maandag 12 september 2016

Participatiesamenleving en verzorgingsstaat: niet of-of, maar en-en? Meer aanwijzingen voor en-en

We leven in een tijd waarin velen, waaronder politici, denken dat de verzorgingsstaat is doorgeschoten en dat we toe moeten naar een participatiesamenleving. De gedachte daarachter is dat de voorzieningen van de verzorgingsstaat, zoals de uitkeringen en de thuiszorg, de onderlinge hulpverlening, de mantelzorg, verdringen. De verzorgingsstaat zou mensen onderling minder solidair maken.

Dat thema van de verdringing (crowding-out) speelt al langer. Bijvoorbeeld ook al ten tijde van het hele prille begin van de verzorgingsstaat, dus toen de Armenwet in werking trad. In 1848, als ik het goed heb. Er waren toen tegenstanders die net als nu de gedachte van de verdringing aanhingen. Armenhulp door de overheid zou de onderlinge hulp door familie, kerk en liefdadigheid verminderen en zou zelfs moreel verval met zich meebrengen.

We weten al dat de huidige aanwijzingen voor het optreden van verdringing niet sterk zijn. Zie Verdringt de verzorgingsstaat de onderlinge hulpverlening?, waarin ik onderzoek aanhaalde dat juist wijst op crowding-in: een ruimhartige verzorgingsstaat gaat juist samen met méér onderlinge hulpverlening. In plaats van verdringing, vullen formele zorg en informele zorg elkaar aan. Daarom ook het bericht Participatiesamenleving in plaats van verzorgingsstaat? Niet of-of, maar en-en.

Er is nu nieuw onderzoek dat laat zien dat zulks ook al het geval was ten tijde van de eerste Poor Laws in Engeland en Wales in de late achttiende en de vroege negentiende eeuw.

In Does Welfare Spending Crowd Out Charitable Activity? Evidence from Historical England Under the Poor Laws analyseren de onderzoekers de beschikbare gegevens over uitkeringen in het kader van de Poor Law en de inkomsten van (donaties aan) liefdadigheidsinstellingen.

Vergelijking tussen districten levert dan op, als je met allerlei mogelijke verstorende variabelen rekening houdt, dat in districten met meer en hogere Poor Law-uitgaven ook de inkomsten (donaties) aan liefdadigheidsinstellingen hoger waren. In het plaatje zie je de puntenwolk waaruit dat positieve verband naar voren komt. Op de horizontale as staan de Poor Law-uitgaven en op de verticale as de inkomsten van de liefdadigheidsinstellingen, beide per hoofd van de bevolking. (Zie voor een samenvatting van het onderzoek ook WELFARE SPENDING DOESN’T ‘CROWD OUT’ CHARITABLE WORK: Historical evidence from England under the Poor Laws.)



De onderzoekers concluderen:
We find strong empirical support for a positive relationship between welfare provision and charitable giving using data from the late eighteenth and early nineteenth centuries, at a time when both were expanding but were subject to increasing criticism, in particular by economists. This mirrors the situation since the end of the Second World War, when the size and scope of government provision has come increasingly under attack. There are certainly many theoretical justifications for this but we believe that the crowding-out hypothesis should not be one of them. On the contrary, there even seems to be evidence that government can set an example for private donors.
En dat laatste komt dus overeen met mijn eerdere vermoeden:
(...) het bekende crowding out-effect (...) veronderstelt dat de menselijke motivatie om anderen te helpen alleen instrumenteel is. In de zin dat als anderen, de overheid, die hulp al geeft, dat dan de motivatie verdwijnt. De overheid doet het al, dus dan hoef ik niet meer.

Maar de aanwijzingen zijn dat de menselijke sociale natuur anders in elkaar zit. Mensen willen graag helpen omdat de daad van het helpen hen voldoening geeft. Dat is het zogenaamde warm glow-model. Bovendien werkt daarbij de sociale beïnvloeding: jouw neiging om te helpen wordt bevorderd als je anderen ziet helpen. Dat versterkt gevoelens van onderlinge solidariteit en van "dat doen wij voor elkaar". Pro-sociaal gedrag is besmettelijk. En dus kan ook de overheid het goede voorbeeld geven. Want de overheid, dat zijn wij met zijn allen.

Geen opmerkingen: