Oké, we weten al dat rechts-extremistische politici, foute leiders, een economie en een maatschappelijk klimaat nodig hebben waarin mensen zich in hun bestaan bedreigd voelen. Hier het vorige bericht. Waarin overheden, zoals in de afgelopen 40 tot 50 jaar een neoliberaal beleid hebben gevoerd waarin meer aan de markt moest worden overgelaten, waarin de kans op financieel-economische crises toenam en waarin de sociale zekerheid moest worden teruggedrongen, omdat zulks goed zou zijn voor "de economie". Een klimaat waarin mensen meer voor zichzelf moeten opkomen en minder moeten leunen op collectieve regelingen. Een statuscompetitief klimaat dus, waarin het ieder-voor-zich in de plaats komt van het iedereen-telt-mee van een overheid die ons gemeenschapspatroon vorm geeft.
Dat voor foute leiders gunstige werkterrein bestaat dus. Daarin zien ze mogelijkheden om zichzelf te presenteren als de enige redder en verlosser die het tij kan doen keren. Niet gemotiveerd door enige zorg om het welzijn van de bevolking, maar uitsluitend door hun statuscompetitieve obsessie met macht en alleenheerschappij. Daardoor zijn ze er dus niet op uit om de werkelijke problemen op te lossen die de bevolking ervaart. Sterker, de voorstanders van die linkse, iedereen-telt-mee oplossing, het vergroten van de bestaanszekerheid, zien ze als hun voornaamste concurrenten.
Nee, in plaats daarvan moeten de onveiligheidsgevoelens van de kiezers zo worden bijgestuurd dat er "vijanden" in beeld komen voor de bestrijding waarvan de democratie opzij moeten worden gezet om plaats te maken voor de alleenheerschappij van de foute leider. Die "vijanden" maken al deel uit van de bevolking of ze staan aan de grenzen om het land binnen te komen. Die migranten pikken banen in, ze leggen beslag op schaarse woonruimte, ze misbruiken de sociale voorzieningen of ze zijn zelfs criminelen en verkrachters. Daardoor tonen ze de naïviteit aan van dat linkse iedereen-telt-mee en daarmee van de democratie. Stem op de foute leider, die als hij maar aan de macht wordt geholpen, schoon schip zal maken.
We kennen natuurlijk die verklaring voor de opkomst van het rechts-extremisme. Denk aan Waardoor werd de PVV zo groot?
Maar wat bepaalt de kans dat de foute leider in zijn opzet slaagt? Maakt het iets uit of hij dat aanwijzen van "vijanden" ook met feiten kan onderbouwen? Moeten er ook echt negatieve gevolgen aanwijsbaar zijn van het "openen van de grenzen voor immigranten"?
Of kan de foute leider ook succes hebben langs de weg van de desinformatie, die eerste van de drie wegen die ik eerder noemde?
Jazeker, dat kan. Daarop wijst het nieuwe onderzoek The Free Movement of People and the Success of Far-Right Parties: Evidence from Switzerland’s Border Liberalization. Het gaat om een onderzoek dat al aandacht heeft getrokken. Zo stond Caroline de Gruyter er al bij stil in haar column op NRC>: Hoe de extreemrechtse elite aan stemmen komt.
De onderzoekers keken naar de gevolgen van de toename van arbeidsimmigranten in Zwitserland voor de steun voor rechts-extremistische anti-immigratiepartijen nadat dat land in 1999 met de Europese Unie een verdrag had gesloten over het vrije verkeer van personen. Die toename van arbeidsimmigratie bleek er inderdaad te zijn, meer in gemeenten grenzend aan Italië, Frankrijk en Duitsland dan in gemeenten met grotere afstand tot de grens.
Had die toename van arbeidsimmigranten negatieve gevolgen voor de inwoners van die aangrenzende gemeenten? Nee, geenszins. Hun werkgelegenheid nam niet af en hun lonen namen eerder iets toe dan af. Evenmin was er een afname van het door hen ingeschatte risico op werkloosheid en van de door hen waargenomen woonlasten. En hun financiële tevredenheid was zelfs iets toegenomen. Ook waren er geen aanwijzingen dat de bewoners in de grensgemeenten zich meer cultureel bedreigd of onveiliger waren gaan voelen. Merk op dat het taalprobleem niet een rol gespeeld kan hebben, omdat in alle drie gebieden aan weerszijden van de grens dezelfde taal wordt gesproken.
Kortom, de toegenomen arbeidsimmigratie had geen negatieve economische of culturele gevolgen. Wat de verwachting wekt dat er geen toename zou optreden van de steun voor rechts-extremistische anti-immigrantenpartijen.
Maar wat bleek? In de vier verkiezingen na de openstelling van de grens nam het stemmenpercentage van die rechts-extremistische partijen met bijna een derde toe.
Hoe kan dat? Vroegen de onderzoekers zich af. Hun antwoord komt er op neer dat de rechts-extremistische politici so wie so een vijandbeeld proberen te propageren. Bedenk weer dat ze die statuscompetitieve drijfveer hebben waarin zij zichzelf willen presenteren als de redder in nood in een vijandige wereld.
En dus zijn ze vindingrijk. Als die economische of culturele bedreigingen niet genoeg aanslaan, dan komen ze met het "Dit land is vol"-argument. In Zwitserland namen ze hun toevlucht tot het aan de biologie ontleende thema van de Dichtestress, van de overbevolking, waardoor mensen meer overlast van elkaar ervaren. Overvolle treinen, files, verstedelijking van het platteland, te drukke winkelcentra, te weinig parkeerplekken, etc. We zijn al met zoveel dat we die immigranten er niet bij kunnen hebben. We moeten ze tegenhouden en als ze er al zijn, dan moeten ze terug. Maar ook daar valt weer tegenin te brengen dat er geen aanwijzingen waren dat in de grensgemeenten de verkeersdrukte was toegenomen.
Hoe dan toch te verklaren dat de inwoners meer rechts-extremistisch gingen stemmen? De onderzoekers vermoeden uiteindelijk dat het iets te maken moet hebben met de mate waarin kiezers geïnformeerd en beïnvloedbaar zijn. Dus inderdaad met die weg van de desinformatie.
Dit onderzochten ze in het aan Italië grenzende kanton Ticino (of Tessin). Daar was de arbeidsimmigratie sterk toegenomen en was er in de media veel aandacht aan besteed. Volgens een bekende theorie over politiek bewustzijn, zijn kiezers die heel weinig of juist heel veel politiek geïnteresseerd zijn, weinig beïnvloedbaar. Als je weinig geïnteresseerd bent, dan ben je met andere dingen bezig. En als je heel veel geïnteresseerd bent, dan ben je in staat je eigen oordelen te volgen. Degenen die daar tussen in zitten, die zijn het meest beïnvloedbaar. Ze weten genoeg om open te staan voor beïnvloedingspogingen, maar te weinig om die op waarde te kunnen schatten.
In overeenstemming daarmee bleek inderdaad dat die middengroep een negatievere houding had tegenover de immigranten dan de twee andere groepen. Dat is dus het deel van de kiezers dat bij uitstek ontvankelijk is voor de desinformatie van rechts-extremistische anti-immigranten boodschappen. Ze zijn genoeg geïnteresseerd om die boodschappen te ontvangen en te weinig geïnteresseerd om ze goed te kunnen beoordelen.
Dat alles komt er dus op neer dat rechts-extremistische politici succes kunnen hebben met het aanwakkeren van hun beeld van een vijandige wereld ook als dat beeld feitelijk niet kan worden onderbouwd. Ze blijken in staat een bepaald deel van de bevolking, het deel dat matig politiek geïnteresseerd is, op te zetten tegen immigranten, ook als hun argumenten tegen immigratie elke onderbouwing ontberen.
Foute leiders hebben het nu eenmaal nodig om vijanden te kunnen aanwijzen. Ook als die er in feite niet zijn. Hier het vervolg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten