donderdag 5 december 2013

Het klopt dat het streven naar status, macht en succes samen gaat met fraude en bedrog

Klopt het dat de neoliberale ideologie, waarin het streven naar macht, status en succes ruim baan krijgt, omdat het via de onzichtbare hand van het marktmechanisme tot maatschappelijk wenselijke uitkomsten zou leiden, aanzet tot fraude en bedrog?

Je zou het gaan denken als je het nieuws volgt. Bijna elke dag zijn er berichten over machtige en succesvolle leiders in het bedrijfsleven en de bankensector die zich voor de rechter moeten verantwoorden voor pogingen tot zelfverrijking door oneerlijke praktijken. Praktijken die ook zijn doorgedrongen tot het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek, blijkend uit de berichten over plagiaat en fraude door studenten en onderzoekers. Wat er mee zou kunnen samen hangen dat neoliberale waarden van individueel succes en onderlinge competitie ook in het wetenschappelijk bedrijf zijn gaan domineren. (Update. Zie ook nog eens hier.) Maar ook in het openbaar bestuur en in semi-overheidsinstellingen zoals op het terrein van de volkshuisvesting, lijken zelfverrijking en fraude gangbare praktijken.

Je gaat kortom vermoeden dat de neoliberale ideologie met zijn rotsvaste geloof in de weldadige werking van de markt en zijn wantrouwen tegenover de overheid een rol speelt in de golf van fraude en bedrog die door ons publieke domein trekt. De ideologie van de onzichtbare hand lijkt te fungeren als een morele vrijbrief.

Er is nu de studie Why Neoliberal Values of Self-Enhancement Lead to Cheating in Higher Education. A Motivational Account (betaalpoort) die deze vermoedens bevestigt. De onderzoekers vroegen Zwitserse studenten van een managementopleiding hoe belangrijk ze het vonden: om beter dan anderen te zijn, om rijk te zijn, om ambitieus te zijn, om te laten zien hoe goed je bent, om succesvol te zijn en om degene te zijn die besluiten neemt en de leiding heeft. Allemaal waarden in de sfeer van zelfverheffing, die volgens die neoliberale ideologie via het marktmechanisme zo weldadig zouden uitwerken op de gezamenlijke welvaart.

Het bleek toen dat degenen die deze waarden meer onderschreven, meer geneigd waren om academische fraude goed te praten. Het ging dan om het overschrijven van het werk van anderen of van internet en om het als eigen prestatie presenteren van werk waarbij anderen hadden geholpen. En het bleek dat dit verband verklaard kon worden doordat deze studenten meer gemotiveerd werden door het indruk op anderen  maken en beter te zijn dan anderen. Blijkbaar is het statuscompetitieve element in het aanhangen van die neoliberale waarden dat maakt dat fraude en bedrog er gemakkelijk uit voortvloeien.

Dat laatste gebeurde ook inderdaad feitelijk. Want de onderzoekers lieten de studenten ook opdrachten uitvoeren en hen daarna rapporteren welke ze succesvol hadden uitgevoerd. Die opdrachten bestonden er uit dat je verschillende figuren moest natekenen zonder je pen van het papier te halen. Sommige van die opdrachten waren echter onuitvoerbaar, zonder dat ze op het oog moeilijker leken. Het bleek toen dat de studenten die meer die statuscompetitieve waarden aanhingen, meer rapporteerden dat ze die onuitvoerbare opdrachten tot een succesvol einde hadden gebracht.

Oké, maar kun je die negatieve uitwerking van die neoliberale waarden ook tegengaan door de studenten in aanraking te laten komen met tegenovergestelde ideeën? Ja, dat bleek inderdaad mogelijk te zijn. Want studenten die vlak daarvoor een (fictieve) speech hadden gelezen van een Nobelprijswinnaar die opriep om het vak economie in dienst te stellen van het goede leven en dat het goede leven er uit bestond dat je hulpvaardig bent, rechtvaardig, verantwoordelijk bent en vrijheid en vrede nastreeft, dan bleek dat het effect van die neoliberale waarden was weggevallen. Die morele oproep bleek voldoende tegenwicht te bieden.

We kunnen dus beïnvloed worden door de ideologie van de weldadige werking van het marktmechanisme, die ons een morele vrijbrief verschaft voor fraude en bedrog. Maar als we er aan herinnerd worden, door een gerespecteerde bron, dat ander gedrag van ons verwacht wordt, dan blijkt dat verschil te maken. Dat geeft te denken over de werking van sociale beïnvloeding en het belang van die werking. Ideologieën zijn niet onschuldig. En morele oproepen kunnen effectief zijn.

Deze resultaten komen overigens overeen met onderzoek waaruit blijkt dat het volgen van colleges economie waarin het marktdenken wordt uitgedragen en het streven naar eigenbelang als vanzelfsprekend wordt verondersteld, minder pro-sociaal maakt. Zie eerder dit bericht.

Geen opmerkingen: