vrijdag 13 november 2015

Etnische diversiteit niet slecht voor vertrouwen - Waar het wel om gaat? Om vertrouwdheid!

De Volkskrant maakt er vanochtend melding van dat een her-analyse van data van Robert Putnam uitwijst dar het niet klopt dat mensen in meer etnisch gemengde wijken elkaar minder vertrouwen.

Als je de analyse overdoet en beter rekening houdt met andere, bekende oorzaken van vertrouwen, dan blijkt dat het niet om die diversiteit op zich gaat, maar om onderliggende factoren, zoals armoede en residentiële stabiliteit. Het artikel, Putting Diversity in its Place. The Continuing Significance of Race for Self-Reported Trust, verschijnt in de november aflevering van de American Journal of Sociology, maar nu is alleen nog de Abstract beschikbaar. Putnam moet er niet goed rekening mee hebben gehouden dat etnisch gemengde wijken vaak ook armer zijn en een groter verloop kennen.

Goed dat die her-analyse is uitgevoerd. Het resultaat lijkt te bevestigen dat het bij de vraag of mensen elkaar vertrouwen vooral gaat om hoe vertrouwd ze met elkaar zijn. Dus om hoe lang ze elkaar al kennen en hoe lang ze al contact hebben. Denk aan het bericht Draait alles om vertrouwdheid? en aan dit bericht over de bekende contacthypothese.

Want als een buurt meer een duiventil is, dan hebben de bewoners niet de tijd om elkaar te leren kennen. En dat is slecht voor het sociale leven in de buurt. Evenzo weten we dat als je individuen vergelijkt, het vaak verhuisd zijn negatieve gevolgen heeft.

Maar hoe zit het dan met armoede? Past dat ook in deze redenering? Ja, dat zou best eens kunnen. Want armoede gaat sterk gepaard met een laag opleidingsniveau en het blijkt steeds dat mensen met een lagere opleiding minder sociaal vertrouwen hebben. Zie Sociaal en institutioneel vertrouwen in Nederland (pdf).

Dat laatste ligt misschien aan persoonseigenschappen die bevorderlijk zijn voor het bereiken van een hoge opleiding én voor het gemakkelijk vertrouwen van andere mensen. (Update. Denk aan openness to experience, een van de vijf persoonlijkheidseigenschappen.) Maar het kan ook zijn dat je door een langere onderwijsloopbaan meer ervaring hebt opgedaan in het omgaan met onbekenden en in het contact maken met anderen. Waardoor je gemakkelijker anderen vertrouwt. Update. Ter verduidelijking: verschillen in opleiding zouden dan dus samenhangen met verschillen in de mate waarin je vertrouwdheid met anderen tot stand kunt brengen.

Maar de boodschap lijkt me vandaag dus vooral dat alles draait om vertrouwdheid.

Geen opmerkingen: