Hoe kwamen die geweren een paar maanden voor de Bevrijding naast ons huis terecht? En hoe raakte mijn vader (Heit) bij het verzet betrokken? Dat waren de vragen waarmee ik het vorige bericht afsloot.
Maar voor ik daarop inga, even terug naar die heel vroege herinnering van mij. Ik moet op een kleine twee maanden na twee jaar zijn geweest. Dat is de leeftijd waar vanaf je beschikt over een zelfbewustzijn en je bewuste herinneringen kunt hebben. Het is een dag in de eerste helft van april 1945. Ik zit met mijn moeder (Mem) verscholen in de kelder, kijk omhoog naar het kelderraam en zie, en hoor, soldatenlaarzen voorbijkomen.
Zoals ik al vertelde, gingen die Duitse soldaten van deur tot deur om eventueel nog aanwezige fietsen te vorderen. Ze waren bij het binnenkomen van de straat mijn vader tegengekomen die met vrienden een dag ging vissen. Hij was doorgelopen om geen argwaan te wekken. Er lagen namelijk in onze bijkeuken wapens verborgen. Mem had die soldaten zien aankomen (wij woonden aan het eind van de doodlopende straat), had de deuren afgesloten en zich met mij verstopt in de kelder. Die soldaat die om het huis heenliep, zal aan de gesloten achterdeur gerammeld hebben en op zijn schreden zijn teruggekeerd. Of Mem wist dat ze alleen maar op fietsen uit waren of vermoedde dat ze naar wapens zochten, weet ik niet.
Heit was niet alleen doorgelopen, maar was ook "gewoon" gaan vissen. Ook om maar geen argwaan te wekken. Hij zal, mentaal geblokkeerd en in knagende onzekerheid over de afloop, een moeilijke dag gehad hebben. Nadat de soldaten waren vertrokken, ging Mem uithuilen bij de buurvrouw, haar "tweede moeder". Ze liet mij even alleen en een andere vroege herinnering is dat ze weer de kamer binnenkwam. Ik vermoed dat ze mijn vader naderhand kwalijk nam dat hij niet eerder was teruggekomen. Het had immers ook heel anders kunnen aflopen. Het besef daarvan moet het gebeuren voor beiden tot een welhaast traumatische ervaring hebben gemaakt.
Ik zal nog te jong zijn geweest om goed te beseffen welke gevaren er dreigden. De angst van mijn moeder moet ik haast wel gevoeld hebben, maar een bewuste herinnering is daar van niet overgebleven. In ieder geval vonden Heit en Mem mij nog te jong om "het er over te hebben". De enkele keren dat het gebeuren later ter sprake kwam, gaven zij een lezing ervan die met mijn herinnering in strijd was. De Duitse soldaten zouden halverwege de straat zijn gestopt. En ons huis dus niet hebben bereikt. Onwaarschijnlijk. Maar in die tijd, en zeker in ons gezin, moesten kinderen worden gevrijwaard van alles "wat erg was". In het bijzijn van de kinderen, en al helemaal met hen, werd daar niet over gesproken. Vandaar ook dat Mem mij niet meenam naar de buurvrouw. Een huilende moeder moest mij bespaard blijven. En er werd aangenomen dat ik nog te jong was om een herinnering aan het gebeuren te kunnen overhouden.
Die sfeer van "het er niet over hebben" zal er voor gezorgd hebben dat ik nooit de moed kon opbrengen om iets tegen die ouderlijke lezing in te brengen. Ik had een keer kunnen zeggen: "Maar we zaten toch in de kelder? Ik zag die soldatenlaarzen voorbijkomen." Dat was onbestaanbaar. Ik ging er niet tegenin. Ik "parkeerde" die herinnering ergens in een hoekje. En liet het daarbij. Er kwamen allerlei uitdagingen en verantwoordelijkheden, van school, studie, werk, gezin, kinderen, die meer aandacht vroegen dan wat zich zo lang geleden had afgespeeld.
Het is denk ik een mooie illustratie van het sociaalwetenschappelijke inzicht dat ouders, of meer algemeen, de "cultuur" van het ouderlijk gezin, een geweldige invloed op kinderen kunnen hebben. Zeker in de heel vroege jeugd zijn je ouders het venster op de wereld. Je kunt niet anders dan daar blindelings op vertrouwen.
Een invloed waar je je pas op latere leeftijd, als die uitdagingen en verantwoordelijkheden zijn weggevallen, en als je ouders niet meer in leven zijn, min of meer aan kunt onttrekken. Ik ben nu 78 en pas, zeg, vijf tot tien jaar geleden wurmde die herinnering zich uit dat hoekje naar boven. Pas toen was er de ruimte om dat conflict met die ouderlijke lezing echt onder ogen te zien.
Nogmaals, deze berichten zijn veel persoonlijker dan wat op dit blog meestal voorbijkomt. Maar sociale wetenschap beoefenen zonder aandacht voor relaties met persoonlijke ervaringen is ondenkbaar. Of zou dat moeten zijn.
In het volgende bericht dan toch over die wapens en over de rol die mijn vader in het verzet speelde. Hier het volgende bericht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten