Vrijdagavond speelde pianist Lars Vogt in TivolVredenburg werk van Janáček , Mozart en Beethoven. Het was niet helemaal mijn programma. Ik denk dat ik de muziek van Janáček niet goed begrijp en de Hammerklavier-sonate van Beethoven is wat mij betreft een vreemde eend in de bijt van zijn 32 pianosonates. Mozart kun je natuurlijk altijd goed tot je nemen.
Lars Vogt is niet alleen een van de grootste hedendaagse pianisten, hij is ook begonnen aan een dirigentenloopbaan. Hier vertelt hij
over de overgang van uitvoerend musicus naar dirigent. Die vindt hij
niet zo groot, want ook als pianist ben je eigenlijk altijd in zekere
zin aan het dirigeren. Er spreekt een mannetje in je hoofd dat je
vertelt hoe het zou moeten klinken. En dan probeer je te doen wat dat
mannetje je influistert. Als je dirigent bent, moet je anderen er toe
zien te krijgen dat te doen.
Hier, in de huiskamer vanwege corona, speelt hij een ander stuk van Janáček, dat ik weer niet goed begrijp.
Maar daarna de meest indringende pianosonate die ooit is gecomponeerd, Schuberts D-960. Met een inleidende toelichting. Ook onbegrijpelijke muziek, maar dan onbegrijpelijk geniaal.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten