dinsdag 3 december 2024

Een sociaalwetenschappelijk zicht op het fenomeen van de foute leider - 15 - De weg van desinformatie in het geval van Donald Trump

Heather Cox Richardson, hoogleraar Amerikaanse geschiedenis, begon op 6 november, de dag na de presidentsverkiezingen, haar dagelijkse nieuwsbrief met de constatering dat de overwinning van Donald Trump voor iedereen een grote verrassing was. Hier het vorige bericht.

Waarom een grote verrassing? Omdat we met Trump te maken hebben met een 78-jarige voor aanranding veroordeelde crimineel, waartegen nog een aantal strafzaken liepen. Die na zijn vorige verkiezingsnederlaag weigerde mee te werken aan een vreedzame overdracht en in plaats daarvan zijn supporters opriep om het Capitool te bestormen om zo de formele bevestiging van de uitslag te voorkomen. Die een reeks plannen had aangekondigd die er geen twijfels over konden laten bestaan dat hij een foute leider was en zou blijven. Zoals ook bevestigd door de negatieve oordelen van zijn vorige naaste medewerkers en anderen die hem goed kenden. Zie nog eens het vorige bericht. Die kennelijk ook zelf verwachtte te zullen verliezen omdat hij al was begonnen met beschuldigingen dat de verkiezingen zouden zijn gemanipuleerd.

En een grote verrassing omdat het economische beleid van de Democratische regering Biden-Harris in de voorgaande vier jaren uiterst succesvol was. Biden wist de door globale oorzaken oplopende inflatie terug te dringen zonder een recessie te veroorzaken. Hij wist er baanbrekende wetgeving door te krijgen om de lang verwaarloosde Amerikaanse infrastructuur aan te pakken en om de binnenlandse productie van chips en halfgeleiders aan te jagen, waarmee de afhankelijkheid van China werd verminderd. Hij reageerde snel op de coronapandemie, met werkloosheidsuitkeringen, steun voor gezinnen en de productie van vaccins. Hij ondersteunde de vakbeweging, brak monopolies en versterkte de rechten van consumenten. Hij wist voor elkaar te krijgen dat er een nog nooit vertoond aantal nieuwe bedrijven werd gevestigd.

Daarmee en met andere maatregelen (Bidenomics) wist hij binnen korte tijd een toestand van volledige werkgelegenheid tot stand te brengen, met een historisch lage werkloosheid en stijging van de reële lonen in het bijzonder van de laagste lonen. Het werd gezien als het einde van het tijdperk van het ieder-voor-zich van het neoliberalisme, van de terugtredende overheid en de trickle-down politiek van de belastingverlagingen voor de miljardairs. En als het begin van het nieuwe politieke tijdperk waarin weer iedereen zou meetellen. Zie, uit januari 2021, Wat is hier aan de hand? Is dit echt het begin van een historische omslag van statuscompetitief overheidsbeleid naar gemeenschapsbeleid?, met een verwijzing naar de theorie van de political time van de Amerikaanse politieke historicus Stephen Skowronek. Volgens Skowronek zijn er in het Amerikaanse presidentschap 40- tot 60-jarige cycli of regimes te onderkennen, die elk beginnen met een transformerende president die voor zijn opvolgers het speelveld van wat politiek mogelijk is, aangeeft. 

Alles wees erop dat Biden zo'n transformerende president was. Misschien zal in de toekomst dat beeld alsnog worden bevestigd. 

Maar voorlopig zitten de Amerikanen nu weer opgezadeld met Donald Trump, die staat voor allerlei dubieuze zaken, zie weer dat vorige bericht, maar in ieder geval ook voor de voortzetting van het neoliberale beleid van ieder-voor-zich en ruim baan voor de miljardairs.

Kortom, een grote verrassing. Hoe kon het gebeuren dat Donald Trump dan toch de verkiezingen won?

Was het misschien zo dat de meeste Amerikanen toch maar weinig merkten van dat zo succesvolle economische beleid? Dat zou kunnen, omdat veel Amerikanen weliswaar positief waren over hun eigen economische situatie, maar negatief over de algehele economische toestand. En dat laatste zou er aan hebben kunnen liggen dat de media zeer terughoudend berichtten over de economische voorspoed. En juist berichten verspreidden die leken te wijzen op het tegendeel. 

Klopten die berichten dan? Welnee. Dean Baker, econoom van het Center for Economic and Policy Research, nam de moeite om zes van die verspreide onwaarheden te corrigeren: My Six Favorite Untruths About the Biden-Harris Economy. Omdat het zoveel duidelijk maakt over de rol van berichtgeving in de media, en dus van misinformatie, loop ik ze hieronder langs:

  • In plaats van dat de lage lonen zouden zijn achtergebleven, waren ze juist opvallend meer dan gemiddeld gestegen. 
  • In plaats van dat het voor afgestudeerden moeilijker zou zijn geworden om een baan te vinden, was dit juist gemakkelijker geworden. 
  • Dat veel mensen twee fulltime banen (banen van 34 uur of meer) combineerden, werd bericht als een aanwijzing voor een slecht lopende economie, terwijl het tegendeel het geval is. De (overigens weinige) mensen die daartoe in staat waren, namen er een tweede baan bij, doordat er nu eenmaal in economisch goede tijden veel banen zijn.
  • In plaats van dat er een "pensioencrisis" zou zijn, dat wil zeggen dat meer mensen financieel slecht zouden zijn voorbereid op hun pensionering, waren er juist meer dan ooit heel goed op voorbereid. 
  • In plaats van dat huishoudens minder zouden zijn gaan sparen, wat een aanwijzing zou zijn voor economisch zware tijden, stegen de besparingen juist weer terug naar het niveau van voor de coronapandemie. Een aanwijzing dus voor economische voorspoed.
  • In plaats van berichten dat jongeren nooit meer in staat zouden zijn om een huis te kopen, nam het huizenbezit onder jongeren juist toe. Als gevolg van de toename van baanzekerheid.

Dean Baker besluit met:

There are also the stories that the media chose to ignore, like the record pace of new business starts, the people getting big pay increases in low-paying jobs, the record level of job satisfaction, the enormous savings in commuting costs and travel time for the additional 19 million people working from home (almost one eight of the workforce).

The media decided that they wanted to tell a bad economy story, and they were not going to let reality get in the way. People can speculate about motives, but the evidence speaks for itself.

De media verspreidden dus onware, negatieve berichten over de economie en negeerden positieve berichten. Waardoor Amerikanen, hoewel ze positief waren over hun eigen financiële situatie, de indruk kregen dat het met de economie slecht gesteld was. En als het met de economie slecht gesteld is, dan maakt als regel de zittende president weinig kans om herkozen te worden.

Dit wijst ons dus op de grote betekenis van die eerste weg waarlangs een foute leider aan de macht kan komen, de weg van de desinformatie. De werkelijkheid kan volledig aan het zicht worden onttrokken door de door de media verspreide mist van de voor de foute leider gunstige desinformatie. Meer daarover in het volgende bericht.

Geen opmerkingen: