vrijdag 28 juni 2019

Was de politieke bezuinigingszeepbel een gevolg van de invloed van het Grote Geld?

Hoe kon het gebeuren dat er na de Grote Financiële Crisis van 2009 - 2010 in de politiek een obsessie ontstond met overheidsschulden? Met een consensus dat overheden zo snel mogelijk en zo veel mogelijk moesten bezuinigen?

Terwijl de crisis juist te maken had met de exorbitante schuldophoping in de private sector? En terwijl de economiehandboeken adviseerden om in zulke tijden juist de tekorten te laten oplopen en de economie te stimuleren? Kortom, hoe kon de politieke bezuinigingszeepbel ontstaan? (Mijn eerste bericht over die bezuinigingszeepbel dateert van 2011.)

Een aanleiding om nog eens bij die vraag stil te staan vormen de laatste twee columns van Coen Teulings in het Financieel Dagblad: Staatsschuld kost niet, staatsschuld rendeert juist en
Nieuwe‘Studiegroep Begrotingsruimte’ voor volgend kabinet kan niet op zelfde voet doorgaan.

Niet omdat Teulings daar nieuwe argumenten naar voren brengt tegen die obsessie met begrotingstekorten. Maar integendeel juist omdat die argumenten al lang bekend zijn. Het klopt niet om de overheidsbegroting gelijk te stellen aan een huishoudboekje. De overheid bestiert niet een huishouden, maar een hele economie, waardoor een heel andere kijk op "schulden" nodig is. Lees Teulings en lees ook nog eens De overheidsbegroting is nog steeds geen huishoudboekje - Over onkunde in de politiek en de media.

Een tweede aanleiding vormt de column van Paul Krugman van vorige week: Notes on Excessive Wealth Disorder. How not to repeat the mistakes of 2011.

Want daarin stelt hij precies die vraag naar hoe die politieke zeepbel kon ontstaan. En maakt hij, althans voor de Verenigde Staten, aannemelijk dat de invloed van het Grote Geld (Excessive Wealth Disorder) op de politieke agendavorming een grote rol heeft gespeeld.

Hoewel ook bij het grote publiek het huishoudboekjesdenken aanhang heeft, staan daar toch de sociale zekerheid en de gezondheidszorg en de werkloosheidsbestrijding hoger op de agenda. En daartegenover liggen de prioriteiten van de allerrijksten juist bij het terugdringen van het overheidstekort (bezuinigen!) en bij het uitkleden van de sociale zekerheid (de entitlements).

Het blijft tragisch. Terwijl het uitbreken van de Grote Financiële Crisis een gevolg was van de sterk toegenomen ongelijkheid en de groei van het Grote Geld, was het datzelfde Grote Geld dat maatregelen wist tegen te houden die de gevolgen ervan voor de Gewone Man hadden verzacht.

Geen opmerkingen: