In die laatste column stond hij stil bij wat er de laatste tientallen jaren in Nederland is veranderd. Als meest omvattende, negatieve verandering noemt hij
de 'economisering' van de samenleving. Praktisch alle beleid staat in dienst van de economie zoals die wordt gedicteerd door een wereldwijd geliberaliseerde financiële markt. Geld flitst met de snelheid van het licht over de wereld, op zoek naar het hoogste rendement. Menselijke verhoudingen, gevraagde prestaties, de verhouding individu en samenleving, het onderwijs, de arbeidsmarkt, de verzorgingsstaat, alles is of wordt dienstbaar gemaakt aan economische wedijver en groei.En dat lijkt mij een uitstekende kenschets van wat er aan de hand is. Er is inderdaad, niet onder het gewone volk, maar onder de min of meer intellectuele goegemeente, een opinion chic gegroeid dat de verzorgingsstaat een naïef en achterhaald ideaal is en dat in plaats daarvan de wedijver van het marktmechanisme in zoveel mogelijk zaken richtinggevend moet zijn. Mensen zijn alleen door prikkels als status en geld te bewegen om zich in te spannen en de markt zorgt er voor dat dan verder alles op zijn pootjes terecht komt.
Wat dat voor de politiek is gaan betekenen?
De politiek is verworden tot een proces van aanpassing aan veranderingen die worden geïnitieerd en gestuurd door anonieme machten waarop de bevolking geen greep heeft. Privatisering, verzelfstandiging en commercialisering, zoals in de media, de zorg, het vervoer, de post, de levering van water en energie sturen omvang en kwaliteit van productie en consumptie. Individuele belangen en hebzucht overwoekeren gemeenschappelijke belangen en solidariteit.Het beeld is gaan overheersen dat er een bron van apolitieke deskundigheid bestaat, die van, laten we zeggen, het neoliberale gedachtegoed, waar de politiek zich aan moet aanpassen, desnoods tegen de wil van de kiezers in. Daardoor loopt de democratie gevaar.
Vanwege het onvermogen van de bevolking invloed uit te oefenen op het beleid is er sprake van grote gelatenheid. Verzet is ver te zoeken, vooral omdat er nauwelijks nog organisaties zijn die er leiding aan willen geven. In tegendeel: de sociaal-democratie en de vakbeweging, eerder felle tegenstanders van bijna alle afbraak die nu plaatsvindt, kozen in plaats van verzet voor de macht.Genoeg geciteerd om duidelijk te maken dat Marcel van Dam zich in al die jaren heeft ingespannen om, tegen de goegemeente in, de verzorgingsstaat te verdedigen. Als de institutionele vormgeving van de solidariteit waartoe mensen in staat zijn, ook als het niet hun eigen naasten betreft.
Wat ik me vooral herinner zijn zijn herhaalde pogingen om te weerleggen dat de verzorgingsstaat onbetaalbaar zou zijn of zal worden. Ik wilde er nog even zijn boek Niemands land uit 2009 op naslaan, maar kon dat niet meer in mijn boekenkast terugvinden. Moet ooit eens niet tegen mijn periodiek opvlammende opruimwoede bestand zijn geweest. (Sorry, Marcel.) Hoe dan ook, Marcel voldeed over het algemeen aan mijn criterium voor wat een columnist te bieden moet hebben. Hij moet zich ergens in hebben verdiept en daar verslag van doen. Want we hebben een tegenwicht nodig tegen te veel oppervlakkigheid en anderen naar de mond praten.
Vindt de verdediging van de verzorgingsstaat ondersteuning in het sociaalwetenschappelijk onderzoek? Ja, dat kun je wel zeggen. Ik loop een aantal berichten van dit blog door.
- De verzorgingsstaat dient om armoede en ongelijkheid te bestrijden. Onderzoek wijst uit dat armoede en ongelijke behandeling chronische stress veroorzaakt en slecht uitwerkt op cognitieve prestaties.
- De regelingen van de verzorgingsstaat zijn geen economische kosten, maar integendeel verstandige investeringen. Zie Chris Dillow daarover.
- Het blijkt niet zo te zijn dat de verzorgingsstaat de onderlinge hulpverlening verdringt. De aanwijzingen zijn sterker dat ze elkaar ondersteunen.
- Bij het gewone volk is de verzorgingsstaat populair. Onderzoek wijst herhaaldelijk uit dat mensen uitgaven voor publieke en sociale voorzieningen ondersteunen en bereid zijn daar de belastingen voor op te brengen. Ook is een grote meerderheid het er mee eens dat de overheid de ongelijkheid in inkomens terug moet dringen.
- Verzorgingsstaten dringen de ongelijkheid terug en dat blijkt gunstige gevolgen te hebben voor stabiele economische groei.
- Verzorgingsstaten scoren hoog in de rangordeningen van landen naar het gemiddelde geluk van de inwoners.
- Het blijkt dat de verzorgingsstaat de tevredenheid met het leven verhoogt, niet alleen van de lagere inkomens, maar ook van de hogere.
- De verzorgingsstaat geeft mensen een grotere bestaanszekerheid. Dat is niet allen goed voor hun welbevinden en gezondheid, maar het bevordert ook hun samenwerkingsbereidheid en hun pro-sociale gedrag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten