechter mens.
4 opmerkingen:
Goed punt: macht doet iets met je. Maar volgens mij niet per sé omdat het gevoel van macht je bedwelmt, maar veel pragmatischer: omdat je je kunt permitteren om minder empatisch te zijn. Zo verklaarde Anna Fels (Vrouwen en Ambitie) het verschil in empathie tussen mannen en vrouwen: de eersten kunnen het zich botweg (! pun intended) permitteren om minder empatisch te zijn. Ondergeschikten zijn kwetsbaarder voor machtige mensen (vaker mannen) en moeten zijn wensen voorkómen, door er dmv empathie op te anticiperen.
Het klopt dat lageren in de statushiërarchie empathischer zijn. Daar is onderzoek naar, maar dat zou ik weer moeten opzoeken. Dat zou een aanpassing zijn aan hun positie. Ze zijn afhankelijk van het gedrag van anderen en dan is het maar beter om daar op te anticiperen. En dus om te proberen je in hen in te leven. Maar in het onderzoek waar ik het nu over had, ging het over minder empathisch worden als je meer een gevoel van macht hebt. Dus naast dat machteloos zijn je empathischer maakt, is het ook zo dat meer macht je minder empathisch maakt. Het heeft zeker te maken met wat je je wel of niet kunt permitteren, maar dat betekent ook weer niet dat deze effecten gevolgen zijn van bewuste keuzes.
Een zeer slecht en ongefundeerd stuk. Er is een titel geplaatst (mogelijk na akelige ontmoeting met een invloedrijk persoon), daarna is dit stuk geschreven om de titel te ondersteunen. Simpel: er zijn velen niet-machtigen zonder empathie EN neem Mandela, wel machtig, juist door zijn behoud van empathie.
Conclusie: Deze titel is een bedrieglijke, niet onderbouwd, een aanvechtbare stelling; feitelijk onverantwoord dit te publiceren.
Het besproken onderzoek was de aanleiding om dit bericht te schrijven. Niet een of andere ontmoeting. De resultaten van dat onderzoek houden niet in dat er ook niet-machtigen kunnen zijn zonder empathie. En ook niet dat er machtigen kunnen zijn met empathie. Lees het bericht nog eens goed. Als je wilt, stuur ik je de pdf van dat artikel.
Een reactie posten