dinsdag 17 november 2015

Waardenoverdracht ouders-kinderen is vooral genetisch - meer over de mythe van de opvoedbaarheid


Stel je bent iemand die gemakkelijk anderen te hulp schiet. En iemand die een rechtvaardige wereld voorstaat en die vindt dat mensen gelijk behandeld horen te worden.

Of stel dat je iemand bent die vindt dat er in het leven gepresteerd moet worden, dat je ambitieus hoort te zijn en dat je naar macht moet streven.

En stel dat je constateert dat je opgroeiende kinderen wat deze waarden betreft behoorlijk op jou lijken. Je zou dan kunnen denken dat dat komt doordat jij hen zo hebt opgevoed.

In het eerste geval heb je hen bijgebracht dat je hulpvaardig moet zijn en eerlijk en dat iedereen gelijk is. Of je hebt hen bijgebracht dat het in het leven draait om succes, ambitie en macht.

Dan is er een grote kans dat je onderschat hoeveel van die gelijkenis tussen jou en je kinderen genetisch bepaald is. En dat je je eigen bijdrage als opvoeder overschat.

Dat je dat doet, is te begrijpen, want het overschatten van het belang van opvoeden voor het opgroeien van kinderen is een veel voorkomende fout. Denk aan Het misverstand opvoeding van Judith Rich Harris en aan wat ik eerder de mythe van de opvoedbaarheid noemde.

Nieuwe aanwijzingen voor het grote belang van de genetische overdracht van waarden in vergelijking met de overdracht door opvoeding komen uit de nieuwe studie Genetic and Environmental Parent–Child Transmission of Value Orientations: An Extended Twin Family Study (betaalpoort).

De onderzoekers ondervroegen een-eiige en twee-eiige tweelingen van tussen de 7 en 11 jaar oud en hun ouders over hun houding tegenover de 10 fundamentele waarden van Shalom Schwartz. Die waarden zie je hieronder in een cirkel afgebeeld, waarbij die waarden die dichterbij elkaar liggen in de werkelijkheid ook meer samen voorkomen. (Bron afbeelding. Anders gezegd, tegenover elkaar liggende driehoeken zijn elkaars tegengestelden. Als jij bijvoorbeeld veel waarde hecht aan succes en presteren (statuscompetitie), dan is de kans klein dat je het belangrijk vindt om hulpvaardig te zijn (gemeenschapsgedrag).


Om de vragenlijst voor de kinderen niet te lang te maken, werden vragen over twee waarden (traditie en universalisme) weggelaten.

Na statistische analyse van de overeenkomsten en verschillen tussen de ouders onderling, tussen de ouders en hun kinderen en tussen de een-eiige en de twee-eiige tweelingen komen de onderzoekers tot de conclusie dat de overeenkomst tussen ouders en hun kinderen bovenal moet worden toegeschreven aan de genetische overdracht. In de woorden van de onderzoekers:
The results of our study cast doubt on the conventional wisdom that similarity between family members regarding value priorities results from environmental sources. Although we found significant environmentally mediated parental effects for some value priorities (e.g., benevolence, security, power, and self-direction), the effects were rather small, providing less evidence for value socialization within families contributing to parent–child and siblings’ similarity in value priorities beyond genetic contributions. The twin family analyses yielded significant contributions of twins’ shared environments beyond parental influences that act to increase twins’ similarity. Those effects may reflect intragenerational shared social contexts, such as peer influences, which may be more important as a source of siblings’ similarity in value priorities. This may not be surprising because the primary school age marks the beginning of a trend toward independence from parents and an increasing identification with peers ...
Judith Rich Harris werd wel verweten dat haar boodschap dat opvoeding weinig effect heeft, ouders er toe zou brengen om hun kinderen te verwaarlozen. Want ja, het maakt immers toch niet uit?

Maar Harris heeft daar tegen in gebracht dat ouders gelukkig bijna allemaal van hun kinderen houden en dat het die liefde voor hun kinderen is die maakt dat ze goed voor hen zorgen. Daar gaat het om, niet om de motivatie om hen "goed op te voeden". Ik vond hier dit mooie citaat:
Is my idea dangerous? I've never condoned child abuse or neglect; I've never believed that parents don't matter. The relationship between a parent and a child is an important one, but it's important in the same way as the relationship between married partners. A good relationship is one in which each party cares about the other and derives happiness from making the other happy. A good relationship is not one in which one party's central goal is to modify the other's personality.
I think what's really dangerous — perhaps a better word is tragic — is the establishment's idea of the all-powerful, and hence all-blamable, parent.
Tot zover deze keer over de mythe van de opvoedbaarheid.

Geen opmerkingen: